Groeiende en vitale kerk in Arabische Golf
ABU DHABI – Terwijl het christendom dreigt te verdwijnen uit het Midden-Oosten groeit de christelijke kerk in de Arabische Golf, de bakermat van de islam, explosief.
Een opeenstapeling van problemen leidt ertoe dat christenen wegtrekken uit de regio waar 2000 jaar geleden het christendom ontstond. Het tempo van de emigratie heeft een dermate hoge vlucht genomen dat er een reële kans bestaat dat het christendom binnen enkele decennia uit het Midden-Oosten verdwenen zal zijn.
In oktober zal er in Rome een oecumenische Midden-Oostensynode plaatshebben, waaraan kerkleiders van diverse christelijke richtingen zullen deelnemen. De synode zal zich concentreren op de christelijke exodus uit het Midden-Oosten.
Tijdens deze synode zal één verschijnsel echter onderbelicht blijven. Het betreft de enorme toestroom van christenen naar de Arabische Golfstaten door arbeidsmigratie. Het mag paradoxaal worden genoemd dat vrijwel nergens ter wereld het aantal christenen sneller groeit dan in de regio waar de islam zijn oorsprong heeft. Tot de Arabische Golf behoren de Verenigde Arabische Emiraten (VAE), Koeweit, Oman, Qatar en Saudi-Arabië. De situatie van de christenen verschilt van staat tot staat, omdat deze afhangt van de godsdienstpolitiek van de desbetreffende emir, vorst of sultan. In alle vijf de landen is er echter sprake van een jonge en vitale kerk die groeit. Zelfs in voorzichtige schattingen gaan kerken ervan uit dat er momenteel zo’n 6 miljoen christenen in de Arabische Golfstaten wonen.
In deze ontwikkeling vormt 1991 een omslagjaar. Tot dat jaar werkten miljoenen Jemenieten en Palestijnen in de oliesector in de Arabische Golfstaten. Toen de Iraakse president Saddam Hussein in 1991 Koeweit binnenviel, koos zowel de regering van Jemen als de toenmalige Palestijnse leider Arafat de zijde van Irak. De golfstaten zagen hun Jemenitische en Palestijnse werknemers plotseling als een gevaar voor de nationale veiligheid. Ze werden naar huis gestuurd en er kwam een enorme instroom van werkkrachten uit Aziatische en Afrikaanse landen op gang. Sindsdien is deze arbeidsmigratie alleen maar toegenomen. Ook nu, in een periode van economische crisis, gaat dat proces door. Omdat het werk in de olie-, bouw- en constructiesector veelal zwaar is en slecht betaald wordt, zijn de Arabieren in de golfstaten er zelf niet voor te porren.
Ongeveer 30 procent van de jaarlijks aanzwellende stroom van arbeidsmigranten bestaat uit christenen. Dat stelde de plaatselijke kerken voor onverwachte problemen. Sinds ruim een eeuw zijn christelijke kerken in Arabië vertegenwoordigd. In het verleden verleenden ze pastorale diensten aan slechts enkele duizenden buitenlandse werknemers, vooral personeel van ambassades en van enkele buitenlandse bedrijven. Thans zien kerken zich echter geconfronteerd met een toeloop van miljoenen christenen.
De Verenigde Arabische Emiraten vormen een goed voorbeeld van deze problematiek die in alle golfstaten speelt. Waarbij Saudi-Arabië overigens een uitzonderingspositie inneemt, omdat in dat land iedere uiting van het christelijk geloof, zelfs binnen de muren van de eigen woning, verboden is.
De VAE tellen zo’n 6 miljoen inwoners, van wie 5 miljoen buitenlandse werknemers. De kerken in de VAE schatten het aantal christenen onder deze buitenlandse werknemers op ongeveer 1,8 miljoen. De eerste karakteristiek van de kerken in de VAE is de verbijsterende diversiteit, zowel qua nationaliteit als religieuze denominatie.
De christenen kunnen in drie groepen worden ingedeeld. De eerste en grootste groep heeft een Aziatische achtergrond. In de context van de VAE gaat het dan om ongeveer 1 miljoen christenen. De tweede groep, die in de VAE zo’n 500.000 leden telt, betreft christenen uit Afrikaanse landen en uit Latijns-Amerika. De derde groep bestaat uit zo’n 150.000 Arabischsprekende christenen uit landen in het Midden-Oosten, die tot verschillende oosterse kerken behoren.
