„Voor vlees moet een dier dood”
Sjoerd Mulder noemt zichzelf stadsjager en schreef samen met ”meneer Wateetons” het ”Handboek voor de Vinex-jager”.
„De stadseend die ik ’s avonds overmeesterde, gaf geen kik. Hij was nogal tam en zoiets was hem ook nog nooit overkomen natuurlijk. Ik heb hem in één keer zijn halsslagaders doorgesneden, de meest pijnloze manier om een dier te doden. Het was illegaal, maar daar dacht ik niet zo over na, ik vond het gewoon spannend. Ik kan me wel voorstellen dat de plaatselijke overheid er niet blij mee is. Daarom doe ik het ook niet nog eens. Ik vond het contrast wel grappig: jagen in een Vinex-wijk, waar alles gereguleerd is. En ik wilde laten zien dat er méér zit achter dat onherkenbare stukje vlees uit de supermarkt. Ik heb ooit zelf een boekenkast gemaakt. Hout gekocht, gezaagd, in elkaar gezet. Ik had hem ook bij IKEA kunnen kopen. Maar dat is toch minder leuk? De jacht herinnert mensen eraan dat er voor vlees een dier dood moet. Dat geeft veel mensen een oncomfortabel gevoel. Maar ik zou zeggen: wees blij dat zo’n dier tenminste een mooi leven heeft gehad en maak je druk om de bio-industrie. Dat is pas écht een probleem. Stadseend smaakt trouwens prima. Maar het was een rotwerk om ’m schoon te maken.”