Binnenland

Ruimere regels voor vergunningvrij bouwen

Huizenbezitters die graag bouwen, kunnen hun hart ophalen. Met ingang van 1 oktober verruimt de overheid de mogelijkheden voor vergunningvrij bouwen. Op enkele onderdelen betekenen de nieuwe regels een beperking.

29 September 2010 11:16Gewijzigd op 14 November 2020 11:56
Foto RD
Foto RD

Op dit moment zijn, onder voorwaarden, dakkapellen aan de zij- en achtergevel van de woning, aanbouwen tot een breedte van 2,5 meter en bijgebouwen tot een oppervlakte van 30 vierkante meter vergunningvrij.

Hier en daar hebben de regels voor het vergunningvrij bouwen die in 2002 in werking traden, gezorgd voor strubbelingen, burenruzies en rechtszaken. Maar gemiddeld genomen zijn de ervaringen zo positief dat de regering heeft besloten de vrijheid voor burgers verder te vergroten. In eerste instantie wilde de ondertussen afgetreden minister Cramer van VROM (PvdA) zelfs uitbouwen van 4 meter mogelijk maken en toestaan dat er heel gemakkelijk extra woningen gebouwd mochten worden voor mensen die zorgbehoevende familie wilden verzorgen. Op initiatief van de PvdA en de ChristenUnie heeft de Tweede Kamer daar een stokje voor gestoken. Minister Cramer heeft daarop haar oorspronkelijke plan aangepast en minister Huizinga (ChristenUnie), de tijdelijke opvolger van Cramer op VROM, nam het invoeringstraject voor haar rekening. Aanvankelijk zou de nieuwe regeling in juli dit jaar in werking treden, maar omdat de gemeenten er nog niet klaar voor waren, is dit 1 oktober geworden.

De overheid voert tal van verruimingen voor het vergunningvrij bouwen door ten opzichte van de bestaande regels. Het gaat hier dus om bouwsels die niet zijn toegestaan volgens het bestemmingsplan, maar die toch –zonder vergunning– uitgevoerd mogen worden. Iemand die bijvoorbeeld volgens het bestemmingsplan aan zijn maximale hoeveelheid kubieke meters en/of te bebouwen oppervlakte zit, kan door deze regeling uitbreidingen realiseren. De volgende verruimingen gelden vanaf 1 oktober:

• Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zijn tot nu toe alleen mogelijk bij woningen. Vanaf 1 oktober zijn deze ook toegestaan bij andere hoofdgebouwen op het erf, zoals schuren. Ook supermarkten, kantoren, horeca, bedrijfsgebouwen en boerderijen mogen zonder bouwvergunning hun panden uitbreiden.

• Volgens de huidige regels moeten aan- en uitbouwen binnen de gevelbreedte worden gebouwd. Deze eis vervalt. Het gevolg daarvan is dat bewoners/eigenaren die aan de zijgevel en aan de achtergevel een uitbouw maken, de hoek die tussen de beide aanbouwen overblijft vol mogen bouwen (afbeelding 1).

• Vergunningvrije gebouwen mogen direct bij de nieuwbouw worden gerealiseerd. Tot nu toe was dat niet zo. Niet iedereen hield zich eraan; mede daarom is deze regel gewijzigd.

• Vlaggenmasten, bouwwerken ten dienste van bouwprojecten (keten, steigers en dergelijke), keermuren en hekwerken ter beveiliging van spoorwegterreinen worden vergunningvrij.

• Dakkapellen en dakramen en andere dakopeningen op een dakvlak aan de voorzijde zijn vergunningvrij geworden als een gemeente hieraan geen welstands­eisen stelt. Nu is vergunningvrij bouwen op een voordakvlak altijd verboden. Vergunningvrij bouwen van dakkapellen op daken aan de achterzijde en op daken die aan de zijgevel zitten blijft gewoon mogelijk. Overigens zijn er wel beperkingen voor dakkapellen die zich op een zijdakvlak bevinden dat naar een openbaar toegankelijk gebied is gekeerd.

• De maximale dakkapelhoogte gaat van 150 naar 175 centimeter. Dat vergroot de staruimte in de dakkapel. Bestaande bepalingen over afstand tot de nok en de goot blijven van kracht (afbeelding 2).

• Nieuwe kozijnen, kozijninvulling en gevelpanelen zijn nu vergunningvrij, mits de gevelopening niet wordt gewijzigd. Die beperking vervalt. Daardoor krijgen burgers de mogelijkheid om bestaande kozijnopeningen in achtergevels of zijgevels die niet naar een openbaar toegankelijk gebied zijn gekeerd, te vergroten.

• Nieuw in de regeling is dat bouwwerken voor agrarische bedrijfsvoering, zoals voersilo’s, mestsilo’s en sleuven voor kuilvoer en mest, ook zonder vergunning gebouwd mogen worden.

Aan al deze vergunningvrije aanbouwen/gebouwen is wel een aantal randvoorwaarden verbonden:

• Vergunningvrij bouwen mag alleen in het zogeheten achtererfgebied. De regels van hetgeen een achtererfgebied is, zijn aangescherpt. Zo is een sloot of een ander water naast de woning ook een openbaar gebied geworden (afbeelding 3).

• De oppervlakte van een bijbehorend bouwwerk (schuurtje of iets dergelijks) dat binnen een afstand van 1 meter van een erfgrens is gelegen, mag niet groter zijn dan 10 vierkante meter. Hiermee wil de overheid voorkomen dat er in achtererfgebieden tegen de erfscheiding grote schuren en andere bijgebouwen komen.

