Commentaar: Een nieuwe Britse oppositieleider
Ed Miliband hoeft nu niet meer te zeggen dat hij „de andere Miliband” is. Totdat hij zaterdag leider werd van de Britse Labourpartij, stond Ed (40) in de schaduw van zijn oudere broer David (45). Die was jarenlang de rechterhand van de premier, Tony Blair. Ed werkte ‘slechts’ voor de minister van Financiën, Gordon Brown. En later was David minister van Buitenlandse Zaken, Ed ‘slechts’ van Energie.
Maar sinds zaterdag zijn de rollen omgedraaid. Beide broers –zonen van Joodse vluchtelingen uit Polen– deden mee aan de strijd om het leiderschap in de Britse Labourpartij. Nadat in mei premier Brown was weggestemd, zocht de partij een nieuw gezicht.
Tot eind vorige week werd eigenlijk verwacht dat David Miliband het zou winnen. Maar toch overtroefde zijn jongere broer hem, met een verschil van minder dan 1,5 procent.
De grote vraag is nu welk beleid Ed Miliband voorstaat. Ook gisteravond werd uit zijn speech voor het Labourcongres daarover nog weinig concreets bekend.
In de verkiezingsstrijd werd duidelijk dat hij zich niet wil identificeren met ”New Labour”, de naam die oud-premier Tony Blair de partij in de jaren negentig gaf. New Labour komt neer op een erkenning van het kapitalisme. Dat betekent bijvoorbeeld dat de markt niet mag worden afgestraft voor de financiële crisis. Want die kon alleen fouten maken omdat de overheid het toezicht niet op orde had.
De meer traditionele socialistische richting in Labour –waartoe ook oud-premier Brown hoorde, voor wie Miliband werkte– is veel meer geneigd de staat over de markt te laten domineren.
Miliband heeft ontegenzeggelijk dit linkse profiel. Hij kreeg bijvoorbeeld de steun van de grote vakbonden. Dat is voor een leider altijd heel belangrijk, alleen al omdat 90 procent van het geld van Labour uit de vakbonden komt. Maar met deze steun heeft een leider minder speelruimte om de partij een middenkoers te laten varen.
Als Miliband vasthoudt aan zijn linkse profiel, zal de huidige Conservatieve premier Cameron waarschijnlijk tevreden zijn. Niets is voor hem zo gevaarlijk als een Labourpartij die –zoals onder Blair– naar het midden kruipt. Er zijn tegenwoordig te weinig arbeiders om de verkiezingen mee te kunnen winnen. En de middenklasse vind je niet links, maar in het politieke midden. Daar heeft Blair drie grote stembuszeges mee gehaald.
Over het algemeen kiezen orthodoxe christenen in Groot-Brittannië liever voor de Conservatieven dan voor Labour, omdat er bij de conservatieven meer erkenning is voor christelijke waarden. Huwelijk en gezin zijn bij de Conservatieven beter af dan onder Labour.
Miliband daarentegen is de eerste Labourleider die niet getrouwd is, maar ongehuwd samenwoont. De Britse homobeweging heeft na zijn verkiezing de vlag uitgestoken, omdat hij de kandidaat was die zich het sterkst maakte voor het volledige homohuwelijk.
Het is geen moeilijke keus tussen een leider die het huwelijk in ere wil houden en een die het huwelijk voor homo’s wil openstellen. Kortom, Miliband kan voorlopig beter in de oppositie blijven.