Rezsö Kasztner: Een gehate held
Rezsö Kasztner wist in 1944 1670 Hongaarse Joden van nazi-Duitsland vrij te kopen. Na de oorlog werd hij in 1954 in Israël veroordeeld omdat hij „zaken met de duivel” had gedaan. Drie jaar later werd Kasztner midden op straat door een rechtsextremist neergeschoten. Anno 2010 is hij onder de Joden nog altijd omstreden.
Ladislaus Löb is een van de 1670 Hongaarse Joden die zijn leven aan Kasztner heeft te danken. In zijn boek ”Geschäfte mit dem Teufel” verbindt Löb zijn eigen levensgeschiedenis met die van Kasztner. „Ik heb altijd iets over mijn eigen leven willen schrijven, maar er was niets dat het vermelden waard was, behalve dan dat ik als 11-jarige jongen in het concentratiekamp Bergen-Belsen heb vastgezeten. Later besefte ik dat ik deel uitmaakte van een belangrijke historische gebeurtenis: de vrijlating van 1670 Hongaarse Joden die was bewerkstelligd door Rezsö Kasztner”, licht Löb toe.
Zo nauwgezet mogelijk reconstrueert Löb in zijn boek de onderhandelingen tussen de SS met Heinrich Himmler en Adolf Eichmann enerzijds en anderzijds de Hongaarse Joden met Kasztner. Met het oog op het voor nazi-Duitsland slechte verloop van de oorlog waren Heinrich Himmler en Adolf Eichmann bereid tegen de levering van onder andere 10.000 vrachtwagens 1 miljoen Joden vrij te laten. Natuurlijk was Kasztner niet in staat dat allemaal te leveren en zijn opzet mislukte dan ook.
Kasztner wist wel 1670 Joden vrij te kopen. Met veewagons werden zij eerst op transport naar Bergen-Belsen gezet. Daar verbleven ze een halfjaar in uiterste onzekerheid voordat ze op 6 december 1944 Zwitserland bereikten. Hier groeide Ladislaus Löb op en ging hij studeren. In 1963 vertrok hij naar Engeland, waar hij aan de universiteit van Sussex in Brighton als hoogleraar Duitse taal- en letterkunde ging doceren. Löb is inmiddels met emeritaat.
Na de oorlog trad Kasztner op als getuige in de processen van Neurenberg. Hier liet hij zich positief uit over enkele nazi’s met wie hij onderhandelingen had gevoerd.
In Israël, waar Kasztner zich na de oorlog vestigde, werd hij eind 1952 in een krant ervan beticht medeschuldig te zijn aan de dood van veel Joden. Kasztner spande daarop een proces aan, maar werd aan collaboratie schuldig bevonden. Volgens de rechter had Kasztner „zijn ziel aan de duivel verkocht.” Op 3 maart 1957 werd Kasztner op straat door drie rechtsextremisten neergeschoten. Bijna twee weken later overleed hij.
Kan iemand die zijn leven aan iemand te danken heeft een objectief boek over die persoon schrijven?
„Natuurlijk ben ik vooringenomen omdat ik mijn leven aan Kasztner te danken heb. Maar ik ben hoogleraar en ik weet hoe ik wetenschappelijk onderzoek moet verrichten. Dus heb ik mijn herinneringen aangevuld en gecorrigeerd aan de hand van brieven, memoires en dagboeken. Ik kan met een gerust geweten zeggen dat dit de subjectiviteit compenseert.”
Kunt u begrijpen dat Kasztner omstreden is?
„Ja, hij heeft bijna 1700 Hongaarse Joden gered, maar er ook 400.000 niet kunnen redden. Het is begrijpelijk dat familieleden en vrienden van die 400.000 omgekomen Joden hem haten. Daar komt nog bij dat men na de oorlog in Israël geen respect had voor Joden die zich door de nazi’s willoos hadden laten slachtofferen. Joden in Israël meenden dat de Joden in Europa hadden moeten vechten. In Israël zag men Kasztner als een representant van de Europese Joden die bovendien met de nazi’s had onderhandeld. Hij had niet met hen gevochten en hun ook nog eens geld gegeven.”
Dat Kasztner nog altijd uitermate omstreden is in Israël blijkt wel uit het feit dat geen enkele uitgever Löbs boek in Israël op de markt wil brengen. „Mijn boek wordt zelfs in China uitgegeven, maar vanuit Israël heb ik niets gehoord.”
Kasztner moet wel een bijzonder mens zijn geweest. Ik bedoel, hij onderhandelde met Eichmann, maar had in feite niets te bieden.
„Kasztner kon enorm bluffen. Een familielid vroeg later of hij werkelijk een held was. Daarop zei Kasztner: „Iemand moest iets doen om mensen te redden. Niemand deed iets. Toen was ik degene die wat deed. Ik was noodgedwongen een held.” Bij de onderhandelingen met de nazi’s kwam die onbeschaamde bluf, arrogantie –in het Jiddisch zeggen we ”chuzpe”– goed van pas. Het propaganda-apparaat van de nazi’s deed het voorkomen alsof er een Joodse groep was die uit was op de wereldheerschappij. Kasztner ging hierin mee en zei dat hij een vertegenwoordiger van die groep was. Maar hij had natuurlijk niets te bieden, behalve geld, want van de Hongaarse Joden die werden gered waren er 150 bijzonder rijk.”
In feite besliste Kasztner over leven en dood. Er konden maar ruim 1600 Joden mee met de trein, terwijl er nog meer dan 400.000 Hongaarse Joden waren. Dat moet een gruwelijke keus zijn geweest.
„Het was een gemengd gezelschap dat met de trein vertrok. Er waren rabbijnen en rijken bij, maar ook weduwen en wezen. Het ging er bovendien bijzonder chaotisch aan toe. Zelfs op het moment dat de trein vertrok sprongen er nog mensen van de trein, want we gingen wel naar Bergen-Belsen.”
Hoe is het uw vader gelukt bij de groep van 1670 Joden te komen die met de trein mee mocht?
„Mijn vader was slim en hield zijn ogen en oren open. Een van de Joodse leiders was een neef van hem. Mijn vader heeft de man net zo lang lastiggevallen tot wij met de trein mee mochten. Het was een riskante stap, want we gaven ons wel over in de handen van de Duitsers.”
Hoe voelt het om gered te zijn terwijl duizenden andere Joden zijn omgekomen?
„Schuldig dat ik de oorlog heb overleefd voel ik mij niet. Ik heb het geluk gehad dat Kasztner er was en dat mijn vader zo vasthoudend was.”
Mede n.a.v. Geschäfte mit dem Teufel. Die Tragödie des Judenretters Rezsö Kasztner. Bericht eines Überlebenden, Ladislaus Löb; uitg. Böhlau, Keulen/Weimar/Wenen, 2010; ISBN 978 3 412 20389 4; 277 blz.; € 27,95.