Noord-Korea siddert voor beeldenstorm
Versteend van schrik waren ze, vanwege de Amerikaanse overmacht in Irak. De Noord-Koreanen vrezen maar één ding: dat zij na Saddam aan de beurt zijn. En in plaats van de vuisten te ballen, slaat dictator Kim Jong Il daarom een veel verzoenlijker toon aan.
Het regime in Noord-Korea moet met afgrijzen hebben toegekeken hoe vorige week in Irak het ene na het andere beeld van Saddam Hussein door een juichende menigte werd neergehaald. En dictator Kim Jong Il moet nachtmerries hebben gehad van Amerikaanse troepen die beelden in zijn land neerhalen, zoals het 20 meter hoge bronzen gevaarte op de Mansu-heuvel bij de hoofdstad Pyongyang. Want ook Noord-Korea is volgebouwd met standbeelden, niet van Saddam Hussein uiteraard, maar van Kim Il Sung (1912-1994), de overleden vader van Kim Jong Il, die desondanks als „eeuwige president” het land regeert en op die manier zoonlief overeind houdt bij de uitoefening van zijn dictatoriale bewind.
Vrees voor een beeldenstorm in Noord-Korea is er des te meer omdat dit zonderlinge stalinistische bolwerk in hetzelfde rijtje voorkomt als Irak, namelijk van landen die volgens president Bush ”de as van het kwaad” vormen, en moeten worden aangepakt. Noord-Korea wordt verdacht van het bezit van kernwapens, verkoopt gevaarlijke raketten aan landen in het Midden-Oosten, heeft enorme voorraden chemische wapens, lapt VN-verdragen aan zijn laars, gooit wapeninspecteurs het land uit, en laat zijn bevolking in de meest onmenselijke toestanden leven. Als dat geen redenen voor een Amerikaanse actie zijn…
Toch waren er geen concrete plannen om Pyongyang op korte termijn aan te vallen. Zo’n oorlog wordt namelijk als te riskant gezien vanwege de kwetsbaarheid van buurland Zuid-Korea voor een Noord-Koreaanse wraakactie. Amerika zou pas tot actie overgaan als Kim Jong Il zogenaamd ’weapon-grade’ plutonium -dat wil zeggen: geschikt gemaakt voor kernwapens- in handen van terroristen zou doorspelen.
Nu zijn er geen harde bewijzen dat Noord-Korea sowieso ooit wapens aan terroristen heeft doorgespeeld; wel is bekend dat enkele van de grootste afnemers van Noord-Koreaanse wapens landen in het Midden-Oosten zijn, waaronder Syrië en Iran, en beide landen onderhouden wél banden met terroristische groeperingen.
Dat de Noord-Koreanen hem desondanks nu al knijpen, blijkt uit de ommezwaai die het land zondag maakte in zijn eisen tegenover de Verenigde Staten. Tot dan toe moest en zou Pyongyang onder vier ogen met de VS onderhandelen over zijn nucleaire ambities en over een vredesregeling, dus zonder pottenkijkers van buiten. Dat Washington daar niet van wilde weten, kon de Noord-Koreanen niet deren, ze zouden de Amerikanen wel klein krijgen door te dreigen met kernwapens.
Maar zondag, twee dagen na de Amerikaanse verovering van Bagdad, waren de Noord-Koreanen ineens overstag. Pyongyang liet weten toch akkoord te gaan met meerpartijenoverleg. Zuid-Koreaanse diplomaten lieten er geen twijfel over bestaan wat precies de reden was van Pyongyangs ommekeer: de Noord-Koreanen waren „versteend van schrik” over zoveel Amerikaanse overmacht in Irak.
De snelle overwinning in Irak gooide roet in de Noord-Koreaanse plannetjes. Pyongyang had namelijk gehoopt dat de oorlog veel langer zou duren, waardoor de VS vast geen zin meer zouden hebben in nóg een oorlog, tegen Noord-Korea. Dus kon Pyongyang rustig vasthouden aan zijn eisen.
Overigens zijn er ook na de ommezwaai van zondag nog wel wat hobbels te nemen voordat het daadwerkelijk tot vredesoverleg komt. Zo wordt de voortgang ervan momenteel geblokkeerd door onenigheid over welke landen er wel en niet mee mogen doen. Zuid-Korea geeft de voorkeur aan het zogenaamde ”twee plus vier”-model, waarin de twee Korea’s zitten, de VS, China, Japan en Rusland. Noord-Korea en China zijn echter tegen deelname van Japan en Rusland, met als argument dat zij niet directbetrokkenen zijn bij wat ze noemen „het veiligheidsprobleem” op het Koreaanse schiereiland. De wapenstilstand van 1953, die een eind maakte aan drie jaar Koreaanse oorlog, werd immers ondertekend door de VN, de VS, Noord-Korea en China. In plaats van Japan en Rusland wil Noord-Korea dat de Europese Unie (EU) deelneemt aan het overleg - kennelijk in de hoop dat die een leidende rol zal hebben bij het verlenen van economische hulp.
De VS willen een veel bredere deelname aan de onderhandelingen: beide Korea’s, de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad, Australië, Canada en de EU.
Geenszins gerust over een goede afloop nu Noord-Korea zich tegenover de VS wat gematigd heeft, is buurland China. De snelle overwinning in Irak doet Peking juist extra vrezen dat Noord-Korea eerder aan de beurt is dan verwacht. De ’haviken’ in het Witte Huis, zo verwachten de Chinezen, zullen de voorkeur blijven geven aan ’regime-change’ -het opruimen van Kim Jong Ils dictatuur- in plaats van moeizame onderhandelingen aan te gaan met een regime dat „toch niet is te vertrouwen.”
Diplomatieke bronnen in Peking hebben gemeld dat een groep militairen binnen het Chinese leger president Hu Jintao heeft gewaarschuwd voor ophanden zijnde Amerikaanse militaire druk op Noord-Korea. Volgens hen moet China zich hard tegenover de VS opstellen, en Noord-Korea zelfs militair steunen, omdat het zich niet kan permitteren dat Noord-Korea als bufferstaat verloren gaat. Zou Noord-Korea in handen vallen van „vijandige krachten”, dan zouden de hoofdstad Peking en andere belangrijke kuststeden als Sjanghai „gevaar lopen.”
De Chinezen weten waarover ze praten want ze hebben de afgelopen drie weken nauwgezet de Amerikaanse opmars naar Bagdad bestudeerd. Al ruim voordat de oorlog begon heeft Peking een groot aantal militaire specialisten en leden van de inlichtingendienst naar Iraks buurlanden gestuurd. Chinese experts hebben vooral gekeken naar de zwakke plekken in de Amerikaanse oorlogsmachine, en ze weten nu al één ding: de richting van het onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma (R&D) inzake Chinese militaire technologie zal worden bepaald door de vraag hoe de Amerikaanse hightech-wapens zijn te ondermijnen of te neutraliseren.
Dat de Chinezen vooralsnog weinig vertrouwen hebben in eigen militair kunnen, bleek wel uit berichten dat Peking fikse druk op Noord-Korea heeft uitgeoefend om zich wat bescheidener tegenover de Verenigde Staten op te stellen.