Liever Rutte/Verhagen dan paars kabinet
Als het gaat om het christelijke gedachtegoed zijn we met het kabinet-Rutte/Verhagen beter af dan met een paarse coalitie, meent Frank van Putten.
Met enige verbazing heb ik kennisgenomen van het artikel ”Vreemd, die opluchting over het kabinet-Rutte” (RD 7-10) van drs. Ton van der Schans. Daarin betoogt hij dat het beoogde kabinet-Rutte/Verhagen geen haar beter is dan een paars kabinet.
Van der Schans wijst er terecht op dat wij als christenen onze schatten niet op de aarde moeten verzamelen maar in de hemel, en dat wij op dat punt steken laten vallen. Hieraan wil ik niets afdoen.
Ik ben het echter niet eens met zijn stelling dat het beoogde kabinet-Rutte/Verhagen niet beter is dan een paars kabinet. De paarse kabinetten uit de jaren 90 hebben bijvoorbeeld op het terrein van abortus beleid gemaakt dat ver van ons gedachtegoed afstaat. CDA en PVV zijn op het gebied van abortus terughoudender dan de paarse partijen.
Daar komt bij dat de paarse partijen hoogstwaarschijnlijk in een regeerakkoord maatregelen zouden hebben opgenomen om het aantal koopzondagen te verhogen. Ook is het niet denkbeeldig dat zij daarin voorstellen zouden opnemen om artikel 23 van de Grondwet te wijzigen.
Ik wil niet de indruk wekken dat ik een groot voorstander ben van het beoogde kabinet-Rutte/Verhagen. Ik betoog ook niet dat dit kabinet een christelijk-gereformeerd kabinet zal zijn. Want we moeten hoe dan ook constateren dat de wet- en regelgeving in ons land ver afstaat van de Tien Geboden. Maar we moeten wel bedenken dat een paarse coalitie, als het gaat om het christelijke gedachtegoed, nog verdergaande maatregelen zou nemen dan dat ze in de jaren 90 al heeft gedaan. Daarom doet de stelling dat het beoogde kabinet-Rutte/Verhagen „geen draad beter” is dan een paars kabinet, geen recht aan de feitelijke situatie.
Verder schrijft Van der Schans dat het voor alle christenen, inclusief voor hen die deelnemen aan het openbaar bestuur, de roeping is: „zonder grote pretenties vanuit de Bijbelse levenshouding tot zegen te zijn. Niet meedoen met machtspolitieke spelletjes. Wel getuigen van de zegen van het Evangelie.”
Wat betreft deelname van christenen aan het openbaar bestuur: als Van der Schans bedoelt dat door wetgeving alleen een samenleving niet christelijker wordt, heeft hij gelijk. Maar als hij bedoelt dat politici enkel een lichtend licht moeten zijn en zich niet actief op moeten stellen om antichristelijke wetgeving of uitlatingen te verhinderen, dan is zijn stelling onjuist. Dan is hun opdracht te mager. Het is bij uitstek een opdracht voor christelijke politici om zich in te zetten voor de bevordering van Gods instellingen.
Daarnaast kan het geen politiek machtsspelletje genoemd worden als christelijke politici gebruikmaken van bijvoorbeeld de politieke verhoudingen om antichristelijke wetgeving of uitlatingen te verhinderen. Ter illustratie: als Rutte in het regeerakkoord afziet van zijn ideaal van meer koopzondagen om de SGP te vriend te houden, komt bij mij niet het woord ”machtsspel” op, maar ”winst”.
De auteur studeert rechtsgeleerdheid aan de Vrije Universiteit Amsterdam, is bestuurslid van SGP-Jongeren Apeldoorn e.o. en medewerker van de SGP-fractie in Apeldoorn.