Opinie

Mediabeleid van kerken nodig

Met veel aandacht worden verslagen, noem het maar reportages, gelezen van diensten in buitenlandse kerken. Wanneer uit het verslag ook enige herkenning blijkt, gebeurt dat zelfs met genoegen.

W. B. Kranendonk
3 September 2010 11:32Gewijzigd op 14 November 2020 11:39

Zo hebben lezers van deze krant in de loop van de jaren met grote belangstelling kennisgenomen van uitgebreide artikelen over diensten bij Strict Baptists in Engeland, samenkomsten van baptisten in Rusland en van avondmaalstijden bij de Free Presbyterians in Schotland.

Evenzo brengen kerkelijke bladen verslagen van diensten. Soms zijn ze zakelijk, als het bijvoorbeeld gaat om een intrede- of afscheidsdienst. Soms zijn ze meer sfeerbeschrijvend als het een dienst op het zendingsveld betreft. In beide gevallen trekken ze de aandacht en heeft niemand er problemen mee.

Dat wordt een slagje anders als schrijvers van buiten de eigen kerkelijke kring zich, met pen en papier in de aanslag, onder de prediking zetten. Als ze vooraf toestemming vragen aan de kerkenraad wordt die geweigerd.

Vragen de schrijvers geen toestemming en gaan ze gewoon als mystery guest in de bank zitten, dan liggen ze na publicatie van hun verhaal onder een spervuur van kritiek van kerkgangers. Zij voelen zich genomen en vinden dat hun onrecht is aangedaan. Journalisten zijn dan insluipers die in het geniep hun werk doen.

Dat laatste wordt nogal eens versterkt doordat de waarnemingen van de seculiere journalist soms karikaturaal zijn. Ambtsdragers en kerkgangers voelen zich op die manier weggezet. Begrijpelijk.

Daarbij moeten kerkgangers wel bedenken dat niet alles direct bedoeld is als vijandschap. Voor een journalist die groot geworden is met popmuziek en harde beat is het een vreemde gewaarwording om het gedragen psalmgezang uit duizend kelen te horen. Dat hij daarover iets schrijft, hoeft niet te verbazen. Evenzo zal hij opkijken als de predikant een zangerige preektoon aanslaat. Ongetwijfeld komt daarover ook een opmerking in de reportage.

Journalisten begrijpen lang niet altijd wat er in een dienst gebeurt. Hun geschrijf getuigt soms van grote onkunde. Om maar een voorbeeld te noemen: als een journalist met een volstrekt onkerkelijke achtergrond bij het begin van de dienst een rij mannen in zwarte pakken ziet binnenkomen, weet hij niet dat deze heren niet allemaal hetzelfde ambt bekleden. Dat kan tot misverstanden leiden in zijn artikel. En dit is nog maar een kleinigheid.

Buiten de deur houden

Kerk- en pastoriedeuren blijven nogal eens gesloten voor de seculiere pers. Weinig kerkenraden geven een journalist voluit toestemming om van de dienst een reportage te maken. Op zichzelf is dat overigens wel vreemd. Een kerkdienst is een openbare godsdienstoefening. Iedereen mag dus binnenkomen, als hij zich tenminste houdt aan de regels. Anders gezegd: wanneer een journalist een verslag wil maken, kan niemand hem tegenhouden.

Bij een verzoek om toegang tot de consistorie of de pastorie ligt dat anders. Dat zijn geen openbare ruimten. Wil een journalist die betreden, dan vangt hij nogal eens bot. Soms is de achtergrond dat predikanten en ambtsdragers zelf vervelende ervaringen hebben met het journaille. Soms doen ze dat vanuit de gedachte dat ze als kerkelijke voorgangers geen boodschap hebben aan de seculiere media. Niet zelden is de reactie op een vraag van een persvertegenwoordiger: „Geen commentaar.”

Meer openheid gevraagd

Toch is het niet verstandig om altijd nee te verkopen als vertegenwoordigers van de media aan de deur kloppen. Er worden tal van misverstanden over de gereformeerde gezindte rondgepompt, die met een toelichting van een predikant of ambtsdrager uit de wereld geholpen kunnen worden.

Niet elke vraag om informatie borrelt op uit vijandschap. Er is ook oprechte belangstelling of verbazing. Wanneer in tijden van ontkerkelijking her en der in het land megakerken verrijzen, roept dat bij niet-christelijke media vragen op. Het is niet verstandig daar niet op in te gaan.

Bedacht moet ook worden dat 
de samenleving opener is geworden. Veel informatie is op allerlei wijze beschikbaar. Kerken doen daar ook aan mee. Hoeveel kerkdiensten zijn tegenwoordig niet via scanners te beluisteren? Of kerken het nu leuk vinden of niet, feit is dat er via internet en Twitter hele discussies worden gehouden over preken en kerkelijke aangelegenheden. Vaak kan iedereen daar kennis van nemen. Kortom, alles binnenshuis houden, lukt gewoon niet meer.

Vertellen wie je bent

Kerken doen er goed aan zich te bezinnen op de omgang met de media. Zwijgen is geen optie meer. Beter is desgevraagd informatie te geven; uit te leggen om verdere misverstanden te voorkomen.

Natuurlijk behoeven kerkenraden niet op alle vragen antwoord te geven. Soms is zwijgen beter dan spreken. Maar bijvoorbaat de lippen op elkaar houden is onverstandig. Dan heb je geen enkele invloed op de informatie die wordt verspreid.

Vanzelfsprekend is het ook verstandig dat kerkenraden regels stellen over wat er wel en niet kan. Beeld- of geluidsopnamen tijdens een kerkdienst maken is storend. Dat daar geen toestemming voor komt, is goed verklaarbaar. Bovendien leven er vanouds nogal wat bezwaren tegen het maken van opnamen op zondag.

Waarbij wel kan worden opgemerkt dat in veel jubilea- of fotoboeken foto’s zijn opgenomen die seculiere fotografen op zondag maakten van bijvoorbeeld het volle kerkplein van de Boezem­singelkerk in Rotterdam of van ds. P. Honkoop uit Kampen die na de dienst de kerk verlaat. Achteraf was dat kennelijk minder bezwaarlijk.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer