Uitleg
Mattheüs 13:3
„Ziet, een zaaier ging uit om te zaaien.”
De Heiland gaat nu wat meer in het bijzonder bespreken. Hij vermeldt vier soorten toehoorders bij wie het gepredikte Woord gebracht wordt. De eerste soort toehoorders ontvangt het Woord in het geheel niet. Het zaad valt wel op het hart, maar blijft aan het oppervlak. De Boze komt terstond en neemt het weg. Een tweede soort ontvangt het zaad wel voor een tijd, maar verliest het weer. Een derde ontvangt het wat meer en dieper, maar het wordt verstikt door doornen en distelen. Een vierde soort hoorders ontvangt het en behoudt het en het brengt een gewenste en overvloedige vrucht voort.
Jezus verklaart de eerste groep als volgt. Zo iemand hoort het Woord, maar hij begrijpt het niet. Hij komt wel zo nu en dan op de plaats waar dit Woord gepredikt wordt, maar hij verstaat het niet. Dat komt door onwetendheid, of door verharding van het hart. Hij wordt hier vergeleken met een harde weg, met een betreden voetpad, waarop het zaad valt en waar de vogels het op eten. Zijn hart is dan zo verhard dat het Woord er geen vat op krijgt, net zo min als het zaad vat krijgt op een harde weg. Waar komt dit vandaan? Zijn gemoed is rondom bezet met vele vooroordelen.
Johannes Barueth, predikant te Dordrecht (”De parabel van de zaaier”, 1752)