In alle golfstaten is dezelfde indeling terug te vinden, waarbij Aziatische christenen de meerderheid vormen, gevolgd door Afrikaanse en Arabische christenen.
De VAE huisvesten van alle Arabische landen procentueel het grootste aantal christenen. De 1,8 miljoen christenen vormen zo’n 30 procent van de bevolking. In en rond Abu Dhabi zijn tot op heden acht kerken gebouwd die ’s zondags, maar ook op vrijdag, volstromen. De toestroom van gelovigen is zo groot dat de kerkgebouwen hen niet kunnen bergen. In tuinen en op terreinen rondom de kerken zijn grote schermen opgesteld, zodat kerkgangers ook buiten het gebouw de diensten kunnen volgen. Op christelijke feestdagen worden de opeenvolgende diensten (in verschillende talen) soms door 30.000 mensen bezocht.
De VAE maken op dit moment een ongekend moderniseringsproces door. Het land vraagt steeds meer werknemers in met name de bouw. Daar heeft een tweede karakteristiek van de christenen in de golfstaten mee te maken. Velen van hen leiden bepaald geen rooskleurig bestaan. Ze zijn werkzaam in slecht betaalde beroepen en verdienen vaak minder dan 200 dollar per maand, terwijl ze werkdagen maken van twaalf uur. Ze zijn de nieuwe armen en de armoede van honderdduizenden laaggeschoolde christenen steekt schril af bij de enorme rijkdom van de VAE.
Deze situatieschets maakt duidelijk dat diaconie en dienstverlening belangrijke onderdelen zijn van de kerkelijke activiteiten. Veel christenen wonen ver van de kerken af en zijn niet in staat diensten te bezoeken. Maar pastores vertellen dat er een enorm netwerk van huiskerken is ontstaan, waarbij charismatische groepen een leidende rol spelen, ook bij het aanbieden van praktische hulp.
De enorme economische bedrijvigheid in de golfstaten heeft tot het wijd verspreide fenomeen van handel in illegale werkkrachten geleid. Volgens sommige schattingen is minstens 20 procent van alle buitenlandse werknemers in de VAE illegaal. Dit verklaart waarom de plaatselijke kerken de exacte aantallen christenen moeilijk kunnen bepalen. De genoemde 1,8 miljoen christenen in de VAE zijn uitsluitend legale werknemers met officiële werkvergunningen. Het is echter zeker dat er ook grote aantallen christenen onder de illegale werknemers zijn en op hen hebben de kerken veelal geen zicht.
Een andere opvallende karakteristiek van de kerken in de golfstaten is de oprechte onderlinge samenwerking. De kerken hebben begrepen dat ze gezamenlijk moeten optreden in landen waar de religieuze vrijheid voor christenen zeer beperkt is en waar alle christenen onder dezelfde problemen lijden. In Koeweit sloegen de kerken in 1999 de handen ineen en richtten ze samen de Bible Society op. Van de Koeweitse regering kregen ze toestemming om Bijbels en christelijke lectuur te importeren.
De kerk in de golfstaten lijkt in veel opzichten op die van de eerste eeuw. Ze is in enkele decennia gegroeid van enkele duizenden tot zo’n 6 miljoen christenen. Het is een multiculturele en multinationale kerk. De christenen leven in een wereld die is gebaseerd op de islam, maar hun standvastigheid werpt vruchten af. De Filipijnse pastor Raoul Ramas uit Muscat is enthousiast over de ”pelgrimerende” kerk. Hij vertelt over vele lauwe christenen die ver van huis onder de harde leefomstandigheden van de Arabische Golf hun geloof herontdekken. Ze vinden in de internationale christelijke gemeenschappen een thuis.
Volgens de pastor werken de christelijke immigranten samen met hun hindoestaanse en islamitische landgenoten, die vaak onder de indruk raken van het christelijk geloof. Er hebben heimelijke bekeringen plaats. De pastor geeft een verbazingwekkend beeld van een jonge en zelfbewuste kerk, waarvan veel christenen in het Westen nauwelijks weet hebben.