Wederopbouw niet beperken tot Irak
Naast de wederopbouw van Irak moeten Amerika en Engeland veel aandacht geven aan het herstel van de beschadigde internationale verhoudingen, vindt Daniel Schorr. Daarbij liggen er kansen voor Londen om de loyaliteit aan Washington in klinkende munt betaald te krijgen.
Het is wel vroeg, maar misschien niet te vroeg om vooruit te zien naar het naoorlogse tijdperk. Er moeten structuren aangebracht worden in Irak en een heleboel internationale beschermingsconstructies moeten worden gerepareerd. De regering van Bush spreekt vaak over een coalitie die oorlog voert in Irak. Maar wanneer het aankomt op het regelen van de eerste dagen van vrede zal dat waarschijnlijk vooral een Amerikaanse en militaire aangelegenheid zijn.
De Britse premier Tony Blair en anderen willen graag betrokken worden bij die regelingen. Maar zij krijgen te horen dat ze een rol zullen hebben bij de humanitaire hulpverlening en niet zozeer bij de herbouw van Irak. De aankomende regering, die samengesteld is uit gepensioneerde Iraakse generaals, jonge anti-Saddam-elementen en bannelingen, zal -gezien de huidige plannen- moeten rapporteren aan een Amerikaanse gepensioneerde driesterrengeneraal, Jay Garner, die nu aannemer is bij defensie.
Wie heeft hem uitgekozen? Plaatsvervangend defensiesecretaris Paul Wolfowitz, onder zijn vrienden bekend als Wolfowitz van Arabië. Wolfowitz wilde deze oorlog al langer en is nu waarschijnlijk de meest invloedrijke man onder de Amerikaanse krijgsheren. De embryonale Iraakse autoriteit, waarvan hij voorzitter is, wordt het kantoor voor herbouw en humanitaire steun. De staf bestaat uit een groep Amerikanen die bekendstaat als ”Wolfie’s people”.
De regering van Bush is er tot nu toe in geslaagd om de strijd te voeren met Groot-Brittannië als haar belangrijkste bondgenoot, terwijl tegenstanders van de oorlog, zoals Frankrijk, Duitsland en Rusland, op een afstand gehouden werden. Het zal een flinke uitdaging blijken te zijn om te proberen opnieuw een coherente internationale gemeenschap te vormen. Een Frans-Duits-Russische topconferentie heeft dit weekend in Moskou plaats.
Tijdens een recent bezoek aan Europa zei Colin Powell, van wie vanuit Washington de laatste tijd niet veel gehoord werd: „Als het gaat om de toekomst van Irak denk ik dat er consensus is over het feit dat er een belangrijke rol is weggelegd voor de Verenigde Naties.” „Maar”, voegde hij eraan toe, „we moeten nog uitwerken hoe die rol er precies uitziet.”
Vrij vertaald betekent dit dat president Bush het echt meende toen hij in september de VN waarschuwde dat ze irrelevant werden. Deze week zei Powell dat de VN een „ondersteunende rol zouden spelen bij de interim-regering” - wat dat ook moge betekenen.
Een ontmoeting in Belfast deze week gaf Bush en Blair de mogelijkheid te beginnen met het zoeken van een oplossing voor het probleem van naoorlogs herstel van de beschadigde relaties tussen Amerika en Europa. Hun verklaringen na het overleg onthulden weinig van de inhoud van hun discussie, maar de „vitale” rol voor de VN die president Bush beloofde, lijkt zich vooral te beperken tot humanitaire hulp.
Voor Blair, die standvastig naast Bush bleef staan op het gevaar af zijn eigen positie te verspelen, is dit de tijd van de terugbetaling. In de eerste plaats wil de Britse leider de mogelijkheid hebben om Europa en de VN een flinke rol te geven bij de herbouw van Irak. Om daarin te voorzien zou de Amerikaanse president de sterke weerstand in het Pentagon moeten overwinnen.
In de tweede plaats wil Blair zijn geloofwaardigheid tegenover Arabische naties en zijn eigen Labour-partij vergroten door een duidelijke verschuiving naar een oplossing voor het Palestijnse probleem te bewerkstelligen. Bush heeft zijn steun gegeven aan de zogeheten ”wegenkaart”, waarin stappen naar een Palestijnse staat samengevat zijn. Maar premier Ariel Sharon, die niet bereid is toe te geven in de discussie rondom de Joodse nederzettingen, heeft in feite het plan verworpen.
Er zijn indicaties dat Blair aan Bush vraagt om zware druk op Sharon uit te oefenen. Lord Christopher Haskins, een geldschieter en goede vriend van Blair, heeft er bij de premier op aangedrongen om indien nodig „tegen Amerika op te staan” door een resolutie in te dienen bij de VN Veiligheidsraad waardoor Israël gedwongen wordt terug te keren naar de grenzen van voor 1967.
Het is moeilijk te geloven dat Blair een dergelijke resolutie zou steunen, aangezien hij daarmee een veto van de VS uitlokt en de Anglo-Amerikaanse romance zou doen bekoelen. Maar dit alles is een indicatie van hoe de oorlog de relaties in de internationale gemeenschap gedestabiliseerd heeft. De vergadering in Belfast zou heel goed het begin kunnen zijn van een naoorlogse reorganisatie van relaties tussen de grootste machten.
De auteur is nieuwsanalist van de Amerikaanse omroep National Public Radio.