Synode PKN wordt fors verkleind
LUNTEREN – De generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) is donderdagavond akkoord gegaan met een forse verkleining van de generale synode, die nu 158 leden telt. Hoeveel leden de synode precies gaat tellen, is nog niet duidelijk. Het synodebestuur komt in april met een notitie voor het evenwichtiger vertegenwoordigen van het grondvlak in de synode.
Dat protestantse synode was donderdag voor een extra vergadering bijeen in Lunteren om te beslissen over tal van wijzigingen in de Protestantse Kerkorde (PKO).
Zo stemde de kerkvergadering onder andere in met het afslanken van de generale synode, het afschaffen van de algemene classicale vergaderingen (acv’s) en het verruimen van de maximale termijn die ambtsdragers in kerkenraden mogen dienen van acht tot twaalf jaar. De termijn dat synodeleden in de synode kunnen zitten, wordt verruimd van vier naar vijf jaar.
Het generale college voor de kerkorde had voorgesteld om de algemene classicale vergaderingen te laten vervangen door een classicaal regionaal overlegorgaan. Een tegenvoorstel van ouderling G. G. van Dijk (Delfshaven), om dit overlegorgaan niet in te voeren kreeg echter een meerderheid van de synodeleden achter zich zodat dit orgaan er niet komt.
Ouderling Van Dijk stelde eerder in de vergadering voor het aantal synodeleden niet terug te brengen naar 84, maar naar 100. Hiertoe zou het aantal classes van 75 verminderd moeten worden tot 50 omdat hij wel voorstelde in principe twee afgevaardigden per classis af te vaardigen naar de synode. Als er meer dan 50 classes zijn, stelde hij voor om te kijken naar de omvang van de classis. Een grote classis zou dan twee leden mogen afvaardigen naar de generale synode en een kleinere classis één. Zijn voorstel haalde het niet.
Ook ouderling-kerkrentmeester J. P. Karstens (Leiden) stelde voor om bij het afvaardigen van leden naar de generale synode te kijken naar het aantal kerkleden in een betreffende classis. Nu vaardigen zowel kleine als grote classes hetzelfde aantal ambtsdragers af naar de synode.
Scriba dr. A. J. Plaisier zei dat het probleem van de evenredige vertegenwoordiging van het grondvlak in de meerdere vergaderingen de aandacht heeft van het moderamen. “Er zijn inderdaad kleine classes en heel grote classes. Terwijl ze allebei hetzelfde aantal ambtsdragers mogen afvaardigen naar de synode. Wij willen op dit moment echter, in het kader van de herziening van de kerkorde, niet inzetten op een classicale herindeling.”
Wel deed de scriba de toch wel enigszins verrassende toezegging dat het synodebestuur in april met een notitie komt waarin bekeken wordt hoe het grondvlak evenwichtiger vertegenwoordigd kan worden op de synode. Een mogelijkheid zou, volgens hem, kunnen zijn grote classes te splitsen en kleine classes samen te voegen. Ook heeft de kleine synode nu al de kerkordelijke mogelijkheid om een aantal classes aan te wijzen die een extra afgevaardigde naar de synode mogen sturen. Hoewel classes in principe in de toekomst één ambtsdrager mogen afvaardigen naar de synode, zouden grote classes dan door de kleine synode aangewezen kunnen worden om toch twee ambtsdragers af te vaardigen.
De synode besloot donderdag over wijzigingsvoorstellen in de ordinanties 1 tot en met 5. Volgend jaar komen de ordinanties 6 tot en met 10 aan de beurt. De hele revisie van de PKO moet in april 2012 afgerond worden.