Dat blijkt uit onderzoek van de Amerikaanse psycholoog Timothy Jay, hoogleraar aan Massachusetts College of Liberal Arts in North Adams (Verenigde Staten), waarover de Canadese krant Montreal Gazette eerder deze week berichtte.

Jay verzamelde gegevens over het taalgebruik van volwassenen en kinderen in de afgelopen dertig jaar. Daaruit komt naar voren dat nooit eerder zo veel kinderen op vroege leeftijd vloeken en scheldwoorden gebruiken.

„Op het moment dat de kinderen naar school gaan, zeggen ze alle woorden waarvoor we hen op de televisie willen beschermen”, zegt Jay. „Het blijkt dat ze op de leeftijd van 3, 4 jaar al met vloeken beginnen.”

De oorzaak ziet Jay in het taalgebruik van volwassenen. Hij ontdekte dat twee derde van de ouders die thuis een vloek­verbod hanteren, zelf schuldig zijn aan grof taalgebruik. „En bij kinderen slijten die woorden iedere dag een beetje dieper in.” De psycholoog wijst ook op de schadelijke invloed van televisie­programma’s.

Volgens andere wetenschappers gaan ook politici niet vrijuit. „In de Amerikaanse politieke cultuur is sprake van taalverruwing”, constateert Scott Schieman, hoogleraar sociologie aan de universiteit van Toronto (Canada). „Dat schept een klimaat waarin taal steeds agressiever wordt.”

Volgens socioloog Benet Davetian, bijzonder hoogleraar aan de universiteit van Prince Edward Island (Canada), speelt ook de „bemoederende” samenleving een rol. „Het publiek tolereert allerhande onbehouwen uit­spraken. We leven in een therapeutische samenleving, waarin de mogelijkheid van rehabilitatie belangrijk is.”

Jay ontdekte dat kinderen net „kleine stofzuigers” zijn, die alle vuile taal in zich opnemen. En hoewel ze geen ergere vloeken en scheldwoorden zeggen dan vroeger, gebruiken ze hun parate ‘kennis’ wel vaker. „Zodra kinderen kunnen spreken, vloeken ze”, aldus de onderzoeker. „Dat betekent niet dat ze weten wat volwassenen weten, maar ze herhalen de woorden die ze horen.”