Dat zei Van der H.’s advocate mr. Ilse van der Meer maandag desgevraagd. Het mes is enkele maanden na de moord gevonden in een sloot in het Urkerbos, de plek waar Post is omgebracht. Mogelijk zijn technische sporen door het water verloren gegaan.

Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) sluit niet uit dat het mes toch het moordwapen is, aldus de advocate. Ook sluit het NFI niet uit dat er meerdere wapens zijn gebruikt, aldus Van der Meer. Op het in de sloot gevonden mes zijn ook geen sporen van anderen gevonden, stelt Van der Meer. Volgens de advocate is het mes niet gevonden op aanwijzen van de hoofdverdachte.

De advocate stelt dat er „te twisten valt” over de vraag of er direct technisch bewijs is tegen Jaap van der H. „De officier van justitie meent dat dat er wel is. In de rechtszaal zal dat debat worden gevoerd.”

De hoofdverdachte, die 15 jaar was ten tijde van het misdrijf, ontkent nog altijd Dirk Post te hebben omgebracht. Eerder meldde zijn advocate dat hij een „alternatief scenario” heeft. „Daar zijn we nog mee bezig. Dat is nog niet uitgekristalliseerd”, aldus Van der Meer maandagmorgen.

Op de vraag of dat scenario dan een vooropgezet verhaal is, zegt de advocate: „Soms moeten heel veel afwegingen gemaakt worden, waarbij de zaak niet nadelig voor de verdachte moet uitpakken.”

Dinsdag vindt er een proformazitting bij de rechtbank in Lelystad plaats. Op 5 oktober staat de inhoudelijke behandeling van de rechtszaak gepland. Van der H. zit sinds november vorig jaar vast. Hij is sindsdien niet op vrije voeten geweest.

Twee andere minderjarige verdachten, die ook in oktober moeten terechtstaan, werden kort na hun arrestatie weer in vrijheid gesteld. Het openbaar ministerie (OM) verdenkt de twee niet van actieve betrokkenheid bij de moord op Dirk Post. „Het gaat in het geval van deze twee verdachten om de vraag in hoeverre zij de moord op Dirk Post hadden kunnen voorkomen en of zij hiervoor strafrechtelijk aansprakelijk kunnen worden gesteld”, aldus het OM in februari dit jaar.

Het OM in Lelystad wilde maandag niet reageren op de stellingen van de advocaat. „Wij zeggen tot de inhoudelijke behandeling van de zaak in oktober niets over de zaak,” aldus woordvoerster Marleen Boer.