Zaad
Hoelang behoudt het zaad van het Evangelie zijn kiemkracht? In de natuur zijn er soorten zaad die vele decennia kunnen worden bewaard en vervolgens zonder problemen ontkiemen. Enige jaren geleden vond een Nederlandse historicus een hoeveelheid zaad in het Nationaal Archief te Londen. Deze zaadjes hadden meer dan twee eeuwen in het archief gelegen, nadat ze door de Engelsen van een Nederlands schip waren gekaapt. De historicus kreeg toestemming om een aantal zaden te laten ontkiemen. Dat lukte. Er kwam een soort acacia-achtige plant uit. Zaad dat onder een ijslaag is bewaard, behoudt zijn kiemkracht zelfs nog veel langer.
Zou het zaad van het Evangelie minder krachtig zijn? Kan dit zaad decennia of eeuwen verduren, ook als er een dikke ijslaag overheen ligt? West-Europa is het meest geseculariseerde deel van de wereld. Het atheïsme is dé grote vooronderstelling van de westerse cultuur. Toch is juist in dit werelddeel eeuwenlang het zaad van het Evangelie met royale hand gestrooid. Stel je nu eens voor dat dit gaat ontkiemen. Dat er uit die dorre aarde ineens groene scheutjes omhoogschieten!
Het klinkt te mooi om waar te zijn. Toch komt deze gedachte niet uit de lucht vallen. Via een artikel van dr. H. Klink werd ik eens gewezen op het gedachtegoed van de christenfilosoof Jean Guitton. Guitton wijst erop dat er zich in de ziel van een volk en van mensen een onderbewuste laag bevindt die veel dieper reikt dan men doorgaans beseft. In dit onderbewuste van het westerse volk is door de eeuwen heen het zaad van het Evangelie uitgestrooid. Dat betekent dat de westerse mens het christelijk geloof niet zomaar van zich kan afschudden. Het heeft een cultuur geschapen en het denken en doen van vele generaties gevormd. Die band met deze historie kan niet eenvoudig worden doorgesneden, ondanks alle verwoede pogingen daartoe.
Het zaad dat ooit is uitgestrooid, is niet verdwenen. Het ligt er nog, al is het wellicht diep verborgen en leeft men eroverheen. Guitton merkt op dat wat er nu in de volksziel verborgen ligt soms maar hoeft te worden aangeraakt en het begint weer te leven. Soms komt het verrassenderwijs naar boven!
Duidelijk is dat hier niets te organiseren valt. Erop vooruitgrijpen, is roof. Als er iets ontkiemt, is dat een godsgeschenk. We mogen er echter wel op hopen en om bidden. Het zaad van het Evangelie is toch onvergankelijk zaad (1 Petrus 1:23)? En God houdt Zijn verbond tot in het duizendste geslacht.
Deze gedachte bevat een appel op gelovigen, ook als zij een kleine minderheid zijn. Een appel om te volharden en trouw te blijven aan de Bijbel. Als een waakvlammetje. Want stel nu eens dat het gestrooide zaad in Europa ineens gaat ontkiemen en de westerse mens gaat roepen tot Zijn Schepper. Dan moeten er christenen zijn die hun kunnen wijzen op de Weg, de Waarheid en het Leven. Dan moeten zij niet in aanraking komen met een verbasterd Evangelie, maar met het zuivere Woord van God. Daarom moet het vlammetje blijven branden, zodat anderen kunnen worden aangestoken. Daarom behoren wij in woord en daad trouw te blijven aan Gods inzettingen en geen compromissen te sluiten met de wereld.
Eens schreef Dietrich Bonhoeffer vanuit de gevangenis aan een dopeling: „Het is niet aan ons de dag te voorspellen –maar die dag zal komen– dat er weer mensen geroepen worden om zó Gods Woord te spreken dat de wereld eronder verandert en zich vernieuwt. De mensen zullen ontsteld zijn, maar zich gewonnen geven. Tot die tijd zal de zaak der christenen verborgen zijn en stil, maar er zullen mensen zijn die bidden en het goede doen en wachten op Gods uur. Ik hoop dat jij een van hen zult zijn.”
Misschien zat ik vorige week tegenover zo’n christin in een volle trein. Het was een zwarte vrouw die de hele rit duidelijk zichtbaar in haar Bijbeltje las. Ineens verdween haar hand in een handtasje. Ze haalde daaruit een rol snoep. Met een glimlach bood ze alle reizigers naast en tegenover haar een snoepje aan. De verrassing hierover was van de verschillende gezichten af te lezen. Vervolgens las ze rustig door in het evangelie van Johannes.
Misschien is getuige-zijn van Christus wel zo eenvoudig. Zelfs al staan we als Willibrord zonder beschutting op het strand.
De auteur is beleidsmedewerker voor de SGP-fractie in de Tweede Kamer. Reageren aan scribent? gedachtegoed@refdag.nl