Opinie

Commentaar: Nationale hulpactie Pakistan

En zo komt er dan toch nog een nationale hulpactie voor die miljoenen Pakistanen die zijn getroffen door de ongekend zware overstromingen. De zogenaamde Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) heeft giro 555 geopend voor Nederlanders die de leniging van deze nood willen steunen. Een luidruchtige tv-actie, met artiesten en grappenmakers –wanneer verzint Hilversum eens een werkelijk gepaste donateursshow?– zit er in deze vakantietijd niet in.

Hoofdredactioneel commentaar
13 August 2010 11:14Gewijzigd op 14 November 2020 11:28

Dat laatste wordt door menigeen betreurd, want veel Nederlanders die gegrepen zijn door het leed in een rampgebied ver weg, zijn kennelijk emotioneel nogal onbeholpen wezens. En hebben Hilversum, tal van popsterren en zelfs de premier van Nederland nodig om een beetje een wij-gevoel te ontwikkelen. Een gevoel dat ervoor zorgt dat ieders overweldigende besef van machteloosheid tegenover zo veel leed oplost in een wolk van collectieve emotie.

Juist in vakantietijd, wanneer Nederland tijdelijk als los zand aan elkaar hangt, kan dat machteloze gevoel knagen. Temeer omdat uit de roze wolk die vakantie heet, de afgelopen weken wel erg veel regen naar beneden viel, niet alleen in het verre Pakistan en India, maar ook in Midden-Europa.

Intussen heeft een megacampagne zoals die nu voor Pakistan wordt gehouden, iets paradoxaals. Want 
hoe grootschaliger de hulpverlening, des te zwakker de effectiviteit ervan ter plekke. Juist in een land als Pakistan, waar een zwakke en corrupte regering zetelt, komt het erop aan noodhulp heel gericht en via lokale hulporganisaties te laten verlopen.

Die noodzaak van precisiewerk wordt nog urgenter wanneer het lot van minderheden, zoals die van Pakistaanse christenen, in het geding is. De ervaring leert dat juist zij genegeerd en vergeten worden zodra grootschalige noodhulp wordt verleend. Daarom is het goed dat ook de christelijke hulporganisaties in Nederland de handen ineenslaan.

Hebben christenen ook van die dure campagnes nodig om in geefgrage burgers te veranderen? Een beetje wijgevoel is natuurlijk nooit verkeerd, en juist bij christenen bestaat er misschien tegenzin om aan moslims –al zijn ze nog zo nooddruftig– geld te geven.

Toch hebben zij, als het goed is, een heel andere drive die aanzet tot royaal geven. Die komt niet van mensen, maar van God zelf, en zit niet in hun emotie, maar in hun existentie, in hun hart. Ze zijn immers zelf als het ware van Gods noodhulp afhankelijk geworden. In lijfelijke maar vooral in geestelijke zin, en niet een zomer­periode kort maar hun leven lang. En precies dat zet aan tot naastenliefde.

Dat is liefde die, zeker in tijden van nood, lak heeft aan menselijke mitsen en maren over wie nu wel en wie niet voor hulp in aanmerking komt. Christelijke naastenliefde kijkt immers dwars door mensen –moslims, hindoes en boeddhisten– heen en analyseert hen tot op het bot, als medeschepselen. Om hen vervolgens ruimhartig te kleden en te voeden. De Bijbel noemt dat „met innerlijke ontferming bewogen zijn.” Niet een of andere Hilversumse of Haagse bobo leert hun dat, maar hun grote Meester zelf, Jezus de Christus.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer