Kamer wil kabinetsreactie op Wikileaks
DEN HAAG (ANP) – Een Kamermeerderheid wil zo snel mogelijk maar uiterlijk volgende week woensdag een reactie van het demissionaire kabinet op de 90.000 documenten over de oorlog in Afghanistan die de klokkenluiderwebsite Wikileaks openbaar heeft gemaakt. Het verzoek is een initiatief van D66-leider Alexander Pechtold.
Wat hem betreft gaan de ministers Maxime Verhagen (Buitenlandse Zaken) en Eimert van Middelkoop (Defensie) in op de informatievoorziening door het kabinet aan de Tweede Kamer over de inzet van Nederlandse Apache-gevechtshelikopters bij gevechten bij Chenartu in 2007. Defensie is in de publiciteit niet duidelijk geweest over burgerdoden bij Chenartu, blijkt uit de documenten op Wikileaks. Ook wil Pechtold een reactie op de „vermeende pro-actieve pr-campagne” om politieke schade in Nederland en Afghanistan te voorkomen.
De PvdA en de SP hadden ook al vragen gesteld over Wikileaks. Die zijn bij het verzoek van Pechtold gevoegd dat vervolgens steun kreeg van een ruime Kamermeerderheid van VVD, PvdA, CDA, SP, D66 en Partij voor de Dieren.
De fracties willen ook meer duidelijkheid over het optreden van de Amerikaanse taskforce 373, die jaagt op kopstukken van de Taliban en al-Qaeda. De Kamerleden willen weten of Nederlandse militairen ook betrokken zijn geweest bij acties van taskforce 373. Ook wil de Kamer van Verhagen en Van Middelkoop weten hoe zij de internationaal-rechtelijke positie van taskforce 373 zien. Verder willen de fracties meer weten over de rol van de Pakistaanse geheime dienst ISI die volgens The New York Times-lezing van de Wikileaks-documenten de Taliban zou steunen.
In aansluiting op de Kamervragen roept de SP op tot een parlementair onderzoek naar de oorlog in Afghanistan. „Het is volgens ons een foute oorlog met een foute strategie en desastreuze consequenties. De Taliban is niet verslagen maar juist sterker geworden en ook al-Qaeda bestaat nog steeds”, aldus SP-Kamerlid Jasper van Dijk. Hij vindt dat de logboeken die via Wikileaks naar buiten zijn gekomen, duidelijk maken dat een grondig onderzoek van de oorlog en de Nederlandse deelname „onvermijdelijk” is, temeer omdat er meer burgerslachtoffers zouden zijn gevallen dan altijd gemeld. „In een fatsoenlijke democratie haal je in zo’n situatie de onderste steen boven.”