RIVM zoekt dode vossen
BILTHOVEN (ANP) – Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) vraagt jagers van wildbeheereenheden in de grensstreek om dode vossen bij die instelling in te leveren. Het instituut wil driehonderd dode vossen hebben om te controleren of een of meer van deze dieren besmet zijn met de vossenlintworm. Mensen die eitjes van de vossenlintworm binnenkrijgen, kunnen daar zeer ernstig ziek van worden.
Het RIVM stelde jaren geleden al vast dat in Groningen en Zuid-Limburg vossenlintworm voorkwam. Een inwoner van Kerkrade heeft een besmetting opgelopen. Destijds is besloten het onderzoek langs de grens met Duitsland tussen oktober en maart 2010/ 2011 te herhalen in het gebied van Drenthe tot en met Noord-Limburg. In dat gebied zijn destijds geen besmette vossen gevonden, maar het RIVM vermoedt dat de besmetting zich wel heeft uitgebreid. Jagers die een dode vos vinden, moeten het dier niet met de blote handen aanraken, het kadaver verpakken in twee zakken en een koerier van het RIVM bellen om de vos op te halen.
Een vos die besmet is met vossenlintworm verspreidt eitjes van de worm via zijn ontlasting. Sporen van de vossenlintworm kunnen zodoende voorkomen op paddenstoelen, bramen en bessen. De vacht van honden en katten kan in het bos besmet raken, terwijl de dieren ook door het eten van kleine knaagdieren een besmetting kunnen oplopen. Mensen kunnen honden en katten in een besmet gebied beter niet aaien. Bij mensen uit de vossenlintworm zich als alveolaire echinococcose, blaasvorming in het lichaam, maar het kan wel 5 tot 15 jaar duren voor de besmetting aan het licht komt. Tegen die tijd zijn lever en andere organen al vaak zo ernstig aangetast dat de patiënt overlijdt.
Omdat een menselijke besmetting met vossenlintworm zo ernstig is, houdt het RIVM in de gaten waar zich eventueel besmette vossen bevinden. Vossenlintworm komt in Oostenrijk, Oost-Frankrijk en Zuid-Duitsland vaker voor en dieren met de ziekte zouden de grens kunnen passeren. Het RIVM adviseert jagers die ook in bijvoorbeeld de Belgische Ardennen of het Duitse Zwarte Woud schieten om goede voorzorgsmaatregelen te nemen.