Olifant in je achtertuin
Sri Lanka heeft wat met olifanten, al eeuwen. Maar steeds vaker zitten de dieren de mens in de weg. Steeds grimmiger worden de confrontaties.
Rapporten, nota’s, protestgroepen en extra raadsvergaderingen. Wat komt er in Nederland allemaal niet kijken zodra een diersoort in de weg zit, of op het punt staat dat te gaan doen? Kijk wat er gebeurt zodra het over de terugkeer van de wolf gaat, over de vele damherten in de Noord-Hollandse duinen, edelherten in Limburg of opdringerige wilde zwijnen op de Veluwe. Dan staat iedereen op zijn kop, en is Nederland te klein.
Wat zou er gebeuren als hier olifanten rondliepen? Niet een of tien, maar een paar duizend? En niet aan een stevig touwtje, maar gewoon los. Hoe wandelt of fietst dat?
Vraag het de plattelandsbevolking van Sri Lanka, waar tussen de 4000 en 5000 olifanten vrij rondlopen. Sri Lanka telt 21 miljoen inwoners en is slechts anderhalf keer zo groot als Nederland, dus we vergelijken geen appels met peren. Akkoord: Sri Lanka is minder aangeharkt en geregeld – een bocht naar rechts moet je er nog helemaal zelfstandig nemen. Maar toch: vanwege een gestage bevolkingsgroei begint dit landje aan de zuidpunt van India in de richting van dat van ons op te klimmen, met alle problemen van dien. Hoe word je een ontwikkeld land met enkele duizenden olifanten om je heen?
Een van de gebieden waar olifant en mens elkaar behoorlijk in de weg zitten is de omgeving van het Nationaal Park Minneriya, in het noordelijk deel van het land, ten zuidwesten van de havenstad Trincomalee. Parkwachters nemen bezoekers mee in de open laadbak van hun jeep, en crossen met hen een uur of twee door het natuurgebied, waar zo’n 150 tot 200 olifanten leven. Staand in de laadbak heb je een prima uitzicht over de omgeving, al dreigt om de haverklap een acute onthoofding zodra een boomtak laag over de weg hangt.
Enorme hopen uitwerpselen en onwaarschijnlijk grote pootafdrukken kondigen de aanwezigheid van olifanten aan. Na een paar minuten doorrijden blokkeert een groep van zo’n vijftig, zestig olifanten de weg. De dieren zijn bezig met grazen en gebruiken daarbij hun slurf en voorpoten om het korte gras uit de grond te krijgen. We blijven op enkele honderden meters afstand omdat de leidster van de groep, zo laat de parkwachter weten, nog wel eens wil uitvallen naar gemotoriseerde verstoorders.
Het park van bijna 9000 hectare ligt rond een meer dat ooit deel uitmaakte van een gigantisch irrigatiesysteem. Het is om die reden aantrekkelijk voor watervogels. Maar echt beroemd is Minneriya vanwege ”The Great Gathering”, de jaarlijkse trek van honderden olifanten uit de wijde omgeving naar het meer om er tijdens de droge tijd langs de nog vochtige oevers te grazen. In de jungle is dan niets meer te vinden en dan biedt het meer uitkomst. Voor de menselijke bewoners rond het park is de trek minder prettig, omdat de dieren dan dwars door hun dorpen en landerijen banjeren.
Olifant en mens kwamen elkaar al eerder tegen in Sri Lanka. Zodoende is Elephas maximus verdreven uit de vochtige en vruchtbare gebieden in het zuiden van het land, en zit hij nu vooral in de zogenaamde ”Dry Zone” (droge zone) in het midden en noorden. Maar ook daar zit de mens hem op de hielen doordat het areaal aan landbouwgrond uitdijt en bos gekapt wordt. Het gevolg is dat kuddes versnipperd raken en dieren zitten opgesloten in kleine pockets jungle. En dat terwijl een enkele olifant zeker 5 vierkante kilometer aan leefruimte nodig heeft om te kunnen overleven – hij verorbert dagelijks een kleine 200 kilo aan vegetatie.
Confrontaties met menselijke bewoners in het gebied konden natuurlijk niet uitblijven: akkers en rijstvelden bieden immers een aantrekkelijke en gemakkelijke aanvulling op het olifantendieet. In één nacht kan een enkele olifant een complete oogst van een boerengezin vernielen en daar helpen ook de gigantische poten aan mee. In de afgelopen twaalf jaar mag je gerust van een escalatie van het probleem spreken. In die periode werden 672 mensen gedood door olifanten; ruim 1460 dieren werden bij confrontaties afgemaakt. Tussen de vijftig en zestig mensen komen gemiddeld jaarlijks om het leven door de confrontatie met een olifant.
Jayantha Jayewardene, drijvende kracht achter de Biodiversiteit and Elephant Conservation Trust (BECT), een particuliere organisatie in Sri Lanka die de belangen van de olifanten probeert te combineren met die van de mens, denkt dat het met stroomdraad afgrenzen van natuurgebieden waar olifanten leven enig soelaas biedt. Daarnaast adviseert hij boeren om gewassen te verbouwen die snel geoogst kunnen worden: dat scheelt tijd in het bewaken van de akkers. Als boeren ook nog eens het tijdstip van oogsten op elkaar afstemmen, valt er meer samen te werken bij het beschermen. Het bewaken van akkers is een slopende bezigheid, weet Jayewardene. „Nadat ze eerst een hele dag hebben gewerkt, moeten de boeren de hele nacht opblijven om de akkers te beschermen”. Vooral in de droge tijd is dat ook vaak nog tevergeefs omdat de hongerige olifanten zich niet laten afschrikken.
Vertrapt door een indringer
Natuurbeschermers en bestuurders in Sri Lanka hebben er een heuse term voor: ”Human Elephant Confrontation”, afgekort als HEC. Wat dat concreet inhoudt wordt duidelijk uit de incidenten die op de website van de Biodiversity and Elephant Conservation Trust (BECT) staan vermeld. De BECT is een particuliere organisatie in Sri Lanka die de bescherming van de olifanten probeert te combineren met het beschermen van de belangen van de mens. Een greep uit de vele dodelijke incidenten.
„Het slachtoffer was 44 jaar toen hij overleed. Rond 01.00 uur ’s nachts op het moment dat hij zijn akkers bewaakte, zag hij een olifant in de rijstvelden. Toen hij probeerde het dier met vuurwerk te verjagen, kwam de olifant op hem af. De man rende voor zijn leven, maar struikelde in een riviertje, waarna de olifant hem vertrapte.”
„Het slachtoffer liep om 05.00 uur ’s ochtends met haar moeder op de weg om naar een medische post te gaan. Plots verschenen er twee olifanten die op hen afkwamen. De vrouw, die acht maanden zwanger was, werd vertrapt; haar moeder wist te ontkomen, maar liep zware botbreuken op.”
Overigens staan deze dodelijke incidenten niet zomaar op de website van de BECT. De organisatie helpt nabestaanden van slachtoffers aan de nodige financiële middelen. Vooral als een van de ouders is overleden, is steun aan gezinnen bepaald geen luxe. Ruim honderd kinderen, verdeeld over vijftig families, kregen tot nog toe ondersteuning.
Een ander project is het geven van voorlichting op scholen in de olifantengebieden (zo’n 150 scholen). Op die manier probeert de organisatie de bevolking beter voor te bereiden op een samenleven met de olifanten. Inzicht in hun wijze van leven is dan een eerste vereiste.