Het is voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog dat Australië een minderheidsregering krijgt. De 48-jarige Gillard heeft de steun van politici buiten haar eigen partij nodig omdat Labor geen meerderheid haalde bij de verkiezingen van 21 augustus.

Labor kreeg evenveel zetels als het conservatieve blok van de Liberale en Nationale Partij van oppositieleider Tony Abbott. Na eerder al de steun van een groene en onafhankelijke parlementariër te hebben gewonnen kreeg ze dinsdag nog twee onafhankelijke volksvertegenwoordigers achter zich: Tony Windsor en Rob Oakeshott. Voordat ze tot hun keuze kwamen, voerden ze lange gesprekken met zowel Gillard als Abbott. Eerder op de dag koos een derde onafhankelijke parlementariër nog partij voor Abbott. Ruim een uur later maakten Windsor en Oakeshott bekend Gillard te zullen steunen.

Labor deed in ruil voor de steun onder meer de toezegging miljarden extra in de regio’s te gaan investeren. Gillard zei dat haar nieuwe regering politieke hervormingen en transparantie hoog in het vaandel zal dragen. Ook beloofde ze forse investeringen in onder meer onderwijs en gezondheidszorg en effectieve maatregelen tegen de klimaatverandering. Verder riep ze de oppositie op „constructief” samen te werken met de nieuwe minderheidsregering.

Oppositieleider Abbott van de Liberale Partij zei dat hij „effectieve oppositie” gaat voeren tegen de minderheidsregering van Gillard. Hij liet weten niet uit te zijn op nieuwe verkiezingen op korte termijn. Volgens hem heeft het volk er geen trek in snel weer naar de stembussen te moeten gaan.

Gillard is pas sinds juni leidster van Labor. Ze volgde toen partijgenoot Kevin Rudd op als premier. Rudd lag in de aanloop naar de verkiezingen van augustus onder vuur door een aantal omstreden besluiten, onder meer over een belasting voor de mijnsector.