Opstelten moet Eerste Kamer raadplegen bij formatie
De beoogde coalitie van CDA en VVD met gedoogsteun van de PVV kan niet rekenen op een vruchtbare samenwerking met de Staten-Generaal, stelt Niko Koffeman. Informateur Opstelten moet daarom eerst gesprekken met de fractievoorzitters in de Eerste Kamer voeren, alvorens verslag uit te brengen.
„De spoedige vorming van een stabiel kabinet van CDA en VVD dat met steun van de PVV kan rekenen op een vruchtbare samenwerking met de Staten-Generaal.” Zo luidde de opdracht van Hare Majesteit aan informateur Opstelten.
Van Opstelten is bekend dat hij over vele talenten beschikt, variërend van het besturen van steden, via het voorzitten van een politieke partij tot het presenteren van televisieprogramma’s. Maar de nu aangenomen opdracht lijkt een innerlijke tegenstrijdigheid te bevatten die nauwelijks te overbruggen valt.
De woorden ”stabiel” en ”rekenen” verdragen zich niet met elkaar in combinatie met de genoemde partijen, in het bijzonder waar het gaat om de positie van de PVV. De PVV is zeker tot juni 2011 niet vertegenwoordigd in de Eerste Kamer, waarmee ernstig betwijfeld moet worden of het voorgestelde rechtse kabinet vruchtbaar zal kunnen samenwerken met de Staten-Generaal. Te gemakkelijk wordt vaak aangenomen dat de opstelling van de Eerste Kamer een zo veel minder politieke kleuring zou kennen dat bij het onderzoeken van een vruchtbare samenwerking met de Staten-Generaal een onderzoek naar de verhoudingen in de Senaat achterwege kan blijven. De Eerste Kamer maakt doorgaans inhoudelijke afwegingen en zou als ”chambre de reflection” geen gevaar hoeven vormen voor een stabiel kabinet.
De huidige situatie is echter gecompliceerder dan ooit tevoren het geval was. In een situatie waarin twee politieke machtsblokken elkaar getalsmatig in wisselende verhoudingen nipt in evenwicht houden (35 zetels voor VVD en CDA, 40 zetels voor de overige partijen), liggen de ”balancing votes” bij de SGP, ChristenUnie, Onafhankelijke Senaats Fractie (OSF), fractie-Yildirim en de Partij voor de Dieren.
Gelopen race
Tijdens het laatste kabinet-Balkenende maakte de ChristenUnie deel uit van de coalitie en opereerde die partij in nauwe samenwerking met de SGP. Ze koos ervoor loyaliteit aan de coalitie zwaar te laten wegen en daardoor drukte de doorslaggevende stem in de Eerste Kamer in de afgelopen periode niet heel zwaar op kabinetsbesluiten. Het overgrote deel van alle wetten vormt voor een stabiele coalitie in de Eerste Kamer een gelopen race.
Die situatie zou substantieel anders komen te liggen voor de nu te onderzoeken coalitie. Waar de SGP heeft laten weten „onder voorwaarden” gedoogsteun te willen overwegen voor een coalitie van CDA en VVD gesteund door Wilders, maakt de ChristenUnie een geheel andere afweging.
Fractievoorzitter Schuurman waarschuwt voor de „gewelddadige gevolgen” die een kabinet dat afhankelijk is van de gedoogsteun van Wilders zal hebben en ziet dat als een keerpunt in de politieke geschiedenis van ons land. Hij sluit uit dat de ChristenUnie wetsvoorstellen die afkomstig zijn van de PVV in de Eerste Kamer aan een meerderheid zal helpen.
Door de stellingname van Schuurman komt het aantal senatoren waarop de beoogde coalitie in principe kan rekenen op maximaal 37, ervan uitgaande dat de SGP haar gedoogsteun onder voorwaarden ook in de Eerste Kamer doorzet. Dat is te weinig om te kunnen spreken van een vruchtbare samenwerking waarop de coalitie zou kunnen bogen.
Een coalitie die in de Eerste Kamer niet over meer dan 35 zekere zetels beschikt, is geen stabiel kabinet en afhankelijkheid van de steun van OSF, fractie-Yildirim en de Partij voor de Dieren zal voor Hare Majesteit ook niet gelden als de in de opdracht gewenste stabiliteit.
Proeftijd
Zelfs nu het CDA in de Eerste Kamer in verhouding tweemaal zo groot is als in de Tweede Kamer het geval is, zal een CDA/VVD plus PVV-coalitie het zo zwaar krijgen in de Eerste Kamer, dat niet mag worden aangenomen dat een dergelijk kabinet het tot juni volgend jaar zou kunnen uitzingen.
Zelfs een honderddagentoer door Nederland, zoals het vorige kabinet deed om proef te draaien zonder wetsvoorstellen en confrontaties in de Eerste Kamer, zou uitstel van executie betekenen. Een proeftijd van negen maanden zonder meerderheid in de Senaat is niet het kenmerk van een stabiele coalitie en biedt geen uitzicht op vruchtbare samenwerking met de Staten-Generaal.
Het sterk toegenomen belang van de verhoudingen in de Senaat kan in de huidige informatieopdracht onmogelijk onbesproken blijven. Om die reden zal informateur Opstelten niet zonder gesprekken met de fractievoorzitters in de Eerste Kamer kunnen, alvorens verslag uit te brengen.
De auteur is lid van de Eerste Kamer voor de Partij voor de Dieren.