Kerk & religie

Kerk-zijn in een seculiere tijd

Te lang hebben Europese kerken de ethiek van het algemene publiek gevolgd, meent de anglicaanse theoloog Samuel Wells. „Kerken moeten hun eigen, door de Bijbel en christelijke traditie gevormde ethiek ontwikkelen. Wat de kerk de samenleving te bieden heeft, is dat ze kerk is.”

Herman Paul, Bart Wallet
11 October 2010 09:31Gewijzigd op 14 November 2020 12:05
Dr. Samuel Wells, deken van Duke University Chapel (Durham, North Carolina) en hoogleraar christelijke ethiek aan de theologische faculteit. Foto Duke University
Dr. Samuel Wells, deken van Duke University Chapel (Durham, North Carolina) en hoogleraar christelijke ethiek aan de theologische faculteit. Foto Duke University

Nederland is in razendsnel tempo een seculier land geworden. Onder andere de telkens terugkerende medisch-ethische debatten laten zien dat christelijke noties nauwelijks nog een rol spelen. Hoe moeten christenen in zo’n land over ethiek spreken?

Samuel Wells, de goedlachse universiteitspredikant en hoogleraar christelijke ethiek aan de Amerikaanse Duke University, groeide op in het sterk geseculariseerde Groot-Brittannië. Hij weet waarover hij praat als het gaat om een kerk met een boodschap van God in een samenleving zonder God. Wells –evenals zijn vader, groot- en overgrootvader anglicaans priester– schreef een inmiddels aanzienlijke rij boeken over christelijke ethiek. Steeds heeft hij de postchristelijke samenleving rond de kerk in het vizier. Hij is daarbij in gesprek met de vroegchristelijke kerkvaders en hedendaagse theologen als Stanley Hauerwas en Rowan Williams.

Waar komt uw belangstelling voor ethiek vandaan?

„In 1997 kwam ik terecht in een gemeente met een bijzonder slechte reputatie, in een van de armste wijken van Engeland. De anglicaanse kerk in North Earlham, Norwich, had nog maar vijftien betrokken volwassen leden. Ik had mijn proefschrift al geschreven, maar vanaf dat moment begon mijn theologische bezinning pas echt. Ik lag er ’s nachts wakker van. In die wijk, met zo veel armoede en ellende, ging ik de waarde van de kerk begrijpen – die mensen een nieuwe gemeenschap biedt met stabiliteit, waar ze door herhaling een christelijke levensstijl leren. De Bijbelse geschiedenis was de enige die North Earlham zowel herinnering als hoop kon geven. God was daar in het verleden en Hij zou er ook in de toekomst zijn. Zo probeerden we een kerk te zijn die in het midden van de gemeenschap stond.”

Is het vervolgens geen grote stap om aan een universiteit te gaan werken?

„Dat viel eigenlijk wel mee. Een belangrijke taak voor mij op Duke, naast onderzoek, is het preken in de kapel. In mijn preken komt alles bij elkaar. Ik hoef me dan niet voor te doen als de grote wetenschapper; mijn taak is om voor ieder deel van de universiteit, christelijk of niet, een zegen te zijn. In mijn werk als universiteits­predikant probeer ik te luisteren naar wat God zegt. Daarin verschilt een prestigieuze universiteit niet zo veel van een arbeiderswijk in Engeland.”

Is het verschil tussen Europa en de Verenigde Staten niet erg groot?

„Zes weken nadat we waren verhuisd, zei ik tegen m’n vrouw: Het meest pijnlijke wat ik heb ontdekt is dat de kerk in de Verenigde Staten denkt dat ze alles heeft waarvan ze denkt dat de kerk in Groot-Brittannië dat niet heeft: geld, getal en sociale invloed. Maar het Koninkrijk van God komt er geen centimeter door dichterbij. Dat was een pijnlijk en verlammend moment. Ik wist over de erfzonde, maar opeens zie je dat helder voor je. Het is prachtig om iedere zondag voor 1200 mensen te preken, maar je liegt tegen jezelf als je denkt dat het Koninkrijk van God dichterbij is omdat er meer mensen voor je zitten.”

Wat is christelijke ethiek voor u?

„Ik kies bewust voor een christelijke, dat is een kerkelijke ethiek. Je hoeft geen doorgewinterde postmodernist te zijn om te zien dat zoiets als een universele ethiek, die voor alle mensen altijd geldig is, niet bestaat. Ik deel de kritiek van filosofen als MacIntyre en mijn collega Hauerwas dat een universele ethiek te veel over losse beslissingen gaat. Wat doe je wanneer op welk moment? Een kerkelijke ethiek staat daar anders in. In de kerk wordt je karakter gevormd door het horen van de Bijbelse boodschap, door andere christenen over je leven te laten spreken en door het werk van de Heilige Geest. Een ethische beslissing is voor een christen ingebed in een leven van navolging waarin zijn karakter is gevormd.”

Hebben kerken deze boodschap niet heel lang verwaarloosd?

„Gelukkig doen kerken veel waar ze zelf nauwelijks weet van hebben. In de twintigste eeuw zijn er op dit punt wel dingen faliekant mis gegaan. Europese kerken hebben het kennelijk heel lang als hun taak gezien om de ethiek en politiek van het algemene publiek te volgen. Terwijl de kerk haar eigen, door de Bijbel en christelijke traditie gevormde ethiek moet hebben. Nu beginnen kerken zich af te vragen of nog wel iemand naar ze luistert. Is het vreemd?”

Op dat moment ontstaat er bij kerken openheid om vanuit een duidelijke kerkelijke ethiek te gaan denken. Maar is er vanuit die positie nog wel een ethisch appel op de samenleving mogelijk?

„De kritiek van Hauerwas op de vooraanstaande liberale Amerikaanse theoloog Niebuhr is fundamenteel. Hij zei dat bij Niebuhr het subject van de ethiek niet Jezus, maar altijd Amerika was. Hetzelfde kun je zeggen van veel mensen die met sociale ethiek bezig zijn in Europa: dat op een of andere manier de verlossing van de samenleving het echte project is, vaak zonder dat die samen­leving Jezus zou moeten aanvaarden. Als je het Nieuwe Testament leest, dan krijg je een sterk besef dat zoiets gewoonweg niet kan. Jezus redt ons niet alleen, maar laat ons ook zien, op een manier zoals we het nog niet wisten, wat onze zonden zijn. Jezus lost geen probleem op waarvan we ons al bewust waren; Jezus’ komst laat ons een probleem zien waarvan we dachten dat we het niet hadden. Veel kerken denken nog altijd: Wij zijn belangrijk en invloedrijk – samenleving, luister daarom naar ons. Het moet echter precies omgekeerd. We moeten ons afvragen: Wat is het hart van de waarheid? En welke manieren van leven komen daaruit voort? Vervolgens zeg je tegen de samenleving: Excuseer ons, maar dit zijn de vragen waar de kerk mee begint. Als jullie dat ook de moeite waard vinden, prachtig. Wat de kerk de samenleving te bieden heeft, is dat ze kerk is.

De uitdaging voor christenen is dat de christelijke gemeente en zo ook de ethische vorming pas tot leven komen als die omringd zijn door een heel aantal andere dingen. Kun je met de mensen uit je gemeente praten over je geld? Als je de mensen met wie je de eredienst viert niet vertrouwt, wie vertrouw je dan wel? Het trieste is dat mensen in heel fragiele relaties leven waarin zij eigenlijk alleen op hun verzekeringsmaatschappij vertrouwen. Dat is misschien de reden waarom de economische crisis nu ernstiger is dan de ”Great Depression” in de jaren 30 van de vorige eeuw was. Niet zozeer in economische termen, maar omdat mensen zo geïsoleerd zijn geraakt dat ze de financiële instituten vertrouwen. Als die instorten, zijn ze alleen in de wereld. De kerk gaat deels over het scheppen van netwerken van relaties, waarin geld slechts een van de manieren is waarop we vertrouwen. De rol van de kerk in zo’n same­nleving moet zijn dat mensen in de huidige ”Great Crash” zeggen: Ik zou graag deel willen uitmaken van zo’n gemeenschap. De kerk moet dan zeggen: Dit is geen slim financieel arrangement; het vraagt vergeving van je, het spreken van de waarheid, schuldbelijdenis, betrouwbaarheid. Dit gaat verder dan wat wij alleen kunnen. Wij kunnen het niet doen zonder te geloven dat Jezus aan het kruis voor ons stierf. De kerk moet de samenleving manieren om te leven aanbieden die de verbeelding van de wereld prikkelen. Dat is waar het gesprek over verzoening begint.

We moeten niet proberen maatschappelijk relevant te zijn, of een groep waarover iedereen praat, of die vaak geciteerd wordt. De Heilige Geest zorgt voor ons, dat is veel effectiever.

Onze taak is om te leven tussen wat Christus heeft gedaan en wat in het eschaton zal gebeuren. Het gaat er niet om dat we invloedrijk en machtig zijn. Dat kan een middel tot een doel zijn, maar het probleem met machtig zijn is dat je wordt wat het middel is. En dat is afgoderij.”


Congres

Prof. dr. Samuel Wells, onder andere deken van Duke University Chapel, is hoofdspreker op het congres ”Geloven in een seculiere tijd”, dat zaterdag plaatsvindt in het Academiegebouw te Utrecht 
(vanaf 12.00 uur). Aanleiding vormt het zestigjarig bestaan van het christelijk opinieblad Wapen­veld. Behalve Wells verlenen Arjan Plaisier, Désanne van Brederode, Suzanne van der Schot, Gert-Jan Roest, Bas van der Graaf en James Kennedy hun medewerking. Opgave: 60jaarwapenveld.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer