Binnenland

Daklozen runnen winkel de Weesfiets

HILVERSUM – Nederlands eerste volledig door dak- en thuislozen gerunde winkel opent donderdag: ”de Weesfiets”. Ruim twintig daklozen doen alle voorkomende werkzaamheden, van reparaties tot verkoop en administratie.

15 September 2010 09:03Gewijzigd op 14 November 2020 11:47
HILVERSUM – Erik Claus voor de volledig door daklozen gerunde winkel ”de Weesfiets” in Hilversum: „Als wij over drie jaar de tent sluiten, gaan we feestvieren. Want dat betekent dat we niet meer nodig zijn.” Foto RD
HILVERSUM – Erik Claus voor de volledig door daklozen gerunde winkel ”de Weesfiets” in Hilversum: „Als wij over drie jaar de tent sluiten, gaan we feestvieren. Want dat betekent dat we niet meer nodig zijn.” Foto RD

De winkel aan de Stroeslaan in Hilversum-Noord is een initiatief van de stichting PakAan Gooi- en Vechtstreek. De organisatie biedt aan zo’n tachtig dak- en thuislozen zogenaamde laagdrempelige dagbestedingsprojecten waardoor ze weer worden gestimuleerd in de maatschappij terug te keren. Hilversum telt op een bevolking van 85.000 inwoners naar schatting 250 dak- en thuislozen.

Volgens coördinator Erik Claus komt het idee om „iets met fietsen te beginnen” uit de doelgroep zelf. „We hadden onder andere al tuinonderhoud, schoonmaakwerk en administratieve taken voor de dak- en thuislozen.”

Een paar jaar geleden gaven de Hilversumse dak- en thuislozen aan ze dat ze wel eens iets anders wilden. „Ze wilden iets met fietsen beginnen. Dat was een prima idee, want fietsen heb je genoeg in dit land. Wij hebben de mogelijkheden onderzocht en zijn toen in 2009 in het klein met reparatie begonnen. Dat gaf de mensen de gelegenheid met fietsen te leren omgaan.”

Daar bleef het niet bij. Claus: „Op een gegeven moment belde de gemeente Hilversum. Bij het station stonden zo’n 450 fietsen weg te rotten. De vraag was of wij er belangstelling voor hadden. Nou, dat hadden we. Voor een symbolisch bedrag gingen de fietsen van de hand.”

De gemeente blijft Claus van tweewielers voorzien. Het gaat om exemplaren die niet van het station worden opgehaald.

Claus sloeg de fietsen op in een leegstaande kerk en ging omkijken naar een winkelpand. „We vonden een winkel in het centrum, maar dat onderkomen was te prijzig. Bovendien zaten we er voor drie jaar aan vast. Moet je voorstellen dat het tegenvalt, dan zit je drie jaar met hoge kosten.” Daarop liet hij zijn oog vallen op het pand aan de Stroeslaan, meer aan de rand van Hilversum.

De naam van de winkel, de Weesfiets, is een idee van Claus zelf. „De fietsen die wij verkopen, hadden geen eigenaar meer en het slaat ook een beetje op de dak- en thuislozen. In zekere zin zijn ook zij wees.”

Wat Claus met hen doet, is de fietsen opknappen en voor een bedrag van 50 tot 200 euro van de hand doen. „De onderdelen die slecht zijn, vervangen we door nieuwe. Veiligheid staat voorop”, aldus Claus. „Nieuwe fietsen hebben we niet in voorraad, maar als iemand er per se een wil hebben, kunnen we die bestellen.”

Het project zorgt ervoor dat ruim twintig dak- en thuislozen dagelijks werk hebben. „In de winkel zijn vier tot zes mensen bezig en in de werkplaats vijftien tot twintig.

Voor het werk krijgen de dak- en thuislozen een vrijwilligersvergoeding van 30 euro per week.” Claus benadrukt: „Vooral van belang is dat deze mensen bezig zijn. Anders zorgen ze misschien voor overlast. Nu zijn ze van de straat.”

Claus weet hoe belangrijk het voor een dakloze is om werk om handen te hebben; hij was zelf tien jaar dakloos. „Ik zat een tijdje met mezelf in de knoop. In die tijd ergerde ik me groen en geel aan het feit dat ik niks mocht doen. Bij de dak- en thuislozen is er aandacht voor zorg en wonen, maar niet voor dagbesteding.”

Volgens Claus heeft de gevestigde orde een verkeerd beeld van deze bevolkingsgroep. „Iedereen denkt dat ze niets willen en altijd dronken zijn en de hele dag lopen te blèren. Natuurlijk, die zitten er ook tussen, maar zeker 70 procent kan naar de maatschappij terugkeren.”

Dat de meerderheid daadwerkelijk naar de samenleving kan terugkeren, ziet Claus voor zijn eigen ogen gebeuren. „Wij hebben uitstroom gecreëerd. Mensen zijn, nadat ze bij ons een opleiding hebben gekregen, weer aan het werk gegaan en weer door de maatschappij opgenomen. Dat is heel bijzonder.”

Voor de inrichting van de winkel schonk het Oranje Fonds 12.500 euro, vertelt Claus. In één adem voegt hij eraan toe dat de doelgroep al dat werk zelf heeft gedaan, van het verlaagde plafond met ingebouwde verlichting tot de stellingkasten langs de gestukte muren.

De mensen die bij Claus in de winkel staan, mogen geen sterke drank of drugs gebruiken. „Ze moeten schoon zijn en zowel verbaal als fysiek niet agressief zijn. Dat kan absoluut niet en accepteer ik ook niet.”

Een wethouder van de gemeente Hilversum zal morgen bij de opening een lintje doorknippen, maar Claus aarzelt te spreken van een feestelijke gebeurtenis. „Als wij over drie jaar de tent sluiten, gaan we feestvieren. Want dat betekent dat we niet meer nodig zijn.”

www.refdag.nl/dakenthuisloos

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer