Hoogleraar Eijffinger: Nieuwe crisis in de maak
OISTERWIJK – Zeker weten doet hij het: „Die dubbele dip komt er absolúút niet. Amerikanen accepteren geen krimp.” Maar voor de langere termijn is de Tilburgse hoogleraar Sylvester Eijffinger wel degelijk somber gestemd. „De kiem van een nieuwe crisis ligt in de aanpak van de huidige.”
Eijffinger kent hem persoonlijk: president Ben Bernanke van de Fed, het Amerikaanse stelsel van centrale banken. En door zijn onderzoekswerk in de VS kent hij óók de centrale bank zelf van binnenuit.
Zonder aarzeling durft de Tilburgse hoogleraar financiële economie daarom de stelling aan dat de breed gevreesde dubbele dip er op korte termijn niet zal komen. „Zeker weten van niet.” Hoewel zo’n terugval volgens Eijffinger (48) noodzakelijk is om alle risico’s en schulden die in de achterliggende jaren zijn opgestapeld bij burgers, banken en bedrijven te laten verdwijnen, zal Bernanke het niet zo ver laten komen. „De Fed doet er alles aan om dit scenario te vermijden. Amerikanen accepteren nu eenmaal geen krimp.”
Voor de langere termijn is de Tilburgse hoogleraar echter wel degelijk somber gestemd. Want de kiem voor een volgende crisis ligt in de aanpak van de huidige, zegt hij. „Om een dubbele dip weg te plooien heeft de Fed heeft de rente tot bijna 0 procent verlaagd en bovendien voor 1700 miljard dollar aan Amerikaanse staatsobligaties opgekocht. Monetair financieren noemen economen dat, wat feitelijk betekent dat ze in Amerika de geldpers hebben aangezet.”
En dat niet zo’n beetje, stelt de Tilburger. „De balans van de Fed is in korte tijd verviervoudigd! En ”as we speak” gaan er in de VS stemmen op om dit opkoopprogramma van staatspapier te verlengen, danwel met nog eens 1000 miljard dollar te verruimen.”
Een paardenmiddel, noemt hij dat. „Het is volstrekt onverantwoord. De aankoop van staatspapier stuwt de prijs van obligaties en drukt daarmee de rente. Maar dat is allemaal slechts tijdelijk. Als de economie in de VS straks weer gaat groeien, leidt deze verruiming van de geldmarkt onherroepelijk tot rap oplopende inflatieverwachtingen en daarmee tot een nieuwe crisis.”
Een centrale bank die pas dán op de rem wil trappen, is veel te laat, zegt Eijffinger. „Het duurt ongeveer anderhalf jaar voordat monetair beleid tot de gewenste reactie leidt. De Fed had daarom allang moeten beginnen met het verhogen van de rente. Een voorganger van Bernanke zei ooit: „Het is de taak van een centrale bank om de drank weg te halen voordat iedereen dronken is.” Maar de Fed laat de drank nu staan. Sterker; ze gooien er alleen maar meer bij.”
Om het gevaar hiervan te illustreren, gebruikt Eijffinger een ”Lucky Luke”-achtig beeld van de cavalerie in het Wilde Westen. „Die worden omsingeld door een bende boeven, de financiële sector, begrijpt u wel. De munitie van de cavaleristen (het rentewapen, MtB) is op en zij hebben alleen nog wat dynamietstaven (de geldpers, MtB) in hun zadeltassen zitten. Dat proberen ze te werpen in de richting van die boeven. Maar het grote gevaar van dynamiet is dat het óók in je eigen gezicht kan ontploffen.”
Een nieuwe crisis is dus de prijs die de mondiale economie onherroepelijk voor het Fedbeleid zal moeten betalen, aldus Eijffinger. „Dit ruime geldbeleid leidt tot een enorme bubbel. Wat zeg ik: een hele badkuip vol bubbels. En ook al doet de Europese Centrale Bank het stukken beter dan de Fed, ook wij zullen hinder ondervinden van een Amerikaanse economische terugval. ”
Dat dergelijke neerwaartse risico’s vaak niet terug zijn te vinden in de economische modellen van instellingen als het Centraal Planbureau (CPB), wijt Eijffinger aan het feit dat „modellenmakers vergeten de beleidsreacties van centrale banken mee te nemen in hun berekeningen.”
En juist die zijn vaak zo bepalend voor de economie. „We maken al honderden jaren financiële crises mee. En uiteraard is de ene iets anders dan de andere, maar in veel gevallen ligt er een verkeerd beleid van centrale banken aan ten grondslag.”
Zoals óók de heftige kredietcrisis van 2008 volgens Eijffinger direct valt toe te schrijven aan het beleid van de voorganger van Bernanke, Alan Greenspan, die de rente veel te lang, veel te laag hield. „De bubbelmachine van Greenspan blaasde maar bubbels en bubbels en bubbels. Daarmee werd een recessie in 2004 voorkomen. Maar het moest natuurlijk wel een keer fout gaan. Al die overliquiditeit manifesteerde zich in allerhande gekke hypotheekschulden. En weet u wat het gekke is: die Amerikanen doen nu gewoon weer hetzelfde!”
Komt-ie wel of niet? Deel 2 in een serie interviews over de (on)mogelijkheid van een nieuwe dip in de economie.