Bonte mengeling van kunst en kitsch
KANIS – ”Relinquenda” noemden ze hun chaletje toen ze het in 1958 betrokken. Dat betekent ”moet weer verlaten worden”. Toch biedt de noodwoning in de buurtschap Kanis al 52 jaar onderdak aan Cor en Annie van der Velde. In die tijd werden het chalet en de grond eromheen omgetoverd tot een kleurrijk rariteitenkabinet.
„Het ligt ergens bij Kanis: een tuin vol spullen; en in de wetering ligt ook nog het een en ander.” Met die ‘routebeschrijving’ in het achterhoofd zoeken we onze weg door de weilanden bij Woerden. Een smalle weg leidt van Kamerik naar Kanis. Na dit kerkdorpje voert de Mijzijde kilometerslang door het Hollands-Utrechts weidegebied. Tot Woerdense Verlaat, vlak bij de Nieuwkoopse Plassen. Gras, water en wilgen. In de verte een verdwaalde boerderij. De stilte wordt alleen verbroken door ruisend riet. En het gebeier van de Kamerikse kerkklok in de verte.
Bijna elke woning die we passeren, voldoet aan de beschrijving: tuintjes met kabouters. Menig bewoner heeft ook de slootkant ludiek ingepikt. Maar Relinquenda spant de kroon. Huis en tuin –ingeklemd tussen wetering, weg en weiland– gaan schuil achter een bonte verzameling kabouters, molens, karrenwielen, bordjes en andere prullaria. Een wipkip en drie stoeltjes uit een pretpark staan broederlijk naast elkaar; een ooievaar en een uil waken vanaf een schuurtje. En bloemen; overal bloemen. In pannen, melkbussen, emmers en zelfs een toiletpot. Staand, liggend, hangend: een bonte mengeling van kleuren.
Bordjes met ”verboden toegang” en ”melden bij de uitvoerder” lijken in tegenspraak, maar brengen bezoekers feilloos bij Cor van der Velde (75), die hier samen met zijn vrouw Annie (74) bivakkeert. „Het meeste spul is van nul en generlei waarde. In de loop der tijden heb ik het uit containers gehaald. Van bielzen heb ik van alles en nog wat gemaakt om spullen op te zetten.” Hij wijst naar kastjes en rekjes die steun en onderdak bieden aan kikkers, katten en een oude zaag.
In de Kamerikse Wetering gaat het tafereel verder. ”Niet voeren”, staat er met gevoel voor humor bij de zwanen, de eenden en een imposante nijlpaardenkop. „Sommige mensen denken dat ze echt zijn, die staan hier broodkorstjes in het water te gooien. Eerst lag er nog een grote zwaan bij. Die is verkocht en zwemt nu in de Reeuwijkse Plassen.”
Over belangstelling heeft Van der Velde niet te klagen. Ook al omdat passerende fietsers worden nagefloten door een fluitje, ergens in de heg. „Mensen stoppen hier vaak. Voor een praatje, of een foto. We zijn steevast onderdeel van puzzelritten. Dan schijnen ze hier ’s nachts met lichten. Ach, ik laat ze maar.”
Van lieverlee is Van der Velde gaan opruimen. Het echtpaar gaat Relinquenda over niet al te lange tijd verlaten. „We hebben het destijds zo genoemd omdat het een noodwoning was. En omdat we hier op aarde geen blijvende stad hebben. Al begrijpt niet iedereen dat”, zegt hij peinzend. „De gezondheid van mijn vrouw wordt minder. We wonen gelijkvloers. Maar we zijn toch op zoek naar een huisje in Kamerik.”
Met pijn in het hart laat hij zijn tuin achter. „We hebben hier een goede tijd gehad. Vooral de bloemen zal ik missen. Al die kleuren. Het wordt straks aanpassen in een rijtjeshuis. Of ik weer zo’n tuin begin? Dat zit er niet in, denk ik. Ik ga hooguit het balkon nog wat versieren.”
Dit is het tiende deel in een serie over bijzondere tuinen en erven.