Kerk & religie

Setia wil het liefst in Jakarta blijven

JAKARTA – De christelijke studenten van Setia bidden al twee jaar om betere tijden. In juli 2008 verjoegen moslim­radicalen en buurtbewoners de theologische hogeschool van hun campus in Oost-Jakarta. Anno 2010 lijkt vooral interne strijd de nieuwe grote vijand voor de grootste theologische hogeschool van Indonesië.

Van onze correspondent
16 August 2010 09:28Gewijzigd op 14 November 2020 11:29

Na een nachtmerrie van twee jaar lijkt eindelijk de rust teruggekeerd voor de Indonesische theologische school Sekolah Tinggi Teologi Injili Arastamar in Jakarta. De pakweg 1000 studenten zijn verdeeld over drie 
locaties in het uitgestrekte Jakarta. Het is voor docenten geen gemakkelijke opgave om les te geven. Studentenleider Alexander Demu is echter redelijk tevreden met de situatie. „De veiligheid is teruggekeerd.”

Setia is veruit de grootste theologische hogeschool in Indonesië. Jonge christelijke studenten uit alle delen van de archipel worden hier klaargestoomd om predikant, docent of verpleegkundige te worden.

Op 25 juli 2008 haalde Setia de voorpagina van kranten in Jakarta. Withete moslimradicalen en opgehitste buurtbewoners belegerden de campus van Setia in Oost-Jakarta. Terwijl stenen door de lucht vlogen, maakte de volksbuurt duidelijk dat de christelijke hogeschool moest vertrekken. Onder politiebegeleiding moesten de meer dan 900 studenten in veiligheid worden gebracht.

Voor hen brak een uiterst onzekere tijd aan. Eerst verbleven honderden studenten maandenlang in tentenkampen op een padvindersterrein. Daarna kwamen ze in een smerig, voormalig burgemeesters­gebouw in West-Jakarta terecht, dat echter op de nominatie stond om gesloopt te worden. In oktober vorig jaar gingen wanhopige Setiastudenten op de vuist met zwaarbewapende stadswachten.

Alexander Demu ging na de rellen dagenlang in hongerstaking. Het overleg tussen Setia en het provinciebestuur leek opnieuw vast te lopen. „De eigenaar van de Indonesische televisiezender SCTV heeft ons toen een voormalige afkickkliniek voor drugsverslaafden in Kalideresaan in West-Jakarta in bruikleen gegeven.” De buurtbewoners gingen uiteindelijk akkoord met de komst van de studenten, op één voorwaarde: alleen studentes waren welkom. „Veel bewoners hadden op televisie de twee demonstraties gezien waarbij jongens van Setia slaags raakten met de politie.”

In een ander gebouw in West-Jakarta studeren 400 jongens. Verder verblijven in Oost-Jakarta nog eens honderden studenten in barakken die bestemd zijn voor transmigranten. Hier 
bevindt zich de verpleegkun­digenopleiding van Setia.

„Momenteel zoeken we naar een geschikt stuk grond om een nieuwe start te maken. We hebben geld van sponsors beschikbaar plus de opbrengst van de grondverkoop van de oude campus. Maar het grote probleem blijft de toestemming van buurbewoners”, zucht Alexander.

Imams in West-Jakarta waren bang voor ”kristenisasi”: Setia zou moslims willen bekeren tot het christendom. Alexander: „We hebben vervolgens buurthoofden, wijkhoofden, het districtshoofd en de lokale politiecommandant ontmoet. Belangrijk was dat we de lokale religieuze leiders thuis hebben opgezocht. We namen uit respect fruitmanden mee en legden uit dat we allemaal Indonesische broeders van elkaar zijn in dit land. Zo wonnen we geleidelijk hun vertrouwen. Ik heb zelfs een goede relatie opgebouwd met een leider van het islamitisch verdedigingsfront FPI. We bellen en sms’en regelmatig met elkaar.”

Aanvankelijk was er grote solidariteit binnen de christelijke gemeenschap van Jakarta als het ging over Setia. Maar interne spanningen binnen Setia en de weinig succesvolle onderhandelingen met het provinciebestuur leidden tot toenemende kritiek op de christelijke hogeschool.

De grootse plannen van de stichter, die nu een nieuwe hogeschool met meer dan 3000 studenten wil realiseren, roepen steeds meer vragen op. „In Jakarta is zoiets gewoon gevaarlijk”, zegt de docent theologie die de onderhandelingen met het provinciebestuur moest leiden. „En het bestuur van Setia verloopt werkt volstrekt ondemocratisch.” De docent vreest dat de compromisloze en autoritaire houding van de stichter een gevaar kan vormen voor het lot van de studenten.

Critici vragen zich af of het niet beter is om een grote theologieschool te bouwen in Kalimantan of Sulawesi in plaats van in het politiek roerige Jakarta. Maar voor docent Julius Bilo is dat nauwelijks een optie. „Jakarta is het centrum van Indonesië, ook qua onderwijs. Studenten willen in Jakarta studeren. Daarom willen we als hogeschool ook hier zitten. De mogelijkheid om de school naar Kalimantan of Toraja in Sulawesi te verplaatsen is voor ons echt de allerlaatste optie. We bidden dat we in Jakarta een geschikte locatie vinden.”

Ook kerken in Indonesië hebben het moeilijk. De laatste tijd hebben steeds meer aanvallen op kerken plaats. Gisteren namen honderden Indonesiërs deel aan een gebedswake. Ze hebben president Susilo Bambang Yudhoyono gevraagd een einde te maken aan de aanvallen van de moslims. Sinds begin dit jaar zijn al 28 kerken doelwit van aanvallen geweest. In 2008 waren er dat 17, vorig jaar 18.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer