Kerk & religie

„Zijn ze ons op de Veluwe niet vergeten?”

Vierhonderd jaar geleden werd de Reformatie in De Langstraat een feit. De Langstraat is een streek in het westen van Noord-Brabant, met Waalwijk als centrale plaats. De in de loop der eeuwen uit elkaar gegroeide kerken in deze regio trekken nu weer naar elkaar toe. „Er is een groeiende behoefte om dingen samen te doen.”

Jan van Reenen
27 September 2010 10:02Gewijzigd op 14 November 2020 11:55
V.l.n.r. Jan Verhagen, Johan van Dijke, Esther Wijnberg, ds. J. ter Maten en Han Verschure. Foto RD
V.l.n.r. Jan Verhagen, Johan van Dijke, Esther Wijnberg, ds. J. ter Maten en Han Verschure. Foto RD

De protestantse kerken in Midden-Langstraat hadden aanvankelijk geen plannen samen stil te staan bij 400 jaar Reformatie. Elke gemeente organiseerde afzonderlijk iets om deze historische gebeurtenis te herdenken. Toen de vertegenwoordigers van de kerken bij elkaar kwamen om de agenda’s op elkaar af te stemmen was de sfeer zo goed dat er spontaan gezamenlijke initiatieven ontstonden. Zo hebben de kerken voor afgelopen Monumentendag samen een kerkenpad georganiseerd.

Op 27 oktober heeft in Waspik een bijeenkomst plaats die in het teken staat van de geschiedenis en waaraan de historici Han Verschure en Mirjam van Veen meewerken. Men overweegt in 2011 een gezamenlijke afsluitende bijeenkomst te houden. De collectes tijdens de herdenkingsbijeenkomsten zijn voor een gezamenlijk doel bestemd, een project van de Inwendige Zendingsbond (IZB) in Eindhoven.

Esther Wijnberg van de commissie ”400 Jaar Reformatie Langstraat” licht toe: „Het idee om dingen samen te doen begint steeds meer te leven. Rooms-katholieken uit mijn omgeving snappen niets van de verdeeldheid tussen de protestantse kerken. Ik vind het fijn dat we als gezamenlijke protestanten kunnen laten zien dat er consensus is.”

Johan van Dijke, lid van het comité ”400 Jaar hervormd ’s-Grevelduin-Capelle”, voegt eraan toe dat er een grote behoefte is om dingen samen te doen en dat psalmberijmingen of Bijbelvertalingen hierbij geen breekpunten zijn. Voor in het boekje van de deelnemende kerken aan het kerkenpad stond bijvoorbeeld een Bijbeltekst in Statenvertaling afgedrukt, Psalm 100:5: „Want de Heere is goed; Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid, en Zijn getrouwheid van geslacht tot geslacht.”

Er is al langer een formele samenwerking tussen de protestantse gemeenten in de Midden-Langstraat, tekent ds. J. ter Maten, eveneens lid van het comité ”400 Jaar hervormd ’s-Grevelduin-Capelle”, aan. Dit loopt volgens hem goed. „In andere kerken dan de onze zitten ook broeders en zusters, zo belijden wij met het Apostolicum. We proberen samen de krimp van de kerk in ons gebied op te vangen en de protestantse kerken een beter gezicht naar buiten te geven.”

De predikant stelt vast dat de kerken in de traditie van de Nadere Reformatie onbedoeld steeds meer versplinterd zijn geraakt. „Haar doel was goed, maar in de strijd voor de rechtzinnigheid is de liefde tekortgedaan. We hebben helaas het gebod van de liefde tot de naaste te veel uit het oog verloren. De desastreuze gevolgen hiervan zijn nog steeds zichtbaar. Broeders en zusters hebben elkaar te snel verketterd en losgelaten.”

Esther Wijnberg wijst erop dat de protestantse kerken elkaar hard nodig hebben. „Er zijn kerken waar weinig jeugd is. In andere gemeenten zijn bijna geen ambtsdragers te vinden. Veel kerkelijke verenigingen hebben het moeilijk. We moeten allemaal onze verantwoordelijkheid nemen.”

Ds. Ter Maten hoopt op een verandering in de reformatorische kerken. „Ze hebben een te negatief imago. Dat hebben ze helaas grotendeels aan zichzelf te danken, doordat ze vooral veel met zichzelf bezig zijn geweest. Mensen die van buiten komen voelen zich dan ook niet zo gemakkelijk welkom.”

De predikant ziet de noodzaak van een nadere reformatie op dit punt. Niet alleen in de protestantse kerken, maar ook in het vanouds traditionele deel van de reformatorische gezindte. „We moeten niet denken in termen van wij en zij, maar we zouden meer midden in de maatschappij moeten staan. Het geheimenis waar Paulus over spreekt moet de wereld in. Er is een nieuwe openheid nodig, waarbij we ons kwetsbaar moeten opstellen om de goede boodschap die we hebben ontvangen uit te dragen. De niet-christelijke wereld is ons gezamenlijke zendingsveld.”

De verhouding met de rooms-katholieken, die vijftig jaar geleden nog beladen was in dit grensgebied tussen katholicisme en protestantisme, is ook veranderd, merkt de predikant in allerlei ontmoetingen met hen.

Jan Verhagen, ook lid van het comité ”400 Jaar hervormd ’s-Grevelduin-Capelle” voegt eraan toe: „We denken wat dit betreft niet zwart-wit.”

Esther Wijnberg: „Toen ik jong was, voetbalden protestanten tegen rooms-katholieken. Tegenwoordig gaan protestanten in Waspik naar een rooms-katholiek koor en omgekeerd.”

Zorg is er over het gebrek aan belangstelling van protestantse medebroeders benoorden de grote rivieren. Johan van Dijke: „In hoeverre zijn we nog in beeld bij de rest van reformatorisch Nederland? Zijn ze ons op de Veluwe niet vergeten? In dit vanouds Hollandse gedeelte van Noord-Brabant was vanouds een reformatorische kerk en die is er nog steeds.”


Vierhonderd jaar Reformatie de Langstraat

Midden-Langstraat is een protestants gebied, omdat het vroeger bij de (protestantse) provincie Holland hoorde. De Zuid-Hollandse dijk ten zuiden van Sprang-Capelle vormde de grens met Brabant. In 1572 ging Geertruidenberg over naar het kamp van de prins van Oranje.

Het omliggende gebied hoorde erbij, maar dat kon niet protestants worden, omdat het er te onveilig was. In de tijd tussen 1572 en 1610 zijn enkele pogingen gedaan tot protestantisering, maar die mislukten. „In het frontgebied had zowel het bisdom als de classis Dordrecht weinig invloed,” zegt historicus Han Verschure. „Het was niet altijd duidelijk of mensen protestants of rooms-katholiek waren. Omdat bisdom en classis het lieten afweten, namen dorpsbestuurders het voortouw om het vacuüm dat ten aanzien van de pastorale zorg bestond op te vullen. Dorpsbesturen benoemden een voorganger die het werk ging doen dat jarenlang door de pastoor was gedaan. Doordat in de dorpen dergelijke benoemingen steeds voor slechts één jaar waren, bepaalden de dorpsbesturen mede de richting waarin een parochie of kerkelijke gemeente zich ontwikkelde. Daarmee werden ze ook in delen van de Langstraat de wegbereiders voor de Reformatie.”

Pas in 1610, tijdens het Twaalfjarig Bestand, stuurde de classis Dordrecht predikanten naar Midden-Langstraat. De bevolking had in de tachtiger jaren van de zestiende eeuw, toen zij moest vluchten vanwege het oorlogsgeweld, al kennisgemaakt met het protestantisme in het Land van Heusden en Altena en dat was de mensen niet slecht bevallen.

De keuze voor het protestantisme of het katholicisme had in veel gevallen weinig te doen met de kerkelijke overtuiging van de mensen, aldus Verschure. „Het ging hen er vooral om dat ze pastoraal goed werden bediend. De protestantisering ging dan ook redelijk vlot, behalve waar de dorpselite niet wilde meewerken, zoals in Waspik. De meeste Hollandse dominees hadden geen zin om naar deze gevaarlijke uithoek van de provincie te gaan en de classis eiste garanties voor hun veiligheid.”

Verschure vermoedt dat de kerkelijke situatie van rond 1630 in de eeuwen daarna bestendigd is. Dat betekende dat Capelle, ’s Gravenmoer en Sprang overwegend protestants bleven en dat in Besoyen, Raamsdonk en Waspik de bevolking in meerderheid rooms-katholiek bleef.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer