Terug naar het grote verhaal
Dat niet-christenen in het Westen steeds minder weten van de Bijbel, ligt voor de hand. Maar ook onder christenen neemt het „Bijbelse analfabetisme” toe. Er zijn echter initiatieven om het tij te keren.
Bijna alle Amerikanen hebben een Bijbel, en de grote meerderheid van hen vindt de inhoud ervan erg belangrijk, zo blijkt telkens weer uit opinieonderzoeken in de Verenigde Staten. Maar als gevraagd wordt naar wat er dan in de Bijbel staat, vallen de resultaten aanmerkelijk negatiever uit. Zo wist in een recente steekproef van onderzoeksbureau Gallup slechts de helft van de respondenten een van de vier evangeliën te noemen, kon een derde zeggen wie de Bergrede heeft uitgesproken en waren de meesten niet in staat Genesis aan te wijzen als het eerste Bijbelboek.
Opmerkelijker is nog dat belijdende christenen zich in hun Bijbelkennis nauwelijks onderscheiden van niet-christenen. In het tijdschrift Modern Reformation begin dit jaar illustreert David R. Nienhuis, docent Nieuwe Testament aan Seattle Pacific University, het probleem aan de hand van zijn studenten. Aan het begin van zijn colleges waarin hij een overzicht geeft van de Bijbel, test hij altijd de Bijbelkennis van zijn studenten – 95 procent van hen is christelijk en ruim de helft is aangesloten bij een evangelicale gemeente. Vooral als de studenten belangrijke gebeurtenissen uit de Bijbel op een rijtje moeten zetten, gaan ze massaal de mist in. Bij de meest recente test wist slechts 23 procent de intocht in Israël, het koningschap van David, de splitsing van het rijk en de ballingschap in de goede volgorde te noemen. Bij vier gebeurtenissen uit het Nieuwe Testament –de doop van Jezus, Petrus’ verloochening van Jezus, Pinksteren en het visioen van Johannes op Patmos– slaagde 32 procent erin om het goede rijtje aan te geven.
Over de toenemende onkunde over de Bijbel wordt door christenen gelukkig niet alleen geklaagd, er zijn er ook die in de tegenaanval gaan. Een van hen is Emmanuel Kampouris, een gepensioneerde zakenman die leiding heeft gegeven aan een miljardenbedrijf. Een van de middelen in zijn strijd tegen de „plaag” van het Bijbelse analfabetisme is de website Bible Mesh (biblemesh.com), die deze maand is gelanceerd.
Via Bible Mesh kun je voor 50 dollar een cursus volgen over ”Het Bijbelse verhaal”. In 24 lessen verdeeld over zeven „tijdperken” (De schepping, de aartsvaders, Mozes, Israël, na de ballingschap, Jezus, de kerk) wordt een overzicht geboden van de heilshistorische lijn van Genesis naar Openbaring. Met behulp van de nieuwste onlineleertechnieken kan een cursist zichzelf toetsen, zijn vorderingen bijhouden en zijn ervaringen delen met andere cursisten.
Het is duidelijk dat voor de site kosten noch moeite gespaard zijn. De mogelijkheden van de nieuwe media worden volop benut. Bij elke les zijn er korte artikelen met uitleg en afbeeldingen, animaties en video’s over het onderwerp beschikbaar. Tientallen Bijbelgetrouwe theologen hebben meegewerkt aan het project, onder wie prominente reformatorisch georiënteerde evangelicalen als Tim Keller, Mark Dever, Joshua Harris, Philip Ryken en Albert Mohler. Er wordt gewerkt aan vertaling van de site in zeven talen.
Ook in Nederland is het nodig om het grote verhaal van de Bijbel weer onder de aandacht van christenen te brengen. Dat is tenminste de ervaring van ds. Jasper Klapwijk. De gereformeerd vrijgemaakte predikant uit het Groningse Winsum ontwikkelde een cursus om Bijbellezers te helpen de grote lijnen in het Woord van God te ontdekken. Het cursusmateriaal is inmiddels gepubliceerd in boekvorm. ”Het goede nieuws van het Oude Testament” verscheen in 2008 bij Buijten en Schipperheijn, een jaar later gevolgd door ”Beter nieuws uit het Nieuwe Testament”.
De wortels van de cursus liggen op Curaçao, waar ds. Klapwijk als zendingswerker betrokken was bij een gemeentestichtingsproject. „Met name nieuwe gemeenteleden met een rooms-katholieke achtergrond hadden een grote achterstand in Bijbelkennis”, legt hij uit. „Daarom ontwikkelden we een cursus waarbij je in een aantal stappen de hele Bijbel doorloopt.”
