Kerk & religie

„Kerkrecht zit niet in je buik”

De kerk is als een gezin. Als er geen regels zijn, regeren niet vader en moeder, maar de kinderen. Als er in de kerk geen regels zijn, ontstaat er wanorde. Om dat te voorkomen dient de kerkorde, opdat alle dingen eerlijk en met orde geschieden.

Jan van ’t Hul
15 October 2010 11:45Gewijzigd op 14 November 2020 12:09
Ds. W. Silfhout. Foto RD, Anton Dommerholt
Ds. W. Silfhout. Foto RD, Anton Dommerholt

Op de generale synode van de Gereformeerde Gemeenten werd woensdag het boek ”Gereformeerd Kerkrecht in kort bestek” (uitg. Den Hertog, Houten) gepresenteerd. Auteur is ds. W. Silfhout, tweede voorzitter van het deputaatschap kerkrecht.

De inhoud van het boek is in de loop van de jaren gegroeid. Als docent aan de Cursus Godsdienstonderwijs (CGO) en aan de Theologische School te Rotterdam maakte ds. Silfhout veel gebruik van twee boekjes van ds. K. de Gier: ”Toelichting op de Dordtse Kerkorde” en ”De geschiedenis en de kenmerken van het Gereformeerd Kerkrecht”. „Voor de praktijk van het kerkelijke leven zijn deze boekjes van onschatbare waarde geweest. Maar ze waren op een aantal wezenlijke punten niet meer actueel. Ik heb geprobeerd de stof te herordenen, te actualiseren, daarbij rekening houdend met uitspraken die generale synodes de afgelopen decennia op dit terrein hebben gedaan.”

Het gemiddelde kerklid loopt niet warm voor kerkrecht. Met permissie: het zou maar een duffe boel zijn.

„Dat kan ik me voorstellen. Veel mensen moeten niet veel hebben van recht en regels. Maar wie zich in kerkrecht verdiept, ontdekt dat er een interessante wereld voor hem opengaat. Dat is ook mijn ervaring op de Theologische School. Als je aan studenten maar duidelijk maakt dat kerkrecht alles te maken heeft met de praktijk van het kerkelijk leven.”

Kerkrecht heeft volgens ds. Silfhout zijn wortels in de Bijbel. „In 1 Korinthe 14:40 staat: „Laat alle dingen eerlijk en met orde geschieden.” Het is dus een orde die de Heere Zelf van ons vraagt. Eerlijk en met orde. Eerlijk wil hier niet alleen zeggen: betrouwbaar, maar ook, volgens de kanttekeningen, geschikt, betamelijk, eerbaar en eenvoudig.”

Waarin onderscheidt kerkrecht zich van burgerlijk recht, en waarin stemmen beide overeen?

„Burgerlijk recht is juridisch recht, bedoeld om orde te scheppen en die orde zo nodig door dwang te handhaven. Bij kerkrecht gaan we niet uit van dwang, want daar is broederlijke liefde de drijfveer. Dat onderscheid moeten we wel in het oog houden. Zowel kerkrecht als burgerlijk recht stelt regels vast. Burgerlijk recht regelt de verhouding tussen burgers onderling en hun verhouding tot de overheid. Kerkrecht regelt de verhouding tussen leden van de kerk onderling en die van het kerklid tot de Koning van de Kerk. Dat geeft een andere dimensie.”

De burgerlijke rechter heeft zich recent meer dan eens met de kerk bemoeid. Wat is de les daarvan?

„Deze: De kerk mag haar eigen regels hebben, maar moet die wel zorgvuldig en consequent toepassen. De praktijk laat zien dat, als de kerk haar eigen regels navolgt, de burgerlijke rechter de kerk die ruimte ook geeft. Maar het valt wel te vrezen dat die ruimte onder druk komt te staan. Als gevolg van de secularisatie ontstaat er steeds minder begrip voor de geheel eigen plaats van de kerk in de samenleving. In toenemende mate wordt de kerk op één lijn gesteld met maatschappelijke organisaties. In navolging van Calvijn stellen wij dat de burgerlijke rechter het recht heeft zich met de kerk te bemoeien, maar niet het recht heeft om bínnen de kerk dwingend op te treden.”

Binnen de Gereformeerde Gemeenten is altijd oog geweest voor het kerkordelijk samenleven. „Ds. G. H. Kersten zei: „Kerkrecht staat op papier, dat zit niet in je buik.” De kerk moet zich niet door gevoelens laten leiden, maar door kerkrechtelijke regels. Kersten heeft op dit terrein veel nagelaten, bijvoorbeeld in zijn ”Kerkelijk Handboek” en ”In het voetspoor der vaderen”.

Ook belijdenisgeschriften geven aanwijzingen voor de kerkorde. „Wie geloofsbelijdenis aflegt, belooft zich te onderwerpen aan de kerkelijke tucht en aan het kerkelijke vermaan in het geval hij (of zij) in zonde valt. Hoe moet die tucht worden toegepast? Welnu, daarvoor is dus de kerkorde nodig. Want het gaat altijd om de zuiverheid van de kerk van Christus. Niet voor niets behoort het toepassen van de kerkelijke tucht, samen met de verkondiging van het Evangelie, tot de sleutels van het hemelrijk. Tucht heeft weliswaar een negatieve lading. Maar tucht uitoefenen wees vanouds op het terugtrekken van iemand die de veilige grens dreigt over te gaan. Tucht komt van: tocht. En een tocht is een sloot, vroeger zeiden we: een treksloot. Dat wijst op het terugtrekken van iemand die over de schreef dreigt te gaan, om hem in liefde terug te brengen binnen de gemeenschap van de kerk.”

Volgens ds. K. de Gier mag een gemeente afwijken van de kerkorde als dat tot haar profijt is.

„De praktijk laat dat ook zien. Als het gaat om afvaardiging naar de generale synode is de praktijk anders dan de kerkorde voorschrijft. Als het gaat om het aftreden van ouderlingen en diakenen is de praktijk ook anders. De uitzondering waarvoor de kerkorde ruimte geeft, is dan regel geworden. De kerkorde kan ook niet het laatste woord hebben. Dat is aan het Woord van God. De kerkelijke hiërarchie hanteert deze volgorde: Het Woord, de belijdenisgeschriften, en de kerkorde.”

Ds. W. Pieters zei recent in ”Kontekstueel”: De dunste kerkorde is de beste.

„Waar het mogelijk is, moeten we veel regelgeving vermijden. We zitten echt niet te wachten op een kast vol kerkelijke uitspraken. Maar we moeten wel erkennen dat er in deze samenleving gewoon veel te regelen valt, opdat de dingen eerlijk en met orde kunnen geschieden.”

In kerkbreed komt iedere week een persoon aan het woord die een reflectie geeft op een opvallende gebeurtenis of ontwikkeling in het kerkelijk leven. Vandaag: ds. W. Silfhout. Deze week verscheen zijn boek ”Gereformeerd kerkrecht in kort bestek”.


Ds. Silfhout

W. Silfhout was, voordat hij in 1994 predikant werd in de Gereformeerde Gemeenten, bestuursjurist bij plaatselijke overheden te Rhenen, Apeldoorn en Amersfoort. Hij was na de oprichting van de Reformatorisch Maatschappelijke Unie secretaris van en vaak woordvoerder van deze organisatie.

Voor de Cursus Godsdienstonderwijs doceerde ds. Silfhout kerkrecht. Sinds 2007 is hij vakdocent kerkrecht aan de Theologische School te Rotterdam.

Zijn eerste gemeente was Hendrik-Ido-Ambacht. Sinds 2002 dient hij de gemeente Capelle aan den IJssel-Middelwatering.

Verschillende malen was hij als scriba lid van het moderamen van de generale synode.

Meer over
Serie: Kerkbreed

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer