CHE-docent: Hemel voor heidense zoekers
BIDDINGHUIZEN – God kan het oprecht zoekend geloof van een niet-christen rekenen tot een rechtvaardigend geloof.
Deze mening bracht drs. Robert Doornenbal gisteren naar voren tijdens de zomerconferentie van New Wine in Biddinghuizen. De conferentie, die gehouden wordt op het terrein van Walibi World, begon zaterdag en duurt tot en met morgen.
Doornenbal, docent theologie aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE), kreeg aan het einde applaus voor zijn lezing. Er waren echter ook kritische reacties. Ds. J. M. Goedhart, bestuurslid van New Wine en verantwoordelijk voor de conferentie, zei desgevraagd dat de opvattingen van New Wine en de sprekers niet voor 100 procent hetzelfde hoeven te zijn. Hij vond het moeilijk om een reactie te geven, omdat hij het seminar niet had bijgewoond. De visie van New Wine is echter, aldus de Spijkenisser predikant, „dat er geen andere Naam onder de hemel gegeven is dan de Naam van Jezus waardoor mensen moeten zalig worden.”
Doornenbal hield een seminar over de verhouding tussen de christelijke godsdienst en andere godsdiensten. Hij kan zich niet vinden in een pluralistische visie, die inhoudt dat alle godsdiensten gelijk zijn, zei hij. „Alleen God overziet alles. We zijn aangewezen op Gods openbaring.”
Hij voelt zich echter ook niet thuis bij de zogenoemde exclusivistische visie. Daarin gaat het erom dat er buiten de Bijbel geen waarheid is, dat alle andere godsdiensten dan de christelijke fout zitten en dat er geen hoop is voor mensen die zich niet tot Christus bekeren.
Doornenbal heeft meer met een –voorzichtig– inclusivistische visie. Die komt erop neer dat Jezus de Waarheid is en dat de Bijbel de bron en de norm van het geloof is, maar ook dat de uitleg van de Bijbel op onderdelen benaderend, voorlopig, corrigeerbaar en mogelijk onjuist is. Bovendien zijn er buiten het christendom mensen die in waarheid God zoeken. Hij noemde een gebed van een boeddhistische vrouw die bad: „Ik ben zondig en heb geen hoop in mezelf. Mijn hele hoop gaat uit naar Boeddha Amida.”
Doornenbal haalde Romeinen 2 aan, waar staat dat de heidenen die de wet niet hebben zichzelf een wet zijn. „Het oordeel gaat over het verborgene in het hart dat oprecht kan zijn.”
In zijn optiek moet het ”sola fide” (”geloof alleen”) van de Reformatie breder worden opgevat dan tot nu toe gebeurt. Doornenbal concludeerde dat God het oprecht zoeken van een niet-christen kan rekenen tot een rechtvaardigend geloof. Het gaat om een oriëntatie op God, een vertrouwen op genade en het verlangen naar een ontmoeting met Hem. „Deze houding tref je ook aan bij niet-christenen”, zei hij. Wel voegde hij eraan toe dat hij niet weet hoe God zal oordelen.
Om zijn betoog te ondersteunen wees hij op de vele christenen die geen bewust geloof hebben en voor wie toch goede hoop is, zoals verstandelijk gehandicapten, jonggestorven kinderen en geaborteerde foetussen. Verder verwees hij naar de Joden van het Oude Testament die Jezus niet kenden en de ”godzoekers” onder de Grieken, zoals Socrates. „Zwingli verwachtte Socrates in de hemel te zullen ontmoeten.” Ook haalde hij de Italiaan Zanchius (1516-1590) en de Nederlander Witsius (1636-1708) aan als theologen die hoop zouden hebben gehad voor niet-christenen.
Een kritische luisteraar vroeg Doornenbal waarom de martelaren hun leven gegeven hadden en hoe het zat met de opwekkingspredikers die het over de hel hadden. Doornenbal antwoordde dat er geen heil is buiten Christus. Over de preek over de hel van de prediker Jonathan Edwards zei hij: „Misschien is het in onze tijd wijs om zulke preken niet te houden.”