Franse filosofen zweren atheïsme van Sartre af
NIJMEGEN – Bestaat God? En is Hij kenbaar? Volgens de Franse filosoof Jean-Luc Marion is er alleen „negatieve zekerheid” dat God bestaat. Hij legde dat maandagavond uit tijdens een lezing voor een overvolle aula van de Radboud Universiteit te Nijmegen.
Ondertussen spreekt hij van een herlevende interesse in het denken over God onder Franse filosofen. „De tijd van Sartre is definitief voorbij”, zegt hij desgevraagd.
Marion is hoogleraar filosofie aan de Sorbonne in Parijs en de Universiteit van Chicago. Hij is leerling van de Franse filosoof Derrida, de ‘profeet’ van het postmodernisme. Marion wilde gisteren een „moderne benadering” geven van „de kwestie van God.”
De mens heeft geen enkel begrip van God, legt hij uit. „We hebben geen enkele intuïtie van God, omdat wij mensen zijn van tijd en ruimte. God is niet-ruimtelijk, grenzeloos, eeuwig en onmetelijk. De Bijbel zegt: niemand heeft ooit God gezien. Alles wat wij bedenken, is een afgod.”
Uiteindelijk komt hij toch tot een definitie van God: God als de Onmogelijke. „Het is de grens waarop de menselijke rede stuit. God is onmogelijk, maar onmogelijk voor de méns. Voor God Zelf zijn alle dingen mogelijk. Als God Abraham bezoekt en Sara een kind belooft, gelooft zij niet. De engel zegt echter: Niets is onmogelijk voor God. Als God de Onmogelijke is, dan is dat precies de plaats waar Hij verschijnt.”
Marion verontschuldigt zich dat hij slechts „minimaal” over God kan spreken. Maar al is de vraag naar God niet te beantwoorden, de vraag zelf blijft overeind staan. „Het feit dat er geen universeel antwoord is op de vraag naar God, betekent niet dat de vraag zinloos is. Integendeel, hoe meer er tegenwoordig gesproken wordt over de „dood van God”, des te meer dringt God zich op. Voor mensen is de vraag naar God een kwestie van leven en dood.”
In Frankrijk denken filosofen weer over God, nadat Sartre en De Beauvoir in de vorige eeuw openlijk het atheïsme hebben verkondigd. Is God weer ‘in’?
Marion: „Er is een herlevende interesse in het denken over God. De tijd van Sartre is definitief voorbij. Sartre is een filosoof met slechts historische betekenis. Ik denk zelfs dat er onder Franse filosofen meer openheid is voor het theïsme dan in Nederland. Ik ben zelf katholiek en sta als zodanig ook bekend bij het publiek. Onder filosofen is het geen probleem om je als christen bekend te maken.”
Hij bestrijdt de gedachte dat Frankrijk een seculiere staat is. Hij wijt dat aan een verkeerd begrip van „laïcité”, het Franse systeem van een absolute scheiding tussen kerk en staat. „Ik denk dat er in Amerika minder ruimte is voor publieke uitingen van godsdienst dan in Frankrijk. Neem bijvoorbeeld de steun aan godsdienstig onderwijs. In Amerika gaat er geen staatsgeld naar katholieke scholen, in Frankrijk ontvangen deze scholen voor een derde overheidssubsidie.
Het systeem van laïcité verhindert dat één bepaalde kerk een overheersende positie krijgt. Het systeem is dus goed voor alle kerken, die dan ook prominent aanwezig zijn in het publieke leven.”