De aardbeving had plaats op een diepte van 10 kilometer op ongeveer 30 kilometer van Christchurch en werd op het zuidelijke eiland van Nieuw-Zeeland bijna overal gevoeld. Ook waren er een aantal naschokken, waarvan de zwaarste een kracht had van 5,7 op de schaal van Richter.

Volgens de Aardbevingencommissie kan de schade oplopen tot 2 miljard Nieuw-Zeelandse dollar (1,1 miljard euro). In Christchurch zijn gevels omgevallen, waardoor auto’s zwaarbeschadigd raakten en wegen werden geblokkeerd. „Dit treft elke familie, elk huishouden. De klap op onze infrastructuur, op de waterleidingen, de bruggen, de stroomvoorziening is heel groot geweest”, zei de burgemeester van Christchurch.

Twee mensen zijn zwaargewond opgenomen in het ziekenhuis. Een werd geraakt door een omvallende schoorsteen, de tweede sneed zich in glas. Minister van Noodtoestanden John Carter toonde zich na de aardbeving opgelucht. „Ik denk dat we heel blij mogen zijn dat er geen doden zijn gevallen. Gezegend zelfs”, verklaarde Carter.

Volgens bewoonster Colleen Simpson zijn veel mensen uit angst de straat opgegaan en is het netwerk voor mobiele telefonie uitgevallen. „Er is vlak voor mij een hele rij huizen verwoest”, zo meldde zij aan de lokale krant.