Consument

Jachtcantate

”Was mir behagt, ist nur die muntre Jagd”. Het ligt misschien niet direct voor de hand bij de titel van deze jachtcantate aan Johann Sebastian Bach (1685-1750) te denken. De beroemde componist is vooral bekend om zijn geestelijke cantates, waarvan er 202 bewaard bleven. Bach componeerde echter ook zogeheten wereldlijke cantates. Volgens Bachkenner Christoph Wolff zijn veel van deze gelegenheidswerken verloren gegaan. De circa vijftig overgeschoten brokken vormen volgens hem een fractie van het oorspronkelijke aantal.

15 October 2010 16:59Gewijzigd op 14 November 2020 12:09

De Jachtcantate (BWV 208) stamt uit 1713 en werd geschreven ter gelegenheid van de verjaardag van hertog Christian von Sachsen-Weissenfels. Het werk zou zijn uitgevoerd na een jachtpartij in de vorstelijke jachtdomeinen. De compositie moet in de smaak zijn gevallen, want in 1716 klonk het werk nogmaals.

De hofdichter en secretaris van de kerkenraad van de Duitse stad Weimar, Salomon Franck, tekende voor de tekst van de uit vijftien delen bestaande jachtcantate. Hij dichtte onder meer de bekende sopraanaria ”Schafe können sicher weiden”. De dieren hebben een best leven bij een goede herder. Evenzo heerst vrede en rust en is het volk gelukkig als een regent zich prima van zijn taak kwijt.

Het verjaardagscadeau bevat meer vleiende woorden voor hertog Christian. De jachtminnende vorst wordt gelijkgesteld met Pan. Hij vormt samen met Diana, Pales en Endymion het kwartet mythologische figuren dat aan het woord komt. Zo bezingt Diana, de godin van de jacht, haar verlangen naar de jacht: ”Jagen ist die Lust der Götter, jagen steht den Helden an!”


Schafe können sicher weiden,

Wo ein gute Hirte wacht!

Wo Regenten wohl regieren,

Kann man Ruh ubd Friede spüren

Und was Länder glücklich macht!

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer