Opgemerkt
Ontwerp
Jos de Keijzer geeft in de krant van 17 september een goed overzicht van de moderne Intelligent Designbeweging. Hij noemt drie „bewijsgronden” voor ontwerp: niet-reduceerbare complexiteit, complex gespecificeerde informatie en de ”fine tuning” van het heelal.
Het grote probleem van de ID-beweging is dat er geen werkbare definitie bestaat van de beide eerste termen. Wanneer is iets niet-reduceerbaar complex? Zeggen dat iets nooit bij toeval (lees: door evolutie) kan zijn ontstaan, is immers een negatieve uitspraak. Onze kennis van evolutie is onvolledig. Wellicht verschijnt er binnenkort een sluitende evolutionaire verklaring van het ontstaan van de flagel, en wat dan? Is dan het godsbewijs vernietigd? Dat zou toch niet best zijn.
Voor de tweede term geldt iets vergelijkbaars. Tot nu toe heeft de ID-beweging nog geen overtuigend wetenschappelijk onderzoeksprogramma kunnen presenteren, waarin de beweringen over niet-reduceerbare complexiteit of complex gespecificeerde informatie deugdelijk wordt onderbouwd. Tot dat gebeurt, kan ik ID als tak van wetenschap niet serieus nemen.
De fijnafstemming van het universum is een apart verhaal. Ook hier zijn ideeën over bij kosmologen, die overigens behoorlijk speculatief zijn. Maar de crux is: zodra christenen de natuur of het universum aanvoeren als godsbewijs, verplichten zij zich om iedere vorm van wetenschap die dit nuanceert of verwerpt, te bestrijden. Dat is niet productief, want op die manier zitten christenen voortdurend in de verdediging ten opzichte van wetenschap. En het houdt de –volgens mij volstrekt overbodige– oorlog tussen geloof en wetenschap in stand.
Wanneer ik door de natuur loop, dan looft mijn hart de Schepper. Daarvoor is het niet nodig de prestaties van de wetenschap aan te vallen of te ontkennen. Want, om de woorden van kardinaal John Newman (1801-1890) aan te halen: „Ik geloof niet in God omdat ik ontwerp zie, ik zie ontwerp omdat ik in God geloof.”
René Fransen Westhove 14 9301 TG Roden
Pausbezoek
Wat een mensverheerlijking, wat een versmading van de Allerhoogste, en een belediging van Gods alwetendheid. De mens der zonde, de antichrist, verklaart John Henry Newman zalig (RD 16-9), omdat hij tijdens zijn leven zo veel verdienstelijke werken zou hebben gedaan (lees: afvallig geworden van het calvinisme, teruggekeerd tot Rome, geleerde boeken geschreven ter verdediging van de roomse kerk, aanhanger van het darwinisme enz.). Dit is tijdens het bezoek van Benedictus XVI aan Engeland gebeurd. De paus is duidelijk dé antichrist (zie 2 Thess. 2:4).
Gelukkig heeft de Heere voor zijn kinderen een betere hoop op de zaligheid, zie Openbaring 14:13. Wat blijkt hier weer uit dat de leer van de pausgezinden een troosteloze leer is. Welke dienstknecht zal zijn meester blijmoedig dienen en recht liefhebben, die van hem met zekerheid zijn loon niet verwachten kan?
Van ds. Petrus Wittewrongel (1661) zijn de woorden: „Wij zullen de pausgezinden zulk een twijfelachtige hoop niet benijden. Het ware te wensen dat de Gereformeerde Christenheid in hun hoop niet al te veel bedrogen werd. Men zou meer vreugde in de ziel, meer oefening van de godzaligheid bij de mensen en in de christelijke huisgezinnen kunnen vinden, zo het hier niet aan haperde.” Wat een waarschuwing ook voor ons!
Dr. ir. Joh. A. Bunt Nwe. Veenendaalseweg 224 3911 MS Rhenen
Niveau
In het katern Puntkomma bij RD 16-9 staan twee bijdragen met een kwalitatief laag niveau. In zijn bijdrage ”No mosque here!” stelt Lenard Prins dat Wilders geen spreekrecht heeft in de buurt van het New Yorkse Ground Zero. ”Geen woorden, maar daden”, lijkt hij te zeggen, laat Wilders eerst maar eens een constructieve bijdrage leveren aan onze eigen binnenlandse problematiek. Prins heeft daarmee wellicht een punt, maar als je zoiets opmerkt mag toch verwacht worden dat er ten minste een enkele concrete aanzet voor de oplossing van die problematiek zal volgen. Ik zou zeggen, doe Wilders eens wat oplossingen aan de hand! Dit soort reacties is wel erg gemakkelijk.
En jawel, in hetzelfde katern uit Clemens van den Berg weer eens kritiek op de NS. Hij vraagt zich af hoe de bedrijfsstructuur van NS in elkaar zit. Lijkt me niet zo moeilijk, even een briefje naar de NS, en men zal vast wel willen vertellen hoe het bedrijf is opgebouwd.
Of bedoelt hij wellicht het bedrijfsbeleid? Je kunt daarover denken zoals je wilt, maar aangeven dat je uit protest nooit in-, of uitboekt met de OV-chipkaart voor studenten lijkt mij het niet betalen voor een afgenomen product, de treinreis. Wie had ooit gedacht dat dit soort ontboezemingen nog eens in het RD zouden komen!
P. Donia Vennewaard 313 1824 KK Alkmaar