Myanmar zet Kachinminderheid onder druk
YANGON (ANP) – Een militie van het Kachinvolk in Myanmar (Birma), een etnische minderheid in het noorden van het land, wordt belegerd door het regeringsleger. Dat meldde de BBC dinsdag.
De militie zegt dat een van haar kantoren is omsingeld door het leger van Myanmar en dat het zich rondom een van de eigen kampen bij de Chinese grens heeft gegroepeerd. De belegering volgt op de arrestatie van drie leden van de militie, die zich het Kachin Onafhankelijkheids Leger noemt.
De Kachin strijden voor meer autonomie. De bevolkingsgroep heeft echter al zestien jaar een staakt-het-vuren met de junta, de militaire regering van Myanmar. De militie wees onlangs een voorstel van de regering van de hand om zich te laten ontwapenen en een officiële grensbewakingseenheid te worden.
Mensenrechtenorganisatie Amnesty International meldde eerder dit jaar een toename van het aantal arrestaties van politieke activisten van etnische minderheden in Myanmar. Ze werden in de gevangenis gezet en in sommige gevallen gemarteld of gedood. Minderheidsgroepen worden volgens Amnesty in de gaten gehouden, lastiggevallen en gediscrimineerd in de aanloop naar de verkiezingen op 7 november, de eerste stembusgang in Myanmar in twintig jaar. Etnische minderheden spelen een belangrijke rol in de politieke oppositie.
Volgens mensenrechtenorganisaties gaat de internationale aandacht vooral uit naar de onder huisarrest geplaatste oppositieleidster Aung San Suu Kyi. De junta komt daardoor vaak makkelijk weg met de onderdrukking van andere politieke activisten.
Het juntabewind maakte maandag bekend dat het niet toestaat dat er bij de verkiezingen buitenlandse waarnemers en media aanwezig zijn.