Stille tijd op de Olijfberg
De toekomst van het Huis op de Berg in Jeruzalem is onzeker. Het beheerdersechtpaar Albert en Esther Knoester en de vier andere medewerkers hebben een stil jaar achter de rug. Door de zogeheten Al-Aqsa-intifada is het aantal bezoekers drastisch teruggelopen. Nederlanders kregen beelden en foto’s van oorlogshandelingen en terreuraanslagen te zien. Velen durfden niet meer naar Israël te reizen. Het werd rustig in het eens zo bedrijvige Nederlandse gastenhuis in Jeruzalem. En dat is het gebleven.
In 1999 boekte het Huis op de Berg 5143 overnachtingen. Vorig jaar liep dat terug naar 4457. Dit jaar waren het er nog geen 1800. Met de terugloop doken ook de inkomsten omlaag. Er is nu eenmaal veel geld nodig om het Nederlandse centrum in Jeruzalem open te houden. De voorzitter van de stichting Huis op de Berg, dr. ir. J. van der Graaf, zei onlangs dat er op korte termijn 2 ton nodig is om het Nederlandse gastenhuis op de Olijfberg draaiende te houden.
Veertien maanden geleden werden de Knoesters in een dienst onder leiding van de Vlaardingse hervormde ds. De Groot uitgezonden naar Jeruzalem. Deze kerkdienst werd bijgewoond door belangstellenden uit diverse kerken en kringen. Een paar dagen voordat de Knoesters in Jeruzalem arriveerden, brak de tweede Palestijnse opstand uit.
Stille tijden
Er waren momenten dat de Knoesters met het team alleen waren. Esther Knoester: „Gelukkig hebben we ons ook in de stille tijden altijd geroepen geweten. En we wisten: roeping brengt niet automatisch gemak met zich mee. Voor het Huis op de Berg brak een woestijnperiode aan. Het was voor ons en het team niet leuk om de ene na de andere groep te zien annuleren.”
De mensen die het huis nog wel bezochten, kwamen vaak uit andere landen, zoals de Verenigde Staten en Indonesië. De Nederlanders die toch nog kwamen, wilden heel bewust in deze tijd naar Israël om solidair te zijn. Albert Knoester: „Soms kwam een enkeling, soms een groep van ruim tien mensen. Het Huis op de Berg bleek ook een ontmoetingsplaats voor Nederlandse vrijwilligers die in Israël werken. Vorige week nog hadden we hier een zangdienst waar dertig mensen aan deelnamen. Een Messiasbelijdende Jood zei eens tegen de gasten: Het is een enorme bemoediging dat jullie komen.”
Deze week kreeg Knoester nog een telefoontje van een vrouw uit Frankrijk die graag met haar man en vier kinderen in het huis de kerstdagen wilde doorbrengen. „Ze zei: Wij komen om jullie te bemoedigen om door te gaan. Ze vroeg helemaal niet of het gevaarlijk was. Mensen hebben ons het afgelopen jaar vaak gevraagd of het gevaarlijk is. Ik kan zeggen dat het op de Olijfberg het afgelopen jaar vrijwel helemaal rustig gebleven. Een enkele keer probeerden een paar jongens herrie te schoppen, maar dezen kwamen van buiten de stad.”
Verlaten rugzak
Natuurlijk, het echtpaar is zich bewust van de spanningen. En van de risico’s. Esther: „Je houdt elkaar toch even stevig vast als een van beiden de stad ingaat. Je neemt bewust afscheid.” Haar echtgenoot vult aan: „Op de Ben Yehoeda-winkelpromenade stond laatst een verlaten rugzak. In Nederland wordt zoiets binnen twintig seconden gestolen. Hier gebeuren heel andere dingen. In een mum van tijd is de straat leeg. De politie sommeerde de mensen weg te gaan. Ze liet de rugzak door een robot onderzoeken. Na een uur werd het sein veilig gegeven. Er is overal veel leger en politie op straat. Je kijkt er niet meer van op als je vanwege een bommelding om moet rijden.”
Toch gaat ook het gewone leven door. Albert Knoester: „We doen gewoon elke dag wat we moeten of willen doen. Wat dat betreft ervaren we het leven in Jeruzalem op dezelfde manier als in andere steden.”
De Knoesters zijn zich ervan bewust dat velen die niet kwamen het huis toch financieel hebben ondersteund. En dat sommigen hun vakantie een jaartje wilden uitstellen. Ze begrijpen ook dat sommigen niet kwamen omdat ze geen verzekering konden afsluiten. Maar, zegt Albert Knoester, de ziektekostenverzekeraars in Nederland dekken doorgaans ziekten die de mensen in Israël kunnen krijgen. Bovendien is het mogelijk in Israël zelf een reisverzekering af te sluiten voor ziekte en ongelukken. Mochten toeristen betrokken raken bij een aanslag, dat staat de regering garant voor de kosten.
Heiland
Het oude Arabische huis op de Olijfberg werd 150 jaar geleden gebouwd. De eigenaars wonen in de Verenigde Staten. In 1989 ging het huidige Huis op de Berg officieel open. Albert Knoester: „Ik denk er regelmatig aan dat onze Heiland hier was en dat Hij hier terug zal komen. We zijn best trots op dit huis, omdat het op een unieke plek staat. Mensen die hier komen, raken vaak diep onder de indruk van Gods beloften voor Israël. Ze gaan bidden voor de vrede van Jeruzalem.”
„Het is triest om te zien hoe de stad van de belofte wordt verscheurd door terreur en haat. Maar ik zie ook hoopvolle tekenen. Ik bezoek regelmatig een Palestijnse Arabische gemeente. Daar heerst de gedachte dat de kerk in plaats van Israël is gekomen. Maar men probeert toch eerlijk met de vraag om te gaan wat de Bijbel over Israël zegt. Laatst werd een Joodse voorganger uitgenodigd. Samen met de Palestijnse voorganger bad hij voor de bescherming van hun volken. Zo heeft God het bedoeld en zo zal het worden.”
De Nederlandstalige kerstdienst in de Schotse kerk in Jeruzalem is dit jaar vervallen. Daarvoor in de plaats ging Knoester voor in een Nederlandstalige/Engelse dienst in de Barachakerk in Bethlehem. Het is voor de kinderen in het Nederlandse kindertehuis Jemima in Beit Jala gemakkelijker om naar Bethlehem te gaan dan naar Jeruzalem.
Leiding
Hoe nu verder? „We leven nu met de dag”, zegt Esther Knoester. „De toekomst van het huis is onzeker. Als het zo doorgaat, moet het bestuur binnen een halfjaar een beslissing nemen over wat er moet gebeuren. Daarmee bestaat ook onzekerheid over onze toekomst. Maar daar maken we ons geen zorgen over. Als dit huis moet sluiten, zal Hij ons verder leiden.”
Albert Knoester: „We hopen dat het huis nog lang onder het beheer van de stichting Huis op de Berg kan blijven. Dat elke dag de Nederlandse driekleur op de Olijfberg wappert, als teken van onze liefde voor Israël en voor het Joodse volk. Maar wil dit huis open blijven, dan zal het toch vol moeten stromen. Zo niet, dan zal op een gegeven moment het bestuur het moeilijke besluit nemen het Huis op de Berg definitief te sluiten. Welke vlag er dan op het dak van dit unieke plekje komt te wapperen, kunnen we waarschijnlijk wel raden.”