Artsen waren het er al over eens dat bevolkingsonderzoek op borstkanker, via een mammografie, bijdraagt aan de vroegtijdige opsporing van tumoren. De ziekte is dan vaak nog goed te behandelen. Wel was er discussie over de vraag of vrouwen boven de 50 jaar er ook baat bij hebben en hoe vaak het onderzoek moet worden gedaan.

In de ene studie zijn Zweedse sterfgevallen door borstkanker van vòòr invoering van bevolkingsonderzoek in dat land (in 1978) en daarna met elkaar vergeleken. Daaruit bleek dat vrouwen van 44 tot 69 jaar die regelmatig zijn onderzocht 44 procent minder kans hadden om aan borstkanker te overlijden dan vrouwen van die leeftijd met borstkanker uit de tijd dat er nog geen screening bestond. Die kans was zelfs nog kleiner bij vrouwen tussen de 40 en 49 jaar.

Volgens de tweede studie, geleid door het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam, lag het aantal sterfgevallen door borstkanker bij vrouwen tussen 55 en 74 jaar twee jaar geleden 20 procent lager dan eind jaren ’80. In Nederland is het bevolkingsonderzoek op borstkanker begin jaren ’90 ingevoerd.