Ds. Quant: We zijn soms scherper verdeeld dan nodig
Hij is de predikant met de meeste synode-ervaring. Negen keer nam ds. D. Quant deel aan de landelijke vergadering van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK), de laatste keer als preses. Hij blikt vooruit op de synode van 2010, die morgen in Huizen begint.
De agenda is minder vol dan drie jaar geleden. „De synode sprak toen lang en intensief over het al dan niet vrijgeven van de Nieuwe Bijbelvertaling”, zegt ds. Quant (59), predikant van de roepende kerk van Huizen. „Ik verwacht dat we nu sneller klaar zullen zijn.”
De predikant denkt dat veel kerkleden benieuwd zullen zijn naar het studierapport over homofilie. De synode zal dit rapport bespreken en vervolgens een kerkelijke uitspraak doen over homoseksualiteit en homoseksuele relaties. „Dat klinkt misschien wat afstandelijk en kil. Toch zal een diepe, pastorale toon niet mogen ontbreken. Een dergelijke uitspraak kan niet zonder een Bijbels-principiële en pastorale toelichting waaruit blijkt dat we oog en hart hebben voor homoseksuele broeders en zusters. Dit is een onderwerp dat alle plaatselijke kerken aangaat. Als een bepaalde gemeente geen weet heeft van homoseksuele leden, dan moet de kerkenraad zich maar eens afvragen hoe dat kan.”
Ds. Quant verwacht dat de bespreking over het al dan niet vrijgeven van de Herziene Statenvertaling (HSV) in de kerken veel minder stof zal doen opwaaien dan die over de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) in 2007. De synode besloot toen na intensief overleg het gebruik van de NBV „met klem” te ontraden – tegen de zin van een aantal afgevaardigden. „De Statenvertaling neemt al een belangrijke plaats in onze kerken in, dus over de HSV verwacht ik geen ophef. Verder heeft de particuliere synode van het oosten al veel voorwerk gedaan door de HSV steekproefsgewijs te beoordelen.”
„Toenemende zorg” is er over de theologische universiteit van de CGK, in Apeldoorn. „Als kleine universiteit is het onmogelijk om alleen het hele wetenschappelijke veld te overzien. We zullen daarom steeds meer samenwerking moeten zoeken met de Theologische Universiteit Kampen van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. De kerken hoeven de komende jaren geen revolutie te verwachten, maar we zullen ons wel diepgaand moeten bezinnen op de vraag hoe we aan de eisen van inhoudelijke kwaliteit en geestelijke diepgang –die de overheid en de kerken ons stellen– kunnen blijven voldoen.”
Een ander punt van zorg, zegt ds. Quant, is de emeritikas. „De dekkingsgraad van landelijke pensioenfondsen moet minimaal 105 procent zijn; bij ons ligt de dekking van de emeritikas ergens tussen de 40 en de 50 procent. Als de synode niets doet, komen we in grote problemen. Het kan niet anders of de eigen bijdrage van kerkleden zal geleidelijk omhoog moeten.”
De Christelijke Gereformeerde Kerken zullen zich de komende maanden ook moeten uitspreken over deelname aan de nationale synode, die op 10 en 11 december in Dordrecht plaatsvindt. De CGK is gevraagd een delegatie van 25 personen te sturen. „Een dergelijk initiatief ligt in kerkelijk Nederland uitermate gevoelig. Als de één een stap doet, doet de ander een tegenstap. Ik heb er daarom voor gepleit de term nationale synode te laten vervallen, omdat die misverstanden oproept. Inhoudelijk gaat het immers om een platform, niet om een synode die besluiten neemt en allerlei zaken gaat regelen. Dat de bijeenkomst in Dordrecht wordt gehouden, maakt het allemaal nog mistiger.”
Een steeds terugkomend agendapunt –sinds 1965– is de eenheid met kerken van gereformeerd belijden. Zo zal de synode voor de vraag komen te staan van kanselruil met de Hersteld Hervormde Kerk (HHK). Ds. Quant, voorzichtig: „Als de uitspraak positief is, betekent dat echter niet dat direct alle kansels voor elkaar opengaan. Ook de Hersteld Hervormde Kerk zal zich daarover moeten uitspreken.”
Dat de plaatselijke samenwerking met Gereformeerde Bondsgemeenten niet zo wil vlotten, verbaast hem. „Ik begrijp dat eerlijk gezegd niet. Vrijwel geen enkele gemeente gebruikt de opening die de synode al zes jaar geleden heeft gegeven. Deputaten kerkelijke eenheid worstelen daar ook mee, zo blijkt uit hun rapport. Ze willen duidelijkheid.”
Over de samenwerking met de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) en de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK) leven nog steeds veel vragen, weet ds. Quant. De synode zal zich bijvoorbeeld buigen over het al dan niet afvaardigen van gereformeerd vrijgemaakte of Nederlands gereformeerde ambtsdragers uit de samenwerkingsgemeenten naar een classisvergadering. Nu mogen zij alleen als waarnemer aanwezig zijn.
Wat de komende maanden in ieder geval níét aan de orde zal komen, is het zogeheten federatief groeimodel met de GKV. De synode sprak in 2007 uit dat de kerken het geleidelijk aan toegroeien naar een federatie met de GKV „op dit moment niet kunnen dragen.” Ds. Quant: „Dan zou het niet wijs zijn om dit onderwerp weer op de agenda te zetten. Op dit punt zit er een stuk pijn in het kerkelijk leven. Een deel van de gemeenten wijst nauwere samenwerking met de vrijgemaakten af, een ander deel juicht dat juist toe.”
Ds. P. Roos stelt in het jongste nummer van het CGK-blad Bewaar het Pand dat de generale synode niet zonder meer het gezicht of het boegbeeld van de kerken is.
„Ik vind het een wonderlijk artikel. Hij duidt bijvoorbeeld de synode aan als de hoogste kerkelijke vergadering, terwijl ze de bréédste kerkelijke vergadering is. We worden niet, zoals in de Rooms-Katholieke Kerk, van bovenaf geregeerd. De plaatselijke kerken bepalen de agenda van de synode.”
Hij denkt even na. „De synode kán natuurlijk besluiten nemen waar niet iedereen achter staat. Maar om dan te zeggen dat het grondvlak er heel anders uitziet dan de synode… Dat komt op mij wat bevreemdend over. Ik ben er stellig van overtuigd dat de synode er verhoudingsgewijs niet heel anders zou uitzien als de afvaardiging zou worden bepaald door de grootte van een gemeente. En al zou een bepaalde kerkelijke groep onder- of oververtegenwoordigd zijn op de synode: we denken in de kerk niet in groepen. We ontmoeten elkaar op basis van Schrift, belijdenis en kerkorde; niet op grond van een Bijbelvertaling of psalmberijming. Dát zou pas vervreemdend werken op het grondvlak.”
De Christelijke Gereformeerde Kerken zijn soms scherper verdeeld dan nodig, aldus ds. Quant. „Bij sommige kwesties, zoals de vrouw in het ambt, is duidelijkheid nodig: dit doen we, hier houden we ons aan. Maar soms is dat niet nodig. Over vertalingen en berijmingen mag verschillend worden gedacht. De CGK moeten hun kracht in de prediking zoeken. Dáárin moeten we elkaar herkennen, daarin worden mensen voor Christus ingewonnen.”
Ds. Quant leidt vanavond in Huizen een bidstond voor de synode. Hij zal preken over 1 Korinthe 4:4b: „…maar die mij oordeelt, is de Heere.” „Ik heb drie jaar kunnen nadenken over die keuze. Met deze tekst wil ik duidelijk maken dat we als synodeleden voor Gods aangezicht staan. Dat Hij oordeelt, geeft een diep geestelijke ernst aan het synodewerk. Maar het geeft ook ontspanning. De afgevaardigden mogen alle „bijgeluiden” van kerkleden, kerkenraden en classes achter zich laten. De wetenschap dat de Heere oordeelt, bindt hen aan Hem en vervolgens zo ook positief aan elkaar. Dan kunnen er nog mooie dingen op de synode gebeuren.”