Kerk & religie

Verschillen

Lukas 18:10

24 September 2010 08:29Gewijzigd op 14 November 2020 11:53

„Twee mensen gingen op in den tempel om te bidden, de een was een farizeeër, en de ander een tollenaar.”

De tollenaar zei: Ik kom tot U, o God, als een ellendige en doodschuldige. Ik heb niets wat ik U kan aanbieden. Ik werp mij neer op Uw genade en ontferming in Christus. Het zal vrije genade en enkel goedheid wezen zo ik zalig wordt. Sla maar een oog van genade op mij en het zal mij genoeg zijn. Wees mij genadig, o mijn God, naar Uwer goedertierenheid. Delg mijn overtredingen uit, naar de grootheid van Uw barmhartigheden. Was mij wel van mijn ongerechtigheden en reinig mij van mijn zonden.

Zo toont de tollenaar dat hij hemelsbreed van de farizeeër verschilt. Die zag zich als een grote heilige, deze tollenaar zag zich als een grote zondaar. De farizeeër was opgeblazen, de tollenaar nederig en ootmoedig. De een zoekt zijn zaligheid in zijn burgerlijkheid en godsdienstigheid. De ander in Gods vrije genade en Zijn loutere ontferming.

Nu zal Jezus over dat verschillende gedrag van de Farizeeër en de tollenaar Zijn vonnis vellen. Eerst toont hij wat het gevolg van beider gedrag was. „Ik zeg u…” Ja, Ik, Die de waarheid zelf ben. Ja, Ik, Die deze beide mannen kent en ze beiden nauwkeurig zal onderzoeken.

Johannes Barueth, predikant te Dordrecht (”De farizeeër en de tollenaar”, 1752)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer