Duisburg herdenkt synode 1610
DUISBURG – Het is 7 september 400 jaar geleden dat in Duisburg de eerste protestantse synode voor het Rijnlandgebied werd gehouden. Donderdag is tijdens een persbijeenkomst het programma gepresenteerd voor de herdenking van dit belangrijke kerkhistorische feit.
Van 4 tot 12 september wordt uitvoerig stilgestaan bij de synode van 1610, die tot vandaag zijn sporen nalaat in het kerkelijke leven in het Duitse Ruhrgebied en omgeving.
Op 4 september vindt in de oude Salvatorkerk van Duisburg een bijzondere synode plaats van de Evangelische Kerk in Rijnland (EKR). De deelnemers staan stil bij de grondgedachten van de synode van 1610.
Voorafgaand aan de buitengewone synode vindt een herdenkingsdienst plaats, waarin naast de preses van de EKR, Nikolaus Schneider, ook de Nederlandse predikant ds. J.-G. Heetderks voorgaat, als vertegenwoordiger van de Protestantse Kerk in Nederland. De kerk in het Rijnlandgebied had aan het begin van de 17e eeuw nauwe banden met de gereformeerde kerk in de Nederlanden.
Van 7 tot en met 9 september staan wetenschappers in Duisburg tijdens een congres stil bij de betekenis van de synode en de ontwikkeling van de protestantse kerk in Ruhrgebied.
In het Kultur- und Stadthistorisches Museum Duisburg gaat 5 september een expositie over de synode van start. De tentoonstelling is tot 31 oktober te zien. Een deel van de expositie zal daarna een rondreis maken langs verschillende kerken die deel uitmaken van de EKR.
Voor de EKR zijn tijdens de feestweek een tv-kerkdienst en activiteiten voor de jeugd en scholen erg belangrijk, zo zei preses Schneider gisteren. Alle activiteiten vinden plaats onder het motto ”Wir sind so frei” (Wij zijn zo vrij).
De synode van Duisburg is bijzonder omdat daar voor het eerst in de Duitse geschiedenis niet de landsheren, maar de predikanten en ouderlingen de lijnen uitzetten, zo stelde Schneider gisteren. „Er mocht ook niets besloten worden dat niet in overeenstemming was met de gedachten van de gemeenten.” Deze presbyteriale inrichting van de kerk „straalde uit op heel de kerk in Duitsland en zelfs daarbuiten, tot op de dag van vandaag toe”, aldus Schneider.
De EKR-preses benadrukte gisteren het belang daarvan. „De leiding van de kerk ligt daardoor bij de levende gemeente en uiteindelijk is het Christus die daarboven staat”, zo zei hij in zijn toelichting, waarin hij de aansturing van kerk afzette tegenover die van de Rooms-Katholieke Kerk.
De synode van Duisburg legde ook de basis voor het instellen van diakonale zorg door de kerk. De synodeleden spraken verder uit dat de kerk scholen moest oprichten om het onderwijs op grond van de Bijbel en ook de Heidelberger Catechismus gestalte te geven. „De Evangelische Kerk heeft altijd scholen gehad. Dat grondprincipe geldt nog steeds.”
De EKR wil tijdens de speciale synode op 4 september nadenken over de vraag wat de besluiten van 1610 „voor nu betekenen.” Aan het einde van de dag zullen de deelnemers een verklaring ondertekenen zo is het plan. Thema’s die daarin terugkomen, zijn tolerantie en godsdienstvrijheid. „Vreemdelingen moeten een plaatsje krijgen in kerkelijke gemeenten, vinden wij als kerk. Verder moeten vreemdelingen met een ander geloof hun eigen godsdienst kunnen behouden.”
Met de synode van Duisburg maakte de Rijnlandse kerk zich in 1610 ook los van de kerken in Nederland, lichtte Schneider gisteren toe. Tot dan toen waren de Duitse kerken onderhorig geweest aan de Nederlandse.
Bij de voorbereidingen van de synode vervulde de Nederlandse predikant Johannes Fontanus (1545-1615) een belangrijke rol. Samen met de theoloog Abraham Scultetus (1566-1624) bereidde hij de komst van de synode voor. Fontanus was enige tijd predikant in Arnhem en veldprediker van Johan Casimir, die voor Willem van Oranje vocht. Later was hij ook veldpredikant van prins Maurits, de zoon van Willem van Oranje.