Kerk & religie

Ds. Visser over raketaanvallen

Het is ergens in de tweede helft van augustus. Luchtalarm. Voor de derde keer in een week heeft er een raketaanval plaats.

17 September 2010 10:24Gewijzigd op 14 November 2020 11:49
Ds. P. L. D. Visser. Foto RD
Ds. P. L. D. Visser. Foto RD

De eerste twee keren heb ik er niets van gemerkt; de gepantserde slaapruimte waarin ik mij toen bevond is bijna geluidsdicht. Deze keer gaat het alarm echter midden op de dag, juist als ik in het kantoor van de bedrijfsmaatschappelijk werker ben.

We voeren de voorgeschreven drill (jargon voor protocol) uit en gaan twee minuten plat op de grond liggen. Na twee minuten moeten we ons –overeenkomstig de drill– naar een gepantserde ruimte verplaatsen. De chapel en onze aangrenzende kantoren zijn weliswaar omringd door grote betonnen blokken, maar de daken zijn niet gepantserd. We verplaatsen ons 10 meter verder, naar een beveiligde slaapruimte. Daar brengen we de tijd door met militairen die verveeld rondhangen tot het signaal ”Alles veilig” klinkt. Wij merken niets van inslaande raketten. Onze psycholoog, die op het terras van het restaurant zit, hoort wel één of meer raketten overkomen.

Na de jongste beschieting krijgen we opdracht om ’s avonds en ’s nachts helm, scherfbril en scherfvest te dragen bij verplaatsingen. Er worden grappen gemaakt over toiletteren met het zware en stijve scherfvest, dat met zwarte soldatenhumor ”sterfvest” wordt genoemd. Ook zijn er allerlei ideeën over hoe je ermee zou moeten douchen. Er wordt hier sowieso veel gelachen; het is een manier om met de situatie om te gaan.

Ik ontmoet een nieuwe Amerikaanse collega, predikant van de Christian Reformed Churches in de Verenigde Staten. Hij heeft (net als ik een poosje) gestudeerd aan Calvin Theological Seminary in Grand Rapids. We hebben een geanimeerd gesprek en delen de liefde voor de gereformeerde belijdenisgeschriften. Hij is dominee bij de Special Forces van de Amerikanen, een elite-eenheid die in het geheim werkt. We vergelijken onze werksituatie. Bij hem is het zo dat de meerderheid van de militairen zich christen noemt, hoewel te vrezen is dat dit met weinig diepgang gepaard gaat. Zijn commandant is een betrokken christen, waardoor het klimaat voor zijn werk heel gunstig is.

In onze krijgsmacht lijken slechts weinig mensen belijdend christen te zijn. Kerk en kerkmensen hebben doorgaans ook geen goede naam. ‘Wij’ worden vaak als hypocriet gezien, moralistisch en liefdeloos. De kerkelijke mensen die binnen Defensie werken, laten zich ook lang niet altijd kennen als discipelen van Christus. Lijkt het maar zo, of zie ik het goed dat juist reformatorischen zich meer op de vlakte houden, terwijl evangelischen vaker niet schromen uit te komen voor hun overtuiging? Wat zou het goed zijn als de gereformeerde gezindte een doorleefd geloofsleven combineerde met een wervende levensstijl. Juist in een ‘bedrijf’ als Defensie.

Ds. P. L. D. Visser, krijgsmachtpredikant vanuit de Christelijke Gereformeerde Kerken, is eind juli uitgezonden naar Uruzgan. Regelmatig geeft hij een impressie van zijn verblijf.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer