Onbekwaam
Een mens die dood is, is niet bekwaam om tot iemand te komen. Hij kan niets bewegen. Een onbekeerd mens is zonder geestelijk leven dood in de zonde. Met een hart van steen is hij onbekwaam om een rechte indruk van Jezus te ontvangen.Gelijk de Heilige Schrift aan de ene zijde spreekt van de totale onbekwaamheid van de mens, zo leert zij aan de andere zijde dat alle bekwaamheid uit God is. Wij lezen dat God het hart van Lydia opende, dat zij acht nam op datgene wat door Paulus gesproken werd. De mens begrijpt de dingen van God niet, staat in de tekst. Hij is zo verblind in zijn verstand en oordeel, zo verdorven in zijn wil en een slaaf van de zonde, dat hij niet kan komen, tenzij dat de Vader hem trekke. Een mens die in een gevangeniscel zit, hij gaat, hij staat, hij loopt van de ene hoek naar de andere en terug. Hij blijft evenwel in de gevangenis.
Zo is het ook hier bij een natuurlijk mens. Hij zondigt vrijwillig en keert zich van Christus af. Wat hij ook doet, hij blijft in de gevangenis. Tenzij hij krachtig uit deze kerker wordt getrokken door een sterke arm, zoals Petrus door de engel uit de gevangenis werd verlost. De ketenen vielen af, de deuren gingen vanzelf open en Petrus was verlost.
Florentius Costerus, predikant te Hoorn (De geestelijke mens, 1687)