• De uit- of aanbouw aan het hoofdgebouw (huis, schuur of loods) mag nooit dieper zijn dan 2,5 meter. Overigens mag de dakrand een halve meter extra uitsteken. De hoogte van de aanbouw mag maximaal 30 centimeter boven de vloer van de bestaande eerste verdiepingsvloer uitsteken en maximaal 4 meter hoog zijn.

• De totale oppervlakte aan bijgebouwen (schuren, tuinhuizen en carports) mag maximaal 30 vierkante meter bedragen, mits het bebouwingspercentage van het erf na realisering van het bijgebouw niet meer bedraagt dan 50 procent.

Overigens blijven de regels voor kippen- en konijnenhokken en broeibakken hetzelfde. Die zijn vergunningvrij als ze niet groter zijn dan 2 vierkante meter en niet hoger dan 1 meter. Hier geldt ook de beperking dat de bebouwing er niet toe mag leiden dat de bebouwde oppervlakte van het erf meer dan 50 procent bedraagt.

Verder is in de regeling voor het vergunningvrij bouwen een nieuwe categorie opgenomen. Dat zijn vergunningvrije bouwwerken die níét in strijd zijn met het bestemmingsplan. Voor deze vergunningvrije bouwwerken hoeft de eigenaar/bewoner dus ook geen bouwvergunning aan te vragen, maar uiteindelijk bepaalt de gemeente wat wel en wat niet mag in het bestemmingsplan. Bouwplannen die tegen het bestemmingsplan zijn, mogen dus niet vergunningsvrij worden uitgevoerd.

Onder deze categorie vallen zaken zoals tenten, tentwagens, kampeerauto’s, caravans en stacaravans. Ook meer permanente bouwwerken voor recreatief nachtverblijf vallen onder deze regeling. Het gaat dan om kleine recreatiewoningen of trekkershutten van steen of hout. Deze mogen maximaal 70 vierkante meter groot zijn.

Op minimaal twee punten zorgt de nieuwe regelgeving voor beperkingen ten opzichte van de bestaande:

• Zonnepalen en -collectoren mogen niet meer aan buitenmuren worden bevestigd. Ze zijn in principe wel vergunningvrij, maar mogen alleen op een plat of schuin dak worden bevestigd.

• Aan- en bijgebouwen die zich aan de zijkant van een woning bevinden die is gekeerd naar een openbare weg of openbaar groen, mogen nu in principe niet. Maar als er een sloot of kanaal tussenzit, mag het wel. Na 1 oktober mag dat niet meer. Openbaar water geldt dan als openbaar gebied en op dat deel van het zij-erf mogen burgers geen aan- of bijgebouwen plaatsen.

Voor deze beperkte hoeveelheid bouwwerken die onder de huidige regeling vergunningvrij waren en straks niet, is een overgangsregeling van kracht. Bouwwerken die in aanbouw waren op het moment van inwerkingtreding van de nieuwe regels mogen worden afgebouwd.

Bewoners van monumenten hebben pech: zij mogen niet vergunningvrij bouwen. Het gaat dan om monumenten die door het Rijk, de provincie of de gemeente als zodanig zijn aangewezen. Inpandig mogen deze bewoners wel vergunningvrij veranderingen aanbrengen.


Vergunningvrij is niet regelvrij

Bij vergunningvrij bouwen zijn de regels uit het bestemmingsplan en de welstandseisen niet van toepassing. Maar vergunningvrij bouwen is niet hetzelfde als regelvrij bouwen.

Iemand die vergunningvrij bouwt, moet wel voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit. Hierin staan regels voor veiligheid, gezondheid en technische eisen (isolatie, constructie en dergelijke) waaraan de verbouwing moet voldoen.

Verder moet iemand die vergunningvrij bouwt zich houden aan het burenrecht uit het Burgerlijk Wetboek. Overleg met de buren is daarom raadzaam.


Lage btw op deel verbouwing

Met ingang van 1 oktober is het lage btw-tarief van toepassing op renovatie en herstel van woningen die ouder zijn dan twee jaar. De maatregel is bedoeld om de bouwsector te stimuleren.

Het lage tarief van 6 procent geldt alleen voor de arbeid en niet voor de gebruikte materialen. Onder renovatie en herstel verstaat de overheid het vernieuwen, vergroten, herstellen of vervangen en onderhouden van delen van de woning. Daaronder vallen dus ook vergunningvrije aanbouwen. Ook voor de arbeidscomponent van het aanbrengen van goederen, zoals een keuken of een cv-installatie, geldt het lage btw-tarief. Het aanbrengen van vaste vloeren (parket, tegels) valt eveneens onder de regeling. Overheadkosten mogen naar evenredigheid over arbeid en materialen worden verdeeld.


Vergunningvrij bouwen onderdeel WABO

De nieuwe regels voor het vergunningvrij bouwen zijn een onderdeel van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO). Deze wet, die ingaat op 1 oktober, regelt dat 1600 formulieren en 26 vergunningen worden ondergebracht in één zogeheten omgevingsvergunning. Daarmee vervallen alle vergunningen die nu nodig zijn voor (ver)bouwen en gebruiken van gebouwen, zoals woningen, schuren en dergelijke. Via het een zogeheten omgevingsloket kan de aanvraag online worden ingediend. De nieuwe wet, waarvoor minister Huizinga van VROM verantwoordelijk is, zorgt voor miljoenen aan lastenverlichting van burgers, bedrijven en overheden. De nieuwe regels voor vergunningvrij bouwen zijn ook in de WABO ondergebracht.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer