„Andere lading voor verbod godslastering”
OXFORD – Het verbod op godslastering begon ter bescherming van God, gaf daarna bescherming aan religieuze gemeenschappen en geeft inmiddels bescherming aan individuele rechten.
Dat zei hoogleraar interreligieuze studies Oddbjorn Leirvik van de universiteit van Oslo zaterdag in Oxford op de conferentie over religie in het publieke domein. Een in het oog springend onderwerp was godslastering. Leirvik kruiste over dat thema de degens met de emeritus hoogleraar godsdienstfilosofie Henk Vroom van de Vrije Universiteit in Amsterdam.
Door de veranderde positie van het verbod op godslastering moeten –ironisch genoeg– moslims zich zodoende op dezelfde rechten beroepen als homoseksuelen. Prof. Vroom gaf aan dat hij niet tegen een verbod op godslastering is, ook als dit een slapend wetsartikel is, omdat er wel een signaalfunctie vanuit gaat. Hij vindt het belangrijk dat er ruimte is voor kritiek tussen groepen die een andere visie hebben op het goede, tenminste als er daadwerkelijk gecommuniceerd wordt. Dat bevordert uiteindelijk de cohesie van de samenleving en dus is het in het belang van de staat om ruimte te houden voor kritiek.
Tegelijkertijd hield Vroom het publiek voor dat christenen anderen niet voor de rechter zouden moeten dagen vanwege godslastering. Het feit dat Jezus Christus werd gedood vanwege „godslastering” zou ons heel voorzichtig moeten maken om zo met anderen om te gaan, willen we leesbare brieven zijn van deze Christus.
Vroom definieerde godlastering als grove belediging van wat mensen voor heilig houden. Op de vraag of ook Wilders aan blasfemie doet, antwoordt hij onomwonden ja. Wat het nog verergert, is dat Wilders er niet op uit lijkt moslims te overtuigen; evenmin wil hij met hen in discussie. Wilders bedrijft vooral propaganda, aldus Vroom.
In aansluiting op de thematiek over godslastering vond er een paneldiscussie plaats over de vrijheid van religie. De rooms-katholieke emeritus hoogleraar Roger Trigg van de university of Warwick ging daarbij in debat met de protestantse hoogleraar Elisabeth Gräb-Schmidt van de universiteit van Tübingen. Beide sprekers baseerden het recht op godsdienstvrijheid op de natuur van de mens.
De stellingname van beide sprekers werd door de vele deelnemers aan het debat danig op de proef gesteld. Is het niet voldoende als we recht op vergadering en vrijheid van meningsuiting hebben? Volgens Trigg niet: omdat religie zich als een onafhankelijke grootheid naast (niet onder) de staat prestenteert, is de vrijheid van godsdienst de enige vrijheid die kan voorkomen dat een staat totalitair wordt. Bovendien zal het schrappen van het recht op godsdienstvrijheid als afzonderlijk recht er in de praktijk toe leiden dat het door andere rechten verdrongen wordt. Prof. Trigg benadrukte tevens het belang van vrijheid voor religieuze instituties. Maar wat dan als een homoseksueel het niet eens is met het standpunt van de kerk? Volgens Trigg heeft hij altijd de vrijheid de kerk te verlaten. Hij uitte zijn zorg over de groeiende acceptatie van vrouwen als priesters.
Drs. S. Polinder woonde samen met ds. G. A. van den Brink een conferentie bij over religie in het publieke domein in Oxford (Engeland). Samen doen zij verslag. Vandaag deel 2. Deze week, tot slot, een interview met christenfilosoof Nicholas Wolterstorff.