Beleidsplan nodig na fusie van PKN
Voor de toekomstige Protestantse Kerk in Nederland (PKN) is een beleidsplan voor de plaatselijke gemeente van groot belang, met name om de identiteit van de gemeente te waarborgen. Dat stelde drs. P. J. Vergunst, algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond, woensdag in Putten tijdens een studiedag over gemeenteopbouw.
De dag was georganiseerd door de Gereformeerde Bond in samenwerking met het Instituut voor Gemeenteopbouw en Theologie uit Ede. Op 7 november vorig jaar werd deze studiedag ook belegd; maar omdat de dag toen overtekend was, werd deze gisteren nogmaals gehouden.
Vergunst stelt dat volgens de kerkorde van de verenigde kerk de vrijheid groot is om de zaken volgens eigen identiteit uit te voeren, maar ze moeten wel vastgelegd worden in een beleidsplan. Zo kan de gemeente zaken regelen als verkiezing van ambtsdragers (alleen belijdende leden), op welke wijze de kerkenraad vergadert (niet publiek), wie aan het avondmaal mogen deelnemen (geen kinderen, alleen belijdende leden) en het beheer van vermogensrechtelijke aangelegenheden.
De gemeente kan verder bepalen wat de aard van prediking is, welke bijbelvertaling gebruikt wordt en welke liederen gezongen worden. „Er is alle ruimte om voluit gereformeerd te zijn in de toekomst, maar dat moeten we wel in een beleidsplan opnemen”, benadrukte Vergunst. Feitelijk schrijft de hervormde synode al vanaf begin jaren negentig zo’n beleidsplan voor.
De bijzondere aandacht voor het kind en de jongere was het hoofdaandachtspunt van de workshop van ds. W. Marcus, voorzitter van de HGJB. Tijdens de bespreking blijkt de noodzaak om het kind en de jongere aan te spreken in hun eigen taal, zonder de gemeente op te splitsen in aparte groepen. Maar kinderen horen er bij en vooral de vervreemding na zestien jaar is sterk, stelt ds. Marcus vast. In kindernevendiensten ziet hij weinig, wel moet het beeld van de ”kerk is erg” bij jongeren verdwijnen. Het directe aanspreken is nodig omdat ook de reclame zich direct op hen richt.
Ds. Marcus wijst vooral op de betekenis van de doop. Hij ziet daarin Gods betrouwbare toezegging van Zijn genade, „waardoor we verlangen en verwachten de wedergeboorte en bekering van onze kinderen.”
Kinderen worden eerder wereldwijs gezien de grote verleiding van uitgangsleven en seksualiteit. „Kinderen hebben het veel moeilijker dan toen wij jong waren.” Ook drank oefent een geweldige aantrekkingskracht uit en is een van de redenen waarom jongeren zich van het kerkenwerk losmaken.