Homo-organisatie klaagt over Veenendaalse groothandel
UTRECHT – Heeft de Veenendaalse groothandel in relatiegeschenken Maxgiving in strijd met de Algemene wet gelijke behandeling gehandeld, omdat hij om principiële redenen weigerde voor de Tilburgse homo-organisatie Embrace Pink balpennen te bedrukken voor die club?
Dat was woensdagmorgen de belangrijkste vraag waarover de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) zich boog op verzoek van de Tilburgse homo-organisatie. De commissie gaf beide partijen gelegenheid hun visie in deze zaak mondeling toe te lichten.
Voor Embrace Pink-directeur G. G. B. A. Nijenhuis is het een uitgemaakte zaak dat er verboden onderscheid is gemaakt op grond van seksuele gerichtheid: „Iedereen mag geloven wat hij wil, maar kerk en staat zijn gescheiden en er staat duidelijk in de wet dat niemand mag discrimineren. Dat heeft Maxgiving wel gedaan, want ik had hier niet gezeten als ik voor een hetero-organisatie zou werken. Als ik aan de groothandel had gevraagd om de tekst ”Embrace yellow, omarm geel” op een balpen te bedrukken, was er niets aan de hand geweest.”
Verder vindt Nijenhuis het maar flauw dat de groothandel zijn order heeft geweigerd. „Er staat nergens op zijn website dat sommige teksten niet worden gedrukt op grond van bepaalde opvattingen.”
Na de Embrace Pink-directeur mag de Veenendaalse advocaat mr. J. Eerbeek namens Maxgiving zijn zegje doen. Volgens hem ligt de kwestie toch duidelijk anders dan Nijenhuis suggereert. „De groothandel is aan iedereen bereid bedrukte pennen te leveren, maar alleen met teksten waar men achter kan staan. Als dat niet het geval is, wordt de opdracht geweigerd. Dat is ongeacht de opdrachtgever; of het nu een kerk of een homo-organisatie is.”
Als voorbeeld geeft Eerbeek aan dat Maxgiving onlangs heeft geweigerd voor een klant een aantal poloshirts te bedrukken, omdat de gevraagde tekst volgens de groothandel negatief zou zijn voor kinderen met het syndroom van Down.
Het steekt de advocaat dat de homo-organisatie weinig moeite heeft gedaan om Maxgiving beter te begrijpen. „Nadat de opdracht was geweigerd, vroeg Embrace Pink op de betreffende dag om 10.29 op de eigen website zich af wat die principiële redenen dan precies waren. Maar nog geen minuut later kwam er al een persbericht uit waarin Maxgiving werd beschuldigd van het weigeren van de opdracht en dat er om die reden aangifte zou worden gedaan. Daarmee wekt Nijenhuis de indruk dat het hem vooral gaat om publieke belangstelling voor de kwestie te krijgen.”
Eerbeek gaat een stapje verder. „Ik vraag me in goede gemoede af of Nijenhuis niet beter de hand in eigen boezem kan steken, als ik lees welke reacties hij op de website van Embrace Pink laat staan. Daarin worden christenen voor alles en nog wat uitgescholden. Onbegrijpelijk als je zelf zo hard op het antidiscriminatie-aambeeld wil slaan.”
Commissielid mr. C. A. Goudsmit vraagt zich af of Nijenhuis niet te snel op grond van een telefoongesprek heeft geoordeeld dat de groothandel per definitie opdrachten van homo-organisaties weigert. Nijenhuis: „Het was voor mij helder. Het kan anno 2010 niet zo zijn dat je wordt geweigerd, omdat je een homo-organisatie bent.”
Zou Maxgiving ook een opdracht van Embrace Pink hebben geweigerd als niet de tekst - Fris & Fruitige Foundation voor seksuele diversiteit en homo-emancipatie- was aangeleverd, maar alleen het logo van de organisatie, vraagt Goudsmit? Daar wil directeur C. van Engelenhoven wel zelf op antwoorden. „Het ging ons in dit geval in ieder geval puur om de tekst zelf. Daar willen we geen reclame voor maken, maar ik denk dat niemand van ons bedrijf Embrace Pink anders zou hebben herkend.”
De commissie doet over uiterlijk acht weken uitspraak.