Religie in Oxford
„Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren.” Vergeving is het hart van het christelijk geloof. Tegelijk roept het vragen op. Moeten wij altijd anderen vergeven? Maakt vergeving straf overbodig? Is vergeving in strijd met rechtvaardigheid? Op een conferentie van de European Society for Philosophy of Religion (ESPR) ging de bijna 80-jarige christenfilosoof Nicholas Wolterstorff op deze vragen in.
In de schitterende binnenstad van Oxford vindt momenteel de tweejaarlijkse conferentie van de ESPR plaats. De ongeveer honderd bezoekers, ondergebracht in het 13e-eeuwse Merton College, buigen zich vier dagen lang over de rol van religie in het publieke domein. De verhouding van wetgeving en godsdienst komt ter sprake, evenals het recht op godsdienstvrijheid, de plaats van religie in een multiculturele samenleving en de vraag of godslastering verboden kan worden.
De eer om de openingslezing te houden, is verleend aan Nicholas Wolterstorff. Wolterstorff is een Amerikaanse filosoof in de reformatorische traditie. Samen met Alvin Plantinga heeft hij baanbrekend werk verricht ten dienste van de christelijke apologetiek. Daarnaast houdt hij zich al zo’n 35 jaar bezig met het thema gerechtigheid. Naar zijn zeggen is dit een thema waartoe hij geroepen is – „in de klassieke protestantse zin van roeping.” Door de apartheid in Zuid-Afrika en de toestand van de Palestijnen in het Midden-Oosten besloot hij zich in het thema gerechtigheid te verdiepen. Het was intrigerend om deze man te horen: verbazend snel van geest, scherpzinnig, overtuigd christen en in staat om met grote intellectuele kracht zijn argumenten naar voren te brengen.
Wolterstorff richtte zich in zijn lezing op de vraag naar de verhouding van vergeving en gerechtigheid. De middeleeuwse theoloog Anselmus stelde dat de gerechtigheid aan de vergeving vooraf moet gaan: er is alleen plaats voor vergeving als aan de gerechtigheid is genoeggedaan. De verlichtingsfilosoof Immanuel Kant stelde dat straffen de enige manier is om gerechtigheid te oefenen. Zonder straffen zou het onrecht worden vergoelijkt. Wolterstorff nam in zijn lezing afstand van deze visie. Het is niet noodzakelijk te straffen. Onrecht kan ook worden vergeven, zonder dat daarmee het misdrijf zou worden vergoelijkt. Ook dan wordt het onrecht veroordeeld. Volgens Wolterstorff is er dus niet een, maar zijn er twee manieren om op onrecht te reageren: straffen en vergeven. Of er in een concrete situatie gekozen wordt voor straffen of voor vergeven, hangt van allerlei omstandigheden af. Zo is berouw bij de dader een noodzakelijke voorwaarde om te vergeven.
Wolterstorffs benadering houdt wel in dat beide manieren van omgaan met onrecht elkaar wederzijds uitsluiten: het is of straffen, of vergeven. Daarom maakte hij aansluitend onderscheid tussen gedeeltelijk vergeven en volledig vergeven. In geval van volledige vergeving vindt er geen enkele straf plaats. In de gebroken, zondige toestand op aarde kan er slechts sprake zijn van gedeeltelijke vergeving.
Ds. G. A. van den Brink doet verslag van een conferentie over religie in het publieke domein, deze week in Oxford (Engeland). Maandag deel 2.