De raad van aartsbisschoppen van de Anglicaanse Kerk concludeert op basis van het rapport dat een substantieel deel van de leidinggevende geestelijken in de kerk onvoldoende theologisch niveau heeft. En dat ondanks de diverse jaren die men aan een theologisch college heeft doorgebracht. De aartsbisschoppen missen bij veel priesters het bewustzijn dat de Bijbel op verschillende manieren kan worden uitgelegd. Ook is er volgens hen sprake van een „laag niveau als het gaat om historisch inzicht in de kerkelijke traditie, liturgie en dogmatiek” en zijn priesters niet in staat om theologisch te reflecteren op het eigen ambtelijk functioneren.

Volgens het rapport wordt het tijd dat de parochies meer gaan doen aan continue theologische training. Sommige kerkprovincies zijn weliswaar succesvoller in het aanbieden van cursussen dan andere, maar het algemene minimumniveau van bijbelkennis moet hoger komen te liggen, aldus de opstellers. „Tegenwoordig hoeven kandidaten die priester willen worden, minder te weten dan hun voorgangers. De meesten zijn minder goed geschoold in Schrift en traditie dan de vorige generatie.”

Canon Gordon Oliver, verbonden aan een kerkelijke opleiding in Rochester en begeleider van het onderzoek, noemt de situatie „heel ernstig.” Hij zegt dat bijna de helft van degenen die toetreden tot de geestelijke stand ouder dan dertig jaar is en slechts twee jaren van de drie jaar durende opleiding heeft afgerond. „Kan de Kerk van Engeland tevreden zijn met het feit dat er steeds minder afgestudeerde mensen priester worden?” Volgens Oliver heeft de kerk te lang genoegen genomen met minimale eisen. Andere critici wijzen erop dat juist de opleidingen te veel aandacht besteden aan maatschappelijke bewustwording en te weinig aan dogmatiek en liturgiek.

De opstellers van het rapport doen aanbevelingen om de educatieve standaard van de theologische opleidingen omhoog te krikken. Naar verwachting zal het stuk op de anglicaanse generale synode van juli worden besproken.