De Groningse predikant keerde in 2003 naar Nederland terug met de „naïeve instelling” dat zo’n cursus voor gemeenteleden hier overbodig zou zijn. Tot zijn verbazing trok een cursus Oude en Nieuwe Testament die hij Winsum organiseerde voor belijdende leden honderd belangstellenden, van wie vijftig van buiten zijn eigen gemeente. „En dat terwijl twintig mensen tegenwoordig al veel is voor een cursus voor belijdende leden.”
Ook in andere gemeenten waar ds. Klapwijk de cursus gaf, was er veel belangstelling. Inmiddels organiseert het Centrum Dienstverlening Gereformeerde Kerken trainingsdagen waarop ds. Klapwijk andere predikanten en kerkelijk werkers uitleg geeft hoe ze zelf de cursus kunnen geven.
Over het algemeen is het met de Bijbelkennis onder christenen in Nederland niet veel beter gesteld dan in Amerika, denkt de vrijgemaakte predikant. „Tegenwoordig doen nog maar weinig mensen systematisch aan Bijbelstudie. Overal waar mensen met de Bijbel bezig zijn, tot in de prediking toe, is het hapsnapwerk, om het een beetje lelijk te zeggen. Daardoor valt een stuk begrip weg en blijf je steken in aansprekende passages en mooie teksten.”
Mensen die zijn cursus volgen, reageren doorgaans heel enthousiast, is de ervaring van ds. Klapwijk. „„Ik heb de Bijbel leren lezen”, hoor ik vaak. De cursus is voor de deelnemers ook een stimulans om zelf Bijbelstudie te doen.”
De Bijbel heeft een lijn van begin naar eind, benadrukt de predikant. „Wat ik steeds meer ga ontdekken, is dat het verlossingsverhaal van de Bijbel pas goed kan landen als je de Bijbel als een verhaal leest, en niet als een losse verzameling uitspraken en teksten. De verhaallijn in de Bijbel is: hoe komt God tot Zijn bedoeling met deze wereld, die door de zonde vernield is? Het middelpunt van de lijn is wat Hij in Jezus Christus gedaan heeft. Als je een Bijbelgedeelte niet betrekt op Jezus Christus, heb je de kern gemist.”
Je plek vinden in Gods verhaal
Als iemand vroeger in het Westen ongelovig was, was hij meestal een ‘christelijke’ ongelovige: de God in Wie zo iemand niet geloofde was de God van de Bijbel. In de huidige cultuur is dat niet langer zo. Dat betekent dat christenen ook niet meer kunnen evangeliseren zoals vroeger, vindt de Amerikaanse nieuwtestamenticus D. A. Carson, die ook voorzitter is van The Gospel Coalition, een platform van reformatorische evangelicalen. Als de evangelisatieboodschap niet staat in het kader van het „grote verhaal” van de Bijbel, zal deze niet overkomen in een cultuur waarin de kennis van de Bijbel grotendeels is verdwenen, zo betoogt hij in zijn in 1996 verschenen boek ”The Gagging of God” (God gekneveld).
In zijn deze maand verschenen boek ”The God Who is There” (”De God Die er is”, uitg. Baker) werkt Carson dat praktisch uit. ”Finding Your Place in God’s Story” (”Je plek vinden in Gods verhaal”), zo luidt de ondertitel. Op de omslag prijkt een aanbeveling van de bekende New Yorkse predikant Tim Keller: „Zorg dat je dit boek hoe dan ook in handen krijgt!”
Carson, die bij de lezer geen enkele kennis van de Bijbel vooronderstelt, begint bij Genesis 1 en 2, wat het scheppingsverhaal leert over Wie God is en wie de mens is. In het volgende hoofdstuk staat hij stil bij Genesis 3 en het probleem van de mensheid: God heeft het doodsvonnis over ons uitgesproken vanwege onze zelfgekozen opstand tegen God. Wat wij dus vóór alles nodig hebben, is verlossing en verzoening met God.
De lijn door het Oude Testament gaat verder via het verbond met Abraham, de wetgeving, de offerdienst en het koningschap. Regelmatig trekt Carson de lijnen door naar het werk van Christus. Aan de hand van passages uit het Johannesevangelie bespreekt hij de menswording van Jezus (1:1), de wedergeboorte (3:1-15) en Gods liefde (3:16-21). Op dezelfde manier komen de rechtvaardiging, de kerk en de heiliging aan de orde aan de hand van gedeelten uit de brieven van Paulus. Het boek sluit af met hoofdstukken over Gods oordeel (Openbaring 14) en de nieuwe hemel en de nieuwe aarde (Openbaring 21-22).