EU krijgt kleiner deel van de koek
DEN HAAG – Het aandeel van de Europese Unie in het wereldwijde bruto binnenlands product (bbp) neemt sterk af. Vooral Brazilië, Rusland, India en China lopen rap in op de gevestigde Europese economieën.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) legt daar de vinger bij in de dinsdagmorgen verschenen publicatie ”De Nederlandse economie in 2009”.
Sinds 1980 is het aandeel van de EU in de mondiale economische koek gedaald van 30 naar 21 procent, vooral ten gunste van Brazilië, Rusland, India en China, ook wel de BRIC-landen genoemd. Hoewel het nationaal inkomen per inwoner in deze landen nog steeds relatief laag is, stijgt het in snel tempo.
De komende jaren zullen, aldus het CBS, vooral de verschillen in bevolkingsopbouw gevolgen hebben voor de groei in de diverse landen. Zo zal de vergrijzing in de meeste Europese landen zorgen voor een tekort aan arbeidskrachten en verder oplopende zorguitgaven. Die zorgkosten zijn nu al aanzienlijk. Volgens het CBS bedroegen ze in 2009 circa 15 procent van het bbp.
Het CBS publiceerde vanmorgen ook nieuwe cijfers over de ontwikkeling van de productie in de Nederlandse industriesector. Die bleek in juli (met een min van 0,1 procent) voor de derde maand op rij te zijn gedaald. Dat zou erop kunnen duiden dat de industriesector terecht is gekomen in het scenario van een zogenoemde dubbele dip, waarbij de economie na een korte fase van herstel opnieuw terugzakt.
CBS-econoom Michiel Vergeer gaf desgevraagd aan de terugval in de industrie niet verontrustend te vinden. „Ik heb geen reden om aan te nemen dat de groei er nu uit is.” Ten opzichte van juli vorig jaar noteerde het CBS een plus in de industriële productie van 6,6 procent.
De Nederlandse economie kromp in 2009 met een historische 3,9 procent. Twee derde van de krimp kan worden verklaard door een teruggevallen export.