Een medewerker van de dienst burgerbescherming stelde dat de scheuren in de dam niet groter zijn geworden. De autoriteiten hadden zaterdag de vrees geuit dat de dam bij het reservoir het zou begeven en dat daardoor opnieuw een grote hoeveelheid slib zou weglopen. Uit voorzorg is zaterdag daarom het dorp Kolontar ontruimd, dat in de buurt ligt van het aangetaste reservoir.

Het hoofd van de dienst rampenbestrijding, Tibor Dobson, zei zondag dat honderden reddingswerkers en vrijwilligers een nieuwe dam aan het bouwen zijn. Die moet Kolontar beschermen tegen een nieuwe stroom van het giftige slib.

De reddingswerkers moeten beschermende maskers en brillen dragen omdat het giftige slib begint op te drogen en door de wind wordt meegevoerd. Het slib kan huid en ogen prikkelen en slijmvliezen aantasten als het wordt ingeademd.

Over enkele dagen dreigt het tegenovergestelde probleem te spelen als het volgens de weersvoorspellingen kan gaan regenen. Dan komt extra druk te staan op de resterende damwanden. Daarom wordt nu extra vaart gezet achter de bouw van de dam.

De circa 5400 inwoners van de plaats Devecser hoeven nog niet te vertrekken. Ze hebben wel opdracht gekregen zich paraat te houden. De autoriteiten hebben ruim driehonderd militairen en een groot aantal voertuigen naar Devecser gestuurd om het dorp in geval van nood snel te kunnen ontruimen.

Ten zuidwesten van de hoofdstad Boedapest brak maandag een dam rondom het slibreservoir. Daardoor werden honderden huizen bedolven onder giftige modder, een bijproduct van de aluminiumproductie. Zeven mensen kwamen om het leven en zeker 120 mensen raakten gewond. Zondag waren nog meer dan veertig mensen voor behandeling in het ziekenhuis.