Justitie denkt dat Scholten zich door Van den Nieuwenhuyzen heeft laten omkopen. Hij zou 1,2 miljoen euro hebben gekregen in ruil voor de garanties, waarmee Van den Nieuwenhuyzen leningen bij banken kreeg. Toen in 2004 bleek dat RDM de leningen niet kon terugbetalen, werden banken voor ruim 100 miljoen euro gedupeerd, aldus het OM. In 2005 deden de gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf Rotterdam aangifte tegen Scholten.

Scholten zei niet te hebben gedacht dat Van den Nieuwenhuyzen de garanties echt zou gebruiken. En toen hij dat wel deed, dat RDM wel zou terugbetalen. „Het voelde niet alsof ik hem echt geld had gegeven”, zei Scholten dinsdag tegen de rechtbank in Rotterdam.

De verdachte zegt dat hij de garanties heeft gegeven om Van den Nieuwenhuyzen ervan te weerhouden onderzeeboten te leveren aan Taiwan. Scholten vreesde volgens eigen zeggen dat China dat niet zou accepteren en dat de Rotterdamse haven daaronder zou gaan lijden. Ondanks een verbod van het ministerie van Economische Zaken duikboten of techniek daarvoor aan Taiwan te leveren, zei Scholten zeker te weten dat Van den Nieuwenhuyzen zou doorzetten. Met de bankgaranties wilde de havenbaron hem stoppen en tegelijk compenseren. De Nederlandse overheid had een verzoek om compensatie van Van den Nieuwenhuyzen al afgewezen.

Het OM gelooft de lezing van de verdachte niet. Niemand anders deelde de angst van Scholten voor een Chinese boycot, aldus justitie. Bovendien was er volgens het OM geen discussie meer mogelijk of Van den Nieuwenhuyzen mocht exporteren. Nederland had immers al gezegd dat RDM geen exportvergunning voor Taiwan zou krijgen.

De rechtbank zet de zaak dinsdag voort.