Commentaar: Het grote paaien is begonnen
Nu de drie onderhandelaars Rutte (VVD), Verhagen (CDA) en Wilders (PVV) onderling tot een akkoord zijn gekomen, is het grote paaien begonnen. Want met z’n drieën tot overeenstemming komen is één, de CDA-fractie en het CDA-congres mee krijgen is twee.
De eerste actie ”Paai je achterban” kwam van Verhagen. Hij hechtte eraan onlangs uit te spreken dat het kabinet dat in de maak is geen rechtse, maar een centrumrechtse coalitie is. Die onweerlegbare stelling had vooral één doel: zijn eigen partij, ook de wat linksere delen daarvan, tot een positiever gevoel bij deze coalitie te bewegen.
Maar de ”Paaiprijs 2010” is voor VVD-leider Rutte. Hij maakte de achterliggende weken tweemaal een opmerkelijk gebaar richting het CDA, en dus ook richting de CDA-achterban.
De eerste geste was dat hij VVD en CDA in het kabinet evenveel ministers wil geven, te weten ieder zes. Als het succesvol formeren van een kabinet verband houdt met een houding van elkaar iets gunnen, zoals de Rotterdamse politicoloog Van Schendelen vaak zegt, dan heeft Rutte die tip dus in vergaande mate ter harte genomen.
Want het is voor een partij met 31 Kamerzetels onmiskenbaar een royaal gebaar om een coalitiegenoot met 21 zetels een gelijk aantal ministersposten te gunnen. Het was immers gegeven de huidige krachtsverhoudingen totaal niet gek geweest als de VVD had gezegd: wij zeven, en jullie vijf ministers.
De tweede opmerkelijke geste van Rutte was dat de VVD-voorman enkele dagen geleden voorstelde zijn kabinet aan te duiden als het kabinet-Rutte/Verhagen. Volgens de liberale leider ging dat in het verleden meestal zo.
Complete onzin, natuurlijk. Het eerste kabinet van Lubbers (eveneens een combinatie van CDA en VVD) heette Lubbers I en niet het kabinet-Lubbers/Van Aardenne!
Wat de twee gebaren van de VVD-leider dus vooral laten zien, is dat er de liberalen veel aan is gelegen deze coalitie daadwerkelijk tot stand te brengen. Ze laten ook zien dat Rutte een man is met een grote sociale intelligentie, die op een ontspannen, menselijke wijze politiek wil bedrijven. Geen man van de drie h’s: halen, hebben en houden, maar van: jij wat en ik wat. Wil hij zijn kabinet –als dat er komt– voor langere tijd in het zadel houden, dan zal hij die vredestichtende eigenschap de komende tijd vaker moeten benutten en nog verder moeten uitbuiten.
Een beetje paaien is zo verkeerd nog niet. Een kabinet moet per slot van rekening enig draagvlak hebben, in de Kamer én in de maatschappij. Stevige maatregelen verzinnen en afkondigen is niet zo moeilijk. Maar plannen moeten ook uitgevoerd worden, en niet afstuiten op stug verzet van bijvoorbeeld vakbonden of ambtenarij.
Een politicus die echt iets wil bereiken, moet niet te veel spreken over regeerakkoorden „waar rechts zijn vingers bij aflikt”, maar kan het beter houden bij –zoals Rutte het deze week formuleerde– „ een akkoord waar velen hun vingers bij zullen aflikken.” Politici moeten vanzelfsprekend een rechte koers varen, maar het slim en wervend verpakken van hun boodschap is een vaardigheid die zij evenmin kunnen